Dc landbouwconferentie tc Stresa. IHP m 111 DE KOORNBLOEM 30 oogst 1958 (Vervolg van le bladzijde) stijgen en dus ook deze van de melk, het vlees en de eieren. Hij gaf echter de verzekering dat al het geld dat geheven werd bij de invoer van voedergranen in tegraal wordt gestort in het Land bouwfonds en dat het integraal zal aangewend worden om de betrok ken veekwekers schadeloos te stel len voor de duurder geworden gra nen die ze zullen moeten verwer ken of aankopen. Dit schadeloos stellen zal gebeuren door het toe kennen van premies, waarvoor al leen de kleine en middelgrote be drijven zullen in aanmerking ko men, terwijl de grote bedrijven hier zullen uitgesloten worden. De Minister beloofde binnen kor te tijd de geplande maatregelen dienaangaande bekend te maken. Wij betwijfelen niet dat de Minis ter het met de boeren goed voor heeft en dat hij in alle ernst zoekt naar een oplossing om de huidige moeilijkheden in de landbouw van de baan te helpen. Wij vragen dan ook niet beter dan dat wij de Mi nister van Landbouw ons volle vertrouwen zouden mogen geven. Maar, wij bekennen het eerlijk, wij zijn bang. Bang dat men met veel ijver aan de zaak begint, maar dat die ijver zal verflauwen eens dat de gevolgen van de genomen maatregelen zich zullen gaan openbaren. En daar zit hem juist het grote gevaar een plan kan nog zo netjes in elkaar steken, toch doet zich een of andere dag een aspect voor, dat niet voorzien was en juist dan moet voldoende snel worden ingegrepen om het onvoorziene kwaad te voorkomen. Om praktisch te spreken men gaat de grote bedrijven uitschake len voor wat het toekennen van premies betreft en men zal deze al leen verlenen aan de kleine en middelgrote bedrijven. Waar en hoe gaat men de scheidingslijn trekken Het geld dat door de vergun ningstaksen in het Landbouwfonds wordt gestort gaat integraal wor den aangewend om de gevolgen van die taksen te niet te doen. Zul len die gelden inderdaad daar vol ledig voor worden gebruikt Zul len geen andere dringende uitga ven beroep doen op het Landbouw fonds, zodat de betrokken land bouwers en kwekers, die hoopten gesmeerd te worden met hun ei gen vet, het zonder dit vet zullen moeten stellen Bestaat er geen ge vaar dat dit Landbouwfonds ook aan andere behoeften zal moeten voldoen Het wezen zelf van het Landbouwfonds eist er een heel wat breder terrein voor op. Zal men dan goed uit elkaar kunnen houden wat de veekwekers toe komt en wat niet Er is ook nog de kwestie van de gespecialiseerde kwekers, die zelf geen graan verbouwen, maar prac- tisch alle nodige voeder moeten aankopen. Wij bedoelen hier de pluimveehouders. Op welke wijze gaat men die schadeloos stellen voor de duurdere aankoop van voe ders Gaat men premies geven per ei Wat moeten dan de kwekers zeggen die door een zwaie be smettelijke ziekte ettelijke weken zonder eieren zitten, maar toch voeder moeten kopen om hun die ren in leven te houden Gaat men de premies op de voe dergranen uitbetalen per aange- geven oppervlakte uitgezaaide granen Wat moet een kleine land bouwer zeggen die hoofdzakelijk zijn kost verdient door de intensie- Zie vervolg onderaan hier neven.) Wij lezen in «De Nieuwe Veldbode» van 25 juli 1958. Het standpunt der zes landen Wij laten hier het belangrijkste volgen uit de redevoeringen der zes mi nisters van landbouw, waarbij wij beginnen met die van de twee landen, voorstanders zijn van een protectionistische landbouwpolitiek. (3de bijdrage en slot) De slotresolutie In de op 11 juli aangenomen slot resolutie staat, dat een gemeen schappelijk landbouwbeleid nieu we vooruitzichten opent op rege ling van de bestaande vraagstuk ken. De Conferentie brengt een reeks omstandigheden in herinne ring, die op de huidige toestgnd van de landbouw een stempel drukken. Dit zijn: de stijging van de landbouwpro- duktie, die de laatste jaren sterker is geweest dan de toeneming van het verbruik