Veralgemening van
bestrijding van de
de maatregelen tot
rundertuberculose.
Vergunningstaks op
de voedergranen.
Mond- en klauwzeer
Het Koninklijk Besluit van 4 fe
bruari 1958(Stsbl. 15 februari) breidt
tot gans het grondgebied de maat
regelen uit, zoals tuberculinatie, ter
bestrijding van de rundertubercu
lose.
Hieronder volgt de tekst van dit
besluit dat van kracht is geworden
op 15 februari 1957.
Art. 1 —Ieder rundveehouder die
op 1 maart 1958 niet aangesloten is
bij een vereniging voor rundertu-
berculosebestrijding erkend door
onze Minister van Landbouw, is
gehouden op zijn kosten vóór 1
april 1958, de intradermotuberculi-
natie te doen toepassen op al de
runderen van zijn bedrijf dooreen
erkend doctor in de dier genees
kunde door hem gekozen.
Art. 2. - Deze verplichting rust
niet op de veehandelaars wat be
treft de dieren die zij houden met
het oog op de verkoop. Worden
slechts als zodanig beschouwd de
dieren gehouden gedurende een
tijdspanne van minder dan acht
dagen.
De verbonden van verenigingen
voor de bestrijding van de runder
tuberculose mogen de veekooplie
den toelaten hun inschrijving te ne
men in de vereniging van hun be-
drijfszetel aan de door de Minister
van Landbouw vastgestelde voor
waarden.
Die voorwaarden worden aan
de koopman medegedeeld op het
ogenblik van zijn aanvraag tot in
schrijving.
In zoverre hij de hem opgelegde
voorwaarden naleeft, mag de vee
koopman zich beroepen op de hoe
danigheid van erkend koopman
en kan hij genieten van de vergoe
dingen voorzien bij het eerste lid
van artikel 36 van het Koninklijk
Besluit van 1 juni 1951, gewijzigd
bij het Koninklijk Be sluit van20 juni
1955.
Art. 3 -De erkende doctor in de
diergeneeskunde wiens tussen
komst gevraagd werd ter uitvoe
ring van artikel 1, mag te dien ein
de enkel de tuberculine gebruiken
geleverd door het Nationaal Insti
tuut voor Diergeneeskundig onder
zoek.
De tuberculine wordt hem koste
loos afgeleverd onder verplichting
het gebruik ervan te rechtvaardi-
gen.
Art. 4. De dag zelf geeft hij de
diergeneeskundige inspecteur ken
nis van de verrichte tuberculina-
ties.
Art. 5. - Hij controleert de reactie
na ongeveer 72 uren.
Art. 6.— Hij beveelt de afzonde
ring en onderwerpt aan een volle
dig clinisch onderzoek de dieren
die positief hebben gereageerd.
Art 7. - Bij gelegenheid van de
tuberculinatie maakt hij de inven
taris van het rundveebeslag van
het bedrijf en voor ieder runddier
stelt hij een individuele identifica
tiekaart op.
Het model van deze bescheiden
wordt door onze Minister van
Landbouw vastgesteld.
Deze bescheiden vermelden naam
en adres van de veehouder es,
voor ieder dier de naam, het ge
slacht, de geboortedatum, de huids
kleur en de bijzonderheden, de da
tum van de tuberculinatie, de posi
tieve of negatieve uitslag ervan en,
desgevallend, de uitslag van het
clinisch onderzoek.
Hij overhandigt op staande voet
deze bescheiden, behoorlijk inge
vuld, gedagtekend en door hem on
dertekend, aan de veehouder en
stuurt, dezelfde dag, een dubbel
van de inventaris aan de dierge
neeskundige inspecteur.
Aan de burgemeester der ge
meente van de bedrijfszetel geeft
hij zonder verwijl kennis van de
naam van de veehouder en van
het aantal getuberculineerde die
ren.
De bij onderhavig artikel bedoel
de bescheiden moeten, op verzoek
van de politieoverheden, van de
diergeneeskundige inspecteur of
van zijn plaatsvervanger vertoond
en afgegeven worden. Het docu
ment inventaris van het rundvee-
beslag van het bedrijf moet door
de veehouder gedurende ten min
ste één jaar bewaard worden.
