Likstenen BEL VA CHILISALPETER r ZOMERGERST W oudschoolmeester het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet De Gedenkschriften van de V E E[K W E K E R S Geeft aan uw vee de MINERALEN en SPORENELEMENTEN die zij dringend nodig hebben onder de vorm van met gewaarborgde inhoud van 46 Bicalciumfosfaat 7 Calciumcarbonaat 36 Natriumcloride (zout) Deze stenen zijn 'gemakkelijk te plaatsen in stallen en weiden en de dieren zullen naargelang hun benodigdheden de stenen komen likken. Zie een zeer uitgebreide beschrijving in De Koornbloem van 8 maart 1958. Alle andere inlichtingen kunnen verstrekt worden bii de invoerders de Handelsmaatschappij G. en V. Moreels N. V. te Gent, Koopvaardijlaan 180, of bij de vertegenwoordigers voor de streek de S. M. REDT U ZELVEN en hare verkopers. Om hoge opbrengsten te bekomen van dikke, gezonde, regel matige en smakelijke AARDAPPELEN gebruikt dan een bemesting die minstens 400 tot 500 kg CHLOORPOTAS of beter nog POTASSULFAAT en 300 kg FERTIPHOS per hectare bevat. Zo U een samengestelde meststof koopt, geef dan de voorkeur aan deze die rijk is aan POTAS. LANDBOUWERS Voor de financiële behoeften van uw uitbating, wendt U tot 56, Jozef II straat, BRUSSEL, Tel. 18.40.04 - Leningen op korte termijn, maximum 12 maanden, tegen 5,5 °/0 's jaars voor uw aankopen van mestvee, voeders, zaden, enz. - Mogelijkheid leningen te bekomen van 2 tot 10 jaar met de landbouwuitrusting en de oogsten als ENKELE WAARBORG. - Leningen van langere duur tegen hypotheek. Interessante rentevoeten Geringe kosten Geheimhouding verzekerd. Vraagt alle nuttige inlichtingen en raadgevingen aan onze aange nomen vertegenwoordiger in uw streek NATRIUM voor uw GRASLAND en uw BIETEN met Natriumnitraat 16 nitraatstikstof voor duiven en kiekens is in magazijn beschikbaar. LET OP Voeder gerst is goed voor te malen, terwijl zomer- gerst speciaal als ruwvoeder voor kiekens en duiven wordt voor behouden. 37 Toen heb ik helemaal niet anders meer gedacht, als dat ik zo midden in de sneeuw zou moeten omko men, en dat zij mij in het voorjaar" vinden en de nieuwe kerk in Win kel voorbij, naar Holdenschlag dragen zouden. Hier op het woudkerkhof zou ik willen liggen. Maar nog liever er op staan. Eerst na weken heb ik vernomen, dat ik niet bevroren ben, dat twee houthakkers mij denzelfden avond op sneeuwladders zijn tegengeko men, mij bewusteloos gevonden en naar het huis van de Winkelop zichter gebracht hebben. Toen ik daarna vele dagen lang zwaar ziek gelegen had, zouden ze zelfs eens de barbier van Holdenschlag bij mij geroepen hebben. En de bode, die den arts had gehaald, had, zoals hij mij later zelf vertelde, de opdracht, tegelijk ook met de doodgraver te spreken. De dood graver had gezegd As de man me dat nou maar niet aandoet, dat ie nou sterft, er is nou geen gat te krijgen in deze steenhard bevroren grond Het doet mij recht veel plezier, dat ik de goede man die moeite heb mogen besparen. Toen het ziektegevaar voorbij was, heeft mij eerst een heel hard nekkig ooglijden geplaagd, dat nog niet geheel verdwenen is. Ik moet nog langen tijd in de kamer blijven, wel zo lang, totdat buiten de dooi is ingetreden en de water vloed voorbij is. Ik gevoel mij heel niet eenzaam. Ik snij hout, ik wil me een cither bij mekaar lijmen of zo ietsom mij in de toonkunst te oefenen, totdat het orgel in de kerk klaar is. Er zijn dikwijls mensen, die zich op de bank bij mij neergezet heb ben en gevraagd, of ik weer goed gezond was. De Roet-Annamirl, die thans met de haren in het huis van de meesterknecht-houthakker in de Lauterkloof getrokken is en vol gens de nieuwe gemeente orde ning Anna Maria Rusz (roet) heet, heeft mij in de vorige week drie grote poffens gezonden. Ze zijn van de soort, die in grote getale voor een feest gebakken worden en waar een klein beetje roet aan gekomen is. Ze hebben de kleine met poffertjes gedoopt. Ook de weduwe van de zwarten Matthes is eens bij mij gekomen. In grote bezorgdheid heeft ze mij gevraagd, wat ze moest aanvan gen met haar jongen, de Lazarus; die heeft «de wilde woede». De wilde woede wil zeggen, als ie mand om de geringste aanleiding in toorn opstuift en alles bedreigt. Lazarus was zo; hij zou het in veel hoger graad hebben dan zijn va