de vermindering van de actieve landbouwbevolking de ondanks toeneming van de produktiviteit optredende relatie ve daling van het landbouwinko men het feit dat de maatregelen om het landbouwinkomen te verhogen dikwijls hebben geleid tot produk- tiestijging, waardoor de bestaande moeilijkheden op de markten nog worden vergroot; en de verschillen tussen de Lid sta ten, zowel wat betreft de structuur, als het landbouwbeleid en de marktorganisatie. De Conferentie vestigt de aan dacht op het belang dat in de landbouwsector dient te worden gehecht aan met de Gemeenschap geassocieerde landen en gebieden overzee. Bovendien wordt gewe zen op de betekenis van het han delsverkeer met derde landen. Tien conclusies Aan het eind van haar werk zaamheden stelt de Conferentie dan vast, dat er algemene over eenstemming bestaat ten aanzien ve veeteelt, waar dus weinig eigen graan verbouwd wordt en veel vreemd graan moet aangekocht worden Gaat men premies betalen per dier Hoe zal dat kunnen geregeld worden waar de veestapel (vooral bij varkens en hennen) toch voort durend kan veranderen Wij bekennen het rechtuit: wij zien niet goed in hoe men al die moeilijkheden tot een goed einde kan brengen. Het plan van de mi nister van landbouw is niet zo gek. Het getuigt van durf en bewijst dat men verder begint te zien dan de dag van morgen. Maar wij zijn bang dat men de nodige handig heid zal missen en de nodige soe pelheid om in de kortst mogelijke tijd de nadelen van de geplande maatregelen voor de belangheb benden te neutraliseren. Wij zijn bang dat heel het zaakje zou dur ven belanden in het straatje van de logge administratie; een straat je zonder eind. Het is niet de eer ste keer dat men daar de feiten met ettelijke maanden achterna sukkelt. Laten wij hopen dat het goed uitvalt, Onze boerenstand krijgt het benauwd genoeg. En tot baron De Vleeschouwer zeggen wij vrij uit: als ge dat tot een goed einde krijgt verdient ge ons aller respect. Maar laten wij nu eerst afwach ten wat de komende dagen ons zul len brengen. van onderstaande denkbeelden 1. De landbouw dient als een integrerend deel van de economie en als een wezenlijke factor van het maatschappelijk leven te wor den beschouwd. 2. Het Verdrag dient uiteraard tot een geleidelijke uitbreiding van het handelsverkeer binnen de Ge meenschap te leiden. Tegelijker tijd moet rekening worden gehou den met de noodzaak betrekkin gen met derde landen te onder houden en de mogelijkheid te handhaven, zich tegen oneerlijke concurrentie van buitenaf te be schermen. 3. Er moet een nauw verband worden gelegd tussen onderlinge structuuraan passing en marktbeleid. De ondeilinge structuuraanpassing dient bij te dragen tot het dichter bij elkaar brengen van de kostprijzen en een rationele oriëntatie van de produk- tie. Het marktbeleid dient op zoda nige wijze te worden gevoerd dat de verhoging van de produktivi teit wordt bevorderd. 4. Er moet naar evenwicht tussen pro- duktie en afzetmogelijkheden worden gestreefd, waarbij rekening moet worden gehouden met mogelijke in- en uitvoer en met een speciali satie, die met de binnen de Ge meenschap bestaande economi sche structuur en de natuurlijke omstandigheden in overeenstem ming is. 5. De aldus ondernomen poging tot verhoging van de pxoduktiviteit moet ruimte laten aan een prijsbeleid, waarbij zowel overp'oduktie wordt vermeden a's de mogelijkheid wordt geschapen concurrend te blijven of te worden. Te gelijkertijd zal hulpverlening aan in ongunstige omstandigheden verkerende gebieden de noodzakelijke omscha keling mogelijk maken. 6. Afschaffing van subsidies, die met de geest van het Verdrag in strijd zijn, is van essentieel belang. 7. Bij het tot stand brengen van een gemeenschappelijk landbouw beleid moet rekening worden ge houden met ontwikkeling van pro- duktie en vraag in de geassocieer de landen en gebieden. 