Art. 8.Vóór 31 maart 1938 geeft
de burgemeester aan de dierge
neeskundige inspecteur kennis van
de namen en adressen van de vee
houders van zijn gemeente die niet
aangesloten zijn bij een erkende
vereniging van rundertuberculose-
bestrijding, die de tuberculinatie
niet lieten uitvoeren, overeenkom
stig artikel 1
In gemeen overleg met de dier
geneeskundige inspecteur, belast
bij een erkende doctor in de dier
geneeskunde, ambtshalve, tot de
tuberculinatie en de aanvullende
bewerkingen over te gaan. De kos
ten worden overeenkomstig de wet
van 29 april 18 i9 ingevorderd zoals
inzake indirecte gemeentebelastin
gen.
Art. 9. - De bepalingen van het
Koninklijk Besluit van 20 juni 1955
betreffende het afmaken op bevel
vandoor clinischetuberculose aan
getaste runderen zijn van toepas
sing wanneer clinische tuberculose
door de doctor in de diergenees
kunde v stgesteld wordt naar aan
leiding van de tuberculinaties en
de onderzoekingen die hij, bij toe
passing van de bepalingen van dit
besluit, moet verrichten.
Art. 10.-Hij die runderen houdt
die aangetast zijn door tuberculose
mag de eigendom of het bezit er
van, met het oog op de kweek, de
melkwinning of de vetmesting, niet
overmaken aan een ander persoon.
Ieder runddier, nieuw in een be
drijf binnengebracht, en gehouden
gedurende meer dan acht dagen
wordt beschouwd als bestemd zijn
de voor de kweek, de melkwinning
of de vetmesting.
Voor de toepassing van de be
paling van lid 1, wordt het dier be
schouwd als aangetast door tuber
culose op de datum van de over
dracht, wanneer de reactie op de
tuberculine zich voordoet of wan
neer de clinische tekens van de tu
berculose verschijnen ten laatste
de vijftiende dag volgend op deze
datum.
Ieder veehouder aangesloten of
niet bij een erkende vereniging
voor rundertuberculosebestrijding
en die eigenaar of houder wordt
van een runddier met het oog op
de kweek, de melkwinning of de
vetmesting, is verplicht binnen 48
uren na de overdracht, een door
hem gekozen erkend doctor in de
diergeneeskunde te verzoeken het
te tuberculineren. Deze moet de
tuberculinatie doen binnen 8 dagen
van de overdracht.
Zo de reactie positief is, moet hij
het dier teruggeven aan de verko
per of overmaker en deze is ver
plicht het terug te nemen.
Art. 11.— Eenieder die de eigen
dom of het bezit van een rund van
meer dan zes maand oud over
draagt, moet, op het ogenblik van
de overdracht aan de verkrijger
overhandigen
hetzij de individuele identifica
tiekaart van het dier voorzien bij
artikel 10 van het Koninklijk Besluit
van 1 juni 1951 houdende regeling
van de bestrijding van de runder
tuberculose
hetzij de individuele identifica
tiekaart voorzien bij artikel 7 van
onderhavig besluit
hetzij een getuigschrift waarop
een schets van het dier voorkomt,
afgegeven door een erkend doctor
in de diergeneeskunde, waarbij
bevestigd wordt dat hetdier sedert
min dan 15 dagen een intradermo-
tuberculinatie heeft ondergaan en
waarbij de uitslag ervan wordt
vermeld.
Art. 12. - Het is aan de verant
woordelijke uitbaters van ontro-
mingscentra, verboden melk aan te
nemen herkomstig van bedrijven
waarvan het vee niet volledig vrij
is van de tuberculose.
Art. 13. De toegang tot de open
bare drinkplaatsen, gemeenschap
pelijke weiden en vrijgeweiden, is
verboden aan het vee van de be
drijven die niet vrij zijn van tuber
culose.
Art. 14.- Vee van bedrijven die
niet vrij zijn van tuberculose mag
niet op de weide gezet worden in
dien deze gelegen is naast een
weide van een ander, tenzij een
doeltreffende afsluiting, aange
bracht door de houder van het be
smet vee, op ten minste twee me
ter van de scheidingslijn, alle mo
gelijkheid van aanraking verhin
dert met het vee dat graast of te
grazen kan gezet worden op de na
burige weide.
Art 15 - Overtreding van het be
paalde in de artikelen 1, 7, 10, 11,
12, 13 en 14 van dit besluit wordt
gestraft met de straffen voorzien
bij de artikelen 4, 6 en 7 van de wet
van 30 december 1882 op de dier
geneeskundige politie der huisdie
ren en de schadelijke insecten.