der het gehad hadzuster en moe der verkeerden in gevaar, als de knaap maar eerst sterker werd. Of er dan tegen zulk een ellende in 't geheel geen middel bestond? Wat kan ik de bedrukte vrouw raden? Een gestadige, geregelde bezig heid en een liefderijke, maar ern stige behandeling de knaap ten deel laten vallen, heb ik voorge slagen. Onder al de mensen der Winkel wouden heb ik met die vrouw het meest te doen. Haar man is na een rampzalig leven gewelddadig ver slagen en eerloos begraven. Haar kind wacht niet beter. En de vrouw eertijds aan betere dagen gewoon, is zo week van hart en zo zacht. Eergister komt een knaap bij me, die een vogelkooi meessleept. De jongen is zo klein, dat hij met zijn handje zelfs de deurklink niet be reiken kan en een poos bedeesd klopt, tot ik hem open doe. Hij staat nog in de deur, als hij begint: Ik ben de jongen van Marus Ja ger, en mijn vader stuurt mij hier heen vader stuurt mij hierheen... De bengel heeft de aanspraak van buiten geleerd en blijft steken en wordt rood en wil zich weer om keren. Met moeite krijg ik er uit, dat zijn vader mij zeggen laat, dat hij geheel genezen is en mij 't bests wenst, en dat hij heel spoedig bij mij komt om mij te bedanken, en dat hij mij zendt twee trotse kuif- mezen en hij zou mij, daar ik, zo als hij weet, nog niet naar buiten kan, het gehele voorjaar in de ka mer sturen. Wat vang ik met de beestjes aan Zij fladderen, als men hen nadert, wild in de kooi rond en stoten uit angst de kopjes aan de tralies stuk. Ik laat ze in de kooi van onze Lie veheer, in de Mei uitvliegen. En als eindelijk de tijd vervuld is, ben ik op een vroegen morgen zelf ook uitgegaan in de vrije Mei.-De huishaan kraait, de morgenster gluurt helderogig over de donke ren Woudberg. De morgenster is een goede gezel die straalt ge trouw, zolang het nog donker is, en treedt bescheiden op de achter grond, zodra de zon komt. Stillekens sluip ik de huisdeur uit, om de huisgenoten niet te wek ken, die weken lang niet zo heb ben uitgerust als ik; hun ligt de dag van gisteren nog op de oogle den, die de dag van heden al weer waakzaam verlangt. In het woud beeft en ruist reeds de verlossing uit diepe rust Wat is de eerste uitgang van een herstel de eigenaardig! Men denkt, dat de hele aardbodem met je schom melt—schommelt zijn wedergebo ren kind in de armen. O gij heilige Meimorgen, gebaad in dauw en welriekende geur, vol beving en klank van eeuwige godgedachten Hoe denk ik aan u en uw sprook jesachtige betovering, die in dat uur van uit des hemels klok en des wouds kronen is neergedaald in mijn ziel! En nochtans ondervond ik ter zelfder uur een zonderling wee.— Mij is geschonken de jeugd en ik leef ze niet. Wat is mijn doel? Wat beteken ik? Kort voor deze dagen ben ik van eeuwigheid af een niets geweest; kort na deze dagen zal ik een niets zijn in eeu wigheid. Wat zal ik doen? Waar om ben ik ontwaakt Wat moet ik? Opnieuw heb ik mijzelf beloofd, te arbeiden met al mijn kracht, en ook te bidden, dat zo moeilijke, zielverterende gedachten niet meer in mij mogen oprijzen. Bij het opgaan van de zon, sta ik nog aan de woudzoom. Beneden ruist het water van de Winkel en uit de schoorsteen van het huis stijgt een zilverkleurige sluierstreep omhoog en in de kerk in aanbouw kloppen de metselaars. Mijn huisvrouw heeft het aan stonds bespeurd, dat ik 's morgens niet in de kamer was, en heeft ge huiverd van mijn lichtzinnigheid. En als zij daarop verneemt, dat ik in de koelen vroegen morgen op de vochtigen mosgrond heb ge rust, vraagt zij mij heel ernstig, of ik het dan te slecht heb in haar huis, of dat ik anders iets op mijn hart heb, dat ik zo mijzelven naar 't leven stond; ja, en of ik niet weet, dat die, welke zich zo neer legt op de vochtigen voorjaars- grond, de doodgraver zijn maat geeft! (Wordt voortgezet) DE KOORNBLOEM 12 april 1958 (Offiiciële instelling) Mr A. DE COOMAN, Dorpstraat, 18, SERSKAMP. (Tel. Wetteren 79.03.35) houdt zitdag iedere zaterdag voormiddag in Café «De Koornbloem» Markt, Aalst, van 10 tot 11 i u. Inlichtingen Soc. Comm. des Nitrates du Chili, 23, Lange Clarenstraat, Antwerpen. MIIIBiaIIIBIi—IMIWHÜMBi—ÉJt—IPIIMI— Willi —III MIM— lil— iii—im— i ii—ism—

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 6