8. De verbetering van de landbouw structuur moet het mogelijk maken om kapitaal en arbeid in de landbouw te be lonen op een manier die vergelijkbaar is met de beloning in de andere sectoren 9. Gezien de betekenis van het ge zinsbedrijf in de Europese landbouw en de eenparige wens tot behoud van dit gezinskarakter dient alles in het werk te worden gesteld om het peil en het concurrentievermogen van de gezinsbedrijven te doen toenemen. 10. Door herscholing van arbeids krachten in de landbouw en ver dere industrialisatie van plattlands gebieden zou gelegenheid worden geschapen tot geleidelijke oplos sing van het vraagstuk der margi nale bedrijven, die niet economisch rendabel kunnen worden gemaakt. Taak voor de Commissie De Conferentie vestigt de aan dacht van de Commissie van de Europese Economische Gemeen schap op de noodzaak verder te gaan met haar voorbereidend werk, zoals: 1. het opstellen van een over zicht van de middelen en behoef- j ten aan de hand van statistische gegevens, die in de zes landen vol gens dezelfde methode zijn uitge werkt, met gelijke nomenclatuur; bij het gebruik van deze statistie ken moet worden gelet op de ont wikkeling die eruit valt af te lezen; 2. bestudering van de ontwikke ling van de vraag 3. bestudering der oorzaken van de relatieve verslechtering van het inkomen in de landbouw 4. het opstellen van een over zicht, met kritische vergelijking, van de vraagstukken betreffende de ontwikkeling en de verbetering der structuur van de Lid staten; 5. het plegen van overleg met de Instellingen van de Gemeen schap, voordat belangrijke maat regelen tot onderlinge aanpassing van de landbouwstructuur ten uit voer worden gelegd; 6. het instellen van een onder zoek naar de kapitaalbehoeften voor verbetering van de land bouwstructuur tijdens de ovei- gangsperiode 7. bestudering van de invloed van de nationale marktorganisa ties op de produktie en de specia lisatie 8. het opstellen van een over zicht van de maatregelen en fac toren, die van doorslaggevende in vloed zijn op de concurrentievoor waarden in de landbouw binnen de Gemeenschap; 9. het opstellen van een over zicht van de handelsbetrekkingen en handelsakkoorden tussen de Lidstaten. In haar slotrede vestigt de Con ferentie de aandacht van de Com missie op de urgentie van de voor stellen, die moeten worden ge daan voor een gemeenschappelijke or dening van de markten (art. 40, lid 2, van het Verdrag) Bovendien op het belang van de volgende vraag stukken 1. het geleidelijk nader tot el kaar brengen van de prijzen van grondstoffen, met name voeder- granen 2. beschikbaarstelling van kapi taal aan de landbouw op voor waarden die overeenstemmen met de bijzondere behoeften van de landbouwsector 3. onderlinge aanpassing van de wetgeving op sociaal, commer cieel en economisch gebied. De Conferentie neemt, aldus de slotresolutie, met voldoening nota van het door de Commissie tot ui ting gebrachte voornemen om nauw en voortdurend samen te werken met de Regeringen en de beroepsorganisaties, met name met het oog op de uitvoering van de in deze resolutie voorziene ta ken. Stresa een succes Bij de sluiting werden toespra ken gehouden door de Italiaanse minister Ferrari, de voorzitter van de conferentie dr. Mansholt en de voorzitter van de Europese Com missie prof. Hallstein. Deze getuig den allen van het succes van de conferentie, dat de verwachtingen verre had overtroffen De confe rentie heeft veel meer opgeleverd dan een tegenover elkaar stellen der verschillende standpunten. Dit nu valt te meer te waarderen, waar in meerdere landen de land bouwpolitieke discussies op een wijze waren vastgelopen, dat voor een onontwarbare knoop was te vrezen. Wat in Stresa gebeurde, mag een wonder worden ge noemd, daar het over de gehele linie gtluit is de werkzaamheden op het gemeenschappelijke doel van een versterking van de landbouw gericht te houden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 2