Weekblad Naar een wereldkonferen tie over het botervraagstuk. Ademhalingsziekten bij hennen. Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 19 APRIL 1958. Verschijnt iedere zaterdag 37ste JAARGANG Nr 1817 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Niet alleen in België, doch ook in meerdere landen van West Euro pa baart de afzet der boterproduk- tie zware zorgen. Deze zijn voor grootste deel te wijten aan het sterk toenemend verbruik van margari ne sedert de tweede wereldoorlog. Voor de boterproducerende landen leidt dat niet alleen tot de inkrim ping van de binnenlandse markt, doch tevens tot beperking van de uitvoermogelijkheden. Op de Britse markt, welke thans de belangrijk ste afzetmogelijkheden biedt voor boter, verdringen zich de pro Ju- centen met het gevolg dat de prij zen op een zeer laag en verliesla tend peil zijn gevallen. In het dag blad De Standaard van 8 april 1.1. werd een bijdrage gepubliceerd van de Zweedse correspondent van het blad dat gewijd is aan de crisistoestand waarin de Zweedse botervoortbrengst verkeert en mel ding wordt gemaakt van het voor nemen van Zweden een wereld- konferentie te beleggen over het botervraagstuk naar aanleiding van bepaalde moeilijkheden wel ke de afzet op de Britse markt be dreigen. Aanleiding tot het Zweeds kon- ferentievoorstel is het onlangs door Nieuw Zeeland Engeland's groot ste boterleverancier uitgebracht protest tegen zogenaamde dum pingsmethodes van Zweden op de Britse botermarkt. Nieuw Zeeland heeit daar tegen aan Engeland de eis gesteld een anti dumpingstaks in te voeren op de Zweedse boter. Vooralsnog blijkt men echter van Britse zijde weinig geneigd om de ze eis in te willigen. De Engelse mi nister van Handel Waughan Mor gan wees er in het Lagerhuis op, dat de invoer uit Nieuw Zeeland Denemarken en Australië tijdens het jaar 1957 meer dan 70 °/0 be reikte van het Britse boterverbruik, zodat de boterinvoer uit de ande re landen eerder als gering dient beschouwd. De boterinvoer uit Zweden en ook uit Finland, die voor de dum ping aansprakelijk werden gesteld, kon dus op zich zelf geen noemens waardig nadeel hebben berok kend. Het is echter begrijpelijk dat de scherpe concurrentie op de En gelse markt de grote boterprodu- centen prikkelbaar heeft gemaakt, zodat zij voorbarig tegen een lichte toeneming van de Zweedse leve ringen reageerden. In een memorandum aan het Britse Ministerie van Handel be toogde de Zweedse regering dat de Zweedse boterleveringen geens zins de ontwikkeling van de prij zen op de Britse markt hebben be ïnvloed. Uit een overzicht van de prijsno teringen der jongste twee jaren blijkt dat in januari 1957 een sterke daling der prijzen is ingetreden op een tijdstip dat Zweden geen boter leverde. In de daarop volgende maanden was het Zweedse aan deel in de boterinvoer zeer gering, terwijl de prijzen schommelden om opnieuw sterk te dalen in de herfst van vorig jaar. Voor het jaar 1957 bedroeg het Zweedse aandeel 3,9 °/0 van de to tale boterinvoer in Engeland, wat tegenover de vóóroorlogse periode slechts een toeneming vertegen woordigt van 0,7 Daarentegen levert Nieuw-Zeeland thans 40 °/0 tegenover 30 °/0 vóór de oorlog. De beschuldiging van de Nieuw Zee- landse en ook van de Britse voort brengers dat de Zweedse boter- prijzen lager zijn op de Britse dan op de Zweedse markt is evenmin gegrond, daar een gelijkaardig prijsverschil ook geldt bij de ande re buitenlandse voortbrengers. Bo vendien kan hetzelfde verschijnsel worden genoteerd bij de meeste landbouwprodukten die in Enge land worden ingevoerd. In het land van oorsprong zijn ze over het algemeen duurder. De benarde toestand van het Zweeds zuivelbedrijf. De Zweedse Minister van Land bouw Gösta Netsen verklaarde on langs in een rede dat de landbouw thans aan overproduktie doet wat betreft zuivelprodukten en spek, terwijl rundvlees nog steeds moet worden ingevoerd. De huidige ex portprijzen in aanmerking nemend, betekent een overschot van 35.000 ton boter een verlies van ruim 1,1 miljard Belg. fr. per jaar. Dit overschot, zo zei de Minister, vertegenwoordigt de melkvoort- brengst van 250.000 koeien of on geveer 18 van de totale melk- veestapel. Per koe bedraagt het verlies 4.000 fr. per jaar. Daar ook de Staat aan de zuivelproduktie geld toesteekt, is de verliespost in feite nog aanzienlijker en het zou dus een grote besparing betekenen moest Zweden zijn aantal koeien verminderen. Dat de boter er zo slecht voor staat, is te wijten aan de enorme vooruitgang gemaakt door de mar garine, terwijl