Ademhalingsziekten bij hennen.
De ontwikkeling van de landbouw en de
landbouwbevolking in Belgisch-Kongo.
Weekblad
Arbeid adelt
Voor en door de Landbouwers
Besmettelijke Laryngo - Tracheitis.
v.
AALST 10 MEI 1958.
Verschijnt iedere zaterdag
37ste JAARGANG Nr 1820
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Deze ziekte, die gekenmerkt is
door een ontsteking van het strot
tenhoofd en de luchtpijp, werd het
eerst waargenomen in Amerika
omstreeks 1925. Naderhand heeft
ze zich verspreid over de andere
werelddelen.
Alleen hennen en fazanten zou
den door deze ziekte aangetast
worden. In alle geval besmetting,
ook niet langs kunstmatige weg, is
tot nu toe nog niet gelukt. Zoals
gewoonlijk lijden de jonge dieren
zwaarder onder de aantasting dan
de oudere.
Ziekteverwekker.
Deze is een ultra-virus, die op
kuikenembryo kan gekweekt wor
den. De besmetting komt het meest
voor in het najaar, iets wat nor
maal is, daar dit jaargetijde de tijd
der ademhalingsziekten is. De
smetstof wordt vooral aangetroffen
in het slijm van strottenhoofd en
luchtpijp. Minder in het bloed en
de andere organen.
Intensieve kweek, al dan niet
gepaard met overbevolking, slech
te verluchting, ongunstig weder
met opvallend wisselende tempe
raturen, gebrekkige voeding, aan
koop van vreemde dieren, ver
waarlozen van hygiënische maat
regelen, enz., vermeerderen de
kansen op het uitbreken van de
ziekte.
Besmetting van dier tot dier kan
plaatshebben door besme te lucht,
drinkwater, voeder, terwijl de ver
zorger langs klederen, schoeisel,
voederverpakking, enz., de ver
spreiding in de hand kan werken.
De smetstof is zeer goed bestand
tegen indrogen, maar wordt ge
dood bij temperaturen van 55 75°
C. en ook door rechtstreekse zon
bestraling. Oplossingen van phe
nol, kreoline evenals 1 natron
loog doden de ziekteverwekker.
Ziekteverschijnselen.
De inkubatie (d.i. de tijd die ver
loopt tussen de besmetting en het
optreden van de verschijnselen)
wordt door de onderzoekers nogal
uiteenlopend aangegeven. Sommi
gen spreken van 6-12 dagen, ande
ren van 3-8 dagen terwijl nog an
dere voorzichtigheidshalve de in-
kubatietijd op 2 20 dagen schatten.
Deze laatste schijnen het zekere
voor het onzekere te nemen en in
de praktijk doet men er goed aan
hetzelfde te doen. Dit komt er in
alle geval op neer dat in bepaalde
gevallen wel eens een snelle uit
breiding plaats heeft, terwijl in an
dere gevallen de zaak trager ver-
lopen kan.
De normaal voorkomende ver
schijnselen zijn blauwe kam, wa
terige ogen, niezen, hoesten,
schudden van de kop (niet ver
warren met het kopschudden bij
rassen die dit eigen hebben), soms
uithoesten van bloedig slijm Bij
elke inademing worden kop en
nek gestrekt en de bek wijd ge
opend, terwijl een schril gefluit
wordt gehoord (afkomstig van ver
nauwde luchtdoorgang).
De ziekteduur kan nog al schom
melen, nl. van 3 tot 39 dagen, met
een gemiddelde van 7 tot, 15 da
gen. De sterfgevallen zijn eveneens
uiteenlopend. De uiterste grenzen,
die vermeld worden zijn 2 en 70 °/0,
met een gemiddelde van 11 Zel
den ontsnappen dieren uit het aan
getaste hok aan de besmetting.
Eens genezen, kunnen de dieren
tot 1 jaar en zelfs soms nog lar ger
smetstofdrager zijn, d.w.z. dat ze,
zelf genezen zijnde, toch nog ge
zonde hennen kunnen besmetten.
Vandaar de noodzakelijkheid de
dieren zoveel mogelijk gescheiden
te houden en zeker geen gezonde
en vooral jonge dieren, in aanra
king te brengen met deze die de
ziekte hebben doorgemaakt.
De leg gaat doorgaans snel ach
teruit om ten slotte volledig op te
houden. Het economisch belang
van deze ziekte is daarmee vol
doende duidelijk.
Letsels.
Het onderzoek van gestorven
dieren wijst in het strottenhoofd en
de luchtpijp cedemateuze, bloedi
ge ontsteking aan. Ingeval de ziek
te lang heeft geduurd zal men daar
ook een geel, kazig exsudaat aan
treffen, dat gemakkelijk verward
wordt met de gelijkaardige veran
dering bij diphterie. De luchtpijp
takken en de longen vertonen zel
den letsels. De ziekte zou zich dus
hoofdzakelijk bepalen tot het strot
tenhoofd en de luchtpijp.
Behandeling.
De vroeger besproken hygiëni
sche maatregelen gelden vanzelf
sprekend ook voor deze ziekte.