Met dezelfde straffen worden ge
straft de personen die weigeren o
verzuimen zich te schikken naar
het bevel tot afmaken dat hun ge
geven werd in uitvoering van dit
besluit. Worden insgelijks met de
ze straffen gestraft, de veehande
laars en de vleeshouwers aan wie
runderen, aangetast door tubercu
lose, overgemaakt worden met het
oog op de afmaking en die weige
ren of verzuimen ze af te slachten
of te doen afslachten ten laatste
binnen acht dagen na de overma
king.
Art. 16.-Voor de toepassing van
onderhavig besluit wordt be
schouwd als niet vrij, aangetast of
besmet van tuberculose, het gehe
le rundveebeslag dat gehouden is
door een veehouder die niet voor
legt
hetzij het officieel getuigschrift
waaruit blijkt dat zijn vee tubercu-
losevrij is, afgeleverd overeenkom
stig de artikelen 38 tot 44 van het
Koninklijk Besluit van 1 juni 1951,
houdende regeling van de bestrij
ding van de rundertuberculose
hetzij individuele identificatie
kaarten of attesten opgesteld door
een erkend doctor in de dierge
neeskunde waaruit blijkt dat elk
runddier dat hij houdt, getubercu-
lineerd werd en dat de reactie ne
gatief was.
Art 17.-Worden opgeheven Ko
ninklijke Besluiten van 20 juni 1955,
4 december 1956 en 19 augustus
1957, houdende bijzondere maatre
gelen tot bestrijding van rundertu
berculose in sommige gewesten
van het land.
Art. 18. - Dit besluit treedt in wer
king de dag van zijn bekendma
king in het Belgisch Staatsblad
Nochtans is artikel 14 slechts
vnnaf 1 januari 959 van toepas
sing in Oost-Vlaanderen, in de be
stuurlijke arrondissimenten Kort-
rijk, leper en Doornik, in het ge
deelte van het bestuurlijke arron
dissement Thuin gelegen ten zui
den van de gemeenten Thirimont
en Strée, in het bestuurlijk arron
dissement Verviers behalve de
kantons Malmédy, Sankt-Vith en
Stavelot en in het gedeelte van het
bestuurlijk arrondissement Luik ge
legen op de rechteroevers van de
Vesder, van de Ourthe stroomaf
waarts van haar samenvloeiing
met de Vesder en van de Maas
stroomafwaarts van haar samen
vloeiing met de Ourthe.
Art. 19. - Onze Minister van Land
bouw is belast met de uftvoering
van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 februari
1958.
Volgende mededelingen werden ons
toegestuurd door het Ministerie van
Landbouw
In het raam der getroffen schikkingen
bij het invoeren van de vergunningstaks
op de voedergranen en dit met het oog
op het steunen van de ui breiding der
teelten alsook om een beter evenwicht
te verzekeren onder de sector der plan
tenteelten en in zekere mate onder de
sectors planten en veeteelt komt de Mi
nister van Landbouw premies toe te
kennen, ten laste van het Landbouw
fonds op basis van de verklaringen af
gelegd ter gelegenheid van de telling
van 15 mei 1957.
1. aan de verbouwers van rogge, win-
tergerst, zomergerst spelt en masteluin.
een premie van 1.250 fr. per ha.
2. aan de verbouwers van haver en
gemengde voedergranen een premie
van 750 fr. per ha.
3. de verbouwers van brouwersgerst
zullen in de gelegenheid gesteld worden
te genieten van een kwaliteitspremie van
25 kg per 100 kg door maalderijen aan
genomen brouwgerst.
De uitvoeringsmodaliteiten van deze
laatste schikking zullen het voorwerp
uitmaken van een communiqué dat m de
eerstkomende dagen zal worden opge
steld.
Zoals verleden jaar zal de betaling
der premies per ha geschieden door tus
senkomst van het Centraal Bureau voor
Statistieken, van het Nationaal Instituut
voor Landbouwkrediet en van de Ge
meentebesturen.
Met het betalen der premies zal zeer
kortelings een aanvang worden geno
men.
Gedurende het dienstjaar 1957 heeft
België, niettegenstaande een bestendig
gevaar van besmetting langs de gren
zen, een zeer gunstige toestand op oog
punt van mond- en klauwzeer kunnen
behouden.
Sinds enige dagen worden gevallen
gemeld in verscheidene provincies van
het Binnenland.
Het ogenblik om de dieren in de wei
den te zetten is nakend.
Er wordt dan ook speciaal op aan
gedrongen bij de veehouders de ver
plaatsingen van hun dieren te beperken
en te laten overgaan tot de inenting te-
i en mond- en klauwzeer van hun rund-
dieren die sinds 10 maanden niet meer
ingeënt werden.