de uitvoermarkt voor boter voortdurend enger is gewor den. Juist vóór de tweede wereldoor log bedroeg het gemiddeld jaar- (Zie vervolg onderaan hierneven) II. In de inleiding tot onze artikelen reeks over de ademhalingsziekten bij hennen, waarschuwden wij te gen de verwarring die er heerst nopens het herkennen van de ver schillende aandoeningen die zich kunnen voordoen en tegen de ver keerde behandelingen die wel eens een gevolg zijn van een foutieve diagnose. Wij hebben ook de nadruk ge legd op het belang de ziekten te voorkomen. Een dezer middelen ter voorkoming is de enting (niet bij alle ziekten mogelijk). Wat de inentingen tegen adem halingsziekten betreft, deze zullen wij, daar ze van ziekte verschillen, bespreken waar het te pas komt. Ten slotte spelen in het ontstaan van de ademhalingsziekten ook uiterlijke omstandigheden een rol. Wij hebben reeds vermeld dat plotse afkoelingen zeer gevaarlijk zijn. Deze te voorkomen zal dus lijks verbruik aan voedingsvetten in Zweden per hoofd der bevol king 20,6 kg waarvan 11,2 kg boter en 9,4 kg margarine. In 1957 was het jaarlijks verbruik aan voedings vetten gestegen tot 25,1 kg per per soon; doch boter was gedaald tot 8,2 kgterwijl het margarinever- bruik steeg tot 16,9 ka. De jaarlijk se boterbehoefte der binnenlandse markt is thans ongeveer 60 000 ton, terwijl zij tien jaar geleden nog 100.000 ton bereikte. Een gelijkaardige evolutie werd vastgesteld in de andere landen van West Europa zodat de land bouwekonomen zich ongerust ma ken over de afzet van de boterpro- duktie. Derhalve heeft de land- bouwkommissie van de Europese Organisatie voor Ekonomische Sa menwerking het boterprobleem op haar werkprogramma genomen. Van Zweedse zijde heeft men er echter terecht op gewezen, dat de boterkrisis niet kan worden opge lost door één land afzonderlijk, noch door een groep landen die samen maar een klein deel van de wereldproduktie voortbrengen. Om tot'een oplossing te komen dienen gemeenschappelijke maatregelen getroffen door alle landen die in grote mate bij het probleem be trokken zijn. Wat de Britse markt betreft, deze raakt verscheidene uitvoerlanden die geen lid zijn van de E.O.E.S. Dienvolgens acht Zwe den het zeer wenselijk zodra moge lijk tussen de betrokken partijen een konferentie te beleggen. Het Britse antwoord mag vermoedelijk vóór het einde van april worden verwacht. van 't grootste belang zijn. Verder dient gezorgd de besmettingskan sen ver van het bedrijf te houden. Enkele voorzorgen die men in acht dient te nemen. - Zorgen voor ruime, luchtige hokken, met een dakisolatie, waar koude en warmte weinig vat op hebben. Overbevolking is steeds verkeerd. - Opletten bij het buiten laten van de hennen dat het tempera tuursverschil in en buiten het hok niet te groot is. Het is geen toeval dat juist in voor- en najaar de meeste ademhalingsziekten ont staan. - Men harde de dieren van jongsaf en fokke ze niet te warm. Poeljen in zomerhokjes grootge bracht zijn doorgaans sterker te gen ademhalingsziekten. - Zorgen voor droge bodem en hoge luchtvochtigheid vermijden (dus zorgen voor een goede ver luchting, waardoor de vochtigheid wordt afgevoerd). - Voorzichtig zijn als in de om geving ziektehaarden gesignaleerd zijn. De ziektekiemen verspreiden zich verbazend gemakkelijk door ledige zakken, materiaal, schoe nen, klederen, mest, enz. Niemand het hok laten betreden die er niet thuishoort. - Nooit gezonde dieren samen brengen met deze die pas een ziek te hebben doorgemaakt. Deze laat ste kunnen immers nog smetstof dragers zijn waardoor de gezonde gemakkelijk kunnen aangestoken worden. - Waar mestkuikens worden gehouden, denke men aan 't ge vaar dat ze bieden voor de leghen nen, ingeval zij ademhalingsziek ten hebben. - Ten slotte raden wij geduren de de gevaarlijke seizoenen aan de hennen bestendig te controle ren op de ademgeluiden. Doet men dit als ze reeds slapen op de stok ken, dan hoort men wat men over dag niet hoort en heeft men kans reeds van de eerste verschijnselen te kunnen ingrijpen. Een ernstige waarschuwing. Vóór wij de afzonderlijke ziekten behandelen willen wij de kwekers op 't hart drukken, niet te veel op eigen ondervinding te betrouwen. Dagelijks zien wij enorme schade doordat men zich bij het bepalen van de ziekte heeft vergist, waar door een verkeerde behandeling ingesteld werd. Kostbare tijd gaat op die wijze verloren en pas als de (Zie vervolg 2? bladz. 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt li Zelvcn Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 1