Waar de ziekte regelmatig voor
komt kan men inenten. De ent
stof wordt bereid uit het luchtpijp-
slijm na passage over bebroede
eieren. Als principe geldt hier dat
de inenting zodanig moet uitge
voerd worden dat de entstof niet in
de luchtwegen van de geënte die
ren mag terechtkomen, zoniet is er
gevaar voor een akuut uitbreken
van de ziekte.
Vervolg 2' bladz. onderaan 1' kolom.
In de jonge landen is het van
overwegend belang een even
wichtige bouwboek te verzekeren
van de landbouw en nijverheids-
voortbrengst om ernstige stoornis
sen te vermijden in de economische
toestand en ontwikkeling.
Deze regel geldt ook op demo
grafisch en sociaal gebied. De
landbouwbevolking is immers de
levensbron tot regelmatige her
nieuwing der arbeidskrachten voor
de nijverheid; zij is tevens een
doorslaggevend element van orde,
spaarzaamheid en vooruitzicht in
de samenleving.
Landen die de landbouw hebben
verwaarloosd voor een te snelle in
dustrialisatie hebben daarvan de
noodlottige gevolgen ondergaan
tot groot nadeel der algemene wel
vaart. Men denke maar om het bij
één voorbeeld te laten aan Argen
tinië dat, volgens verklaringen van
zijn onlangs in functie getreden
nieuwepresidentFrondisi.de eko
nomische en financiële ineenstor
ting nabij is hoofdzakelijk ten ge
volge van de onberedeneerde po
litiek van overindustrialisatie wel
ke de ontzette president Peron ge
durende jaren heeft gevoerd, met
verwaarlozing van de landbouw
welke nochtans in werkelijkheid
de eerste bron van welvaart was
van het land.
In onze kolonie blijken de over
heden oog te hebben voor de im
peratieven dezer evenwichtige
evolutie tussen landbouw en nij
verheid. Aldus werden sedert lang
maatregelen getroffen om een
overdreven aanwerving van in
landse arbeiders voor de industrie
en de openbare werken te beper
ken op het platteland. Ook spant
de overheid zich terdege in om de
inlandse landbouw te ontwikkelen
en tot bloei te brengen door toe
passing van doelmatige produc
tiemiddelen.
In het verslag der kamercom
missie voor de koloniën over de
gewone begroting van Belgisch
Kongo en van Ruanda-Urundi
voor 1958 vinden wij enkele inte
ressante gegevens betreffende de
evolutie van de inlandse landbouw
in onze kolonie. Onze lezers zullen
hiervan ongetwijfeld met belang
stelling kennis nemen. Wij vatten
ze samen te hunner voorlichting.
I Aandeel van de landbouw
in het inlands inkomen.
De verbetering van de levens
standaard in de landbouw is hoofd
zakelijk het gevolg van de gelei
delijke opvoering van de voort-
brengst. De voornaamste werk
zaamheden der inlandse bevol
king hebben betrekking op de
landbouw. Enkel een gedeelte der
landbouwprodukten wordt niet ter
plaatse verbruikt en in de handel
gebracht. Volgende tabel geeft
een beeld van de evolutie inzake
de samenstelling van het inkomen
der inlandse bevolking.
jaren
195C
1951
1952
1953
1954
1955
1956
Samenstelling van het inlands inkomen.
(in miljoenen frank)
Lonen Inkomen uit de ondernemingen
Verhandeld Niet verhandeld
Totalen
5.180
7.480
8.830
10.130
10.96J
11.890
13.150
,600
.640
.820
770
950
,560
.080
4.710
5.610
6.880
7.350
7.400
7.630
7.310
13.490
17.730
20.530
22.250
23.310
25.080
26.540
II) De economische
ontwikkeling van de
landbouw.
Trots het belang van het mijnbe
drijf en van de snel uitbreidende
nijverheden in Belgisch Kongo en
Ruanda-Urundi, behoudt de land
bouw toch de eerste plaats op het
menselijk vlak en wedijvert met de
mijnen en de fabrieken op het eco
nomisch plan. Op 1 januari 1957
telde de bevolking van Belgisch
Kongo 12.843.574 personen, waar
van 9 906.466, dit is 77 in het ge
woonterechtelijke midden (het
platteland) leven en hun bestaan
vinden in de landbouw en de vee
teelt.
In Ruanda-Urundi telt de ge
woonterechtelijke bevolking (plat
telandsbevolking) 4.415.595 zielen,
dit is 98,5 °/0 van de totale bevol
king.
De boer in Belgisch-Kongo zorgt
niet alleen voor zijn eigen levens
onderhoud, maar ook voor dit van
ongeveer 3 miljoen uit stamverband
getreden Kongolezen.
Naast deze verzorging van de
binnenlandse behoeften, produ
ceert de landbouwbevolking zelf
of heeft een aandeel in de voort-
brengst van voor de uitvoer ge-
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. jaar»
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.
tfcSTUUfl
(Zie vervolg 2de bladzijde le kolom.)