De keuze van Wintergranen.
DE KOORNBLOEM 30 oogst 1958
Wij zitten nog volop in de mise
rie van de huidige oogst en toch
moeten wij reeds gaan beslissen
wat wij tegen de volgende oogst
gaan zaaien. Tussen de uiteenlo
pende rassen zowel van rogge,
gerst en tarwe is er keus genoeg.
Het komt er alleen op aan de juiste
te doen en die variëteiten te zaaien
die het best met de eisen van ons
bedrijf en van onze grond overeen
komen.
Ten einde de landbouwers in hun
keus voor te lichten geven wij
hieronder een beknopte beschrij
ving van de bijzonderste rassen,
die dit seizoen in de handel ver
krijgbaar zullen zijn.
TARWE.
Alba het feit dat dit ras reeds
jaren in de rassenlijst blijft vermeld,
wijst er op dat ze een der beste is
geweest en wellicht nog is. Wan
neer wij de oogstzekerheid van dit
ras over verschillende jaren moe
ten beoordelen, dan dienen wij het
te rangschikken bij de allerbeste,
wat natuurlijk niet belet dat het in
een bepaald jaar wel wat kan te
genvallen.
De wintervastheid van Alba kun
nen wij voldoende noemen. Bij nor
male winters levert ze dus geen ge
vaar van vervriezen. Zij die daar
bang van zijn kunnen dan beter
een ander ras nemen dat nog meer
tegen koude bestand is. Wat de
ziekten aangaat weinig vatbaar
voor roestziekten en stuifbrand.
Gele roest kan er echter toch wel
in voorkomen. Het optreden van
voetziekten is afhankelijk van de
zaaidatum (niet te vroeg zaaien) en
van de grondtoestand
In de lente bedekt Alba spoedig
de grond met een welig overhan
gend gewas wat van aard is de
ontwikkeling van het onkruid te
remmen.
Hei aar is wit, matig los en groot,
iets spits, met witgele korrel, die
groot van stuk is en buikig. Betrek
kelijk ongevoelig voor schot.
Het sfrois tamelijk kort en stevig.
Alleen onaangepaste bemesting (te
veel stikstof) en te dichte zaai ge
ven aanleiding tot vallen.
Uitzaai kan tot na de winter ge
zaaid worden (tot 10 februari). De
meest geschikte tijd is midden ok
tober. Dicht zaaien is aangeraden
(140 tot 160 kg per ha naargelang
de zaaidatum - hoe later hoe meer).
Halfvroeg rijp met zeer goede
opbrengst.
Leda is een tarweras met zeer
goede wintervastheid. Bovendien
vrij van stuifbrand en weinig vat
baar voor geel roest, meeldauw en
voetziekte.
Het aar is wit, los, weinig of niet
gebaard en puntig, met gesloten
kafjes. De korrel is dieprood en ta
melijk groot, buikig ovaalrond, en
goed gevuld.
Het stro is tamelijk kort, half ge
vuld en voldoende stevig. Steil
groeiend gewas met matige grond-
bedekking en vrij late rijpheid.
Geeft de beste resultaten bij een
gemiddelde stikstofbemesiing. Wei
nig gevoelig voor schot geeft het
gemiddelde opbrengsten. Verkiest
middelmatig vruchtbare gronden.
Heine's VII Dit productieve,
kort en stevig tarweras is de laat
ste jaren steeds meer verlaten om
wille van zijn grote vatbaarheid
voor gele roest die in bepaalde
streken sterk uitgesproken oogst-
verminderingen te zien gaf. Kan
men die gele roest er uit houden
dan geeft het nog zeer goede re
sultaten.
De landbouw der zes landen van de Europese Gemeen
schap tegenover de Gemeenschappelijke Markt.
Capelle Desprez Zeer pro-
duktieve, roodzadige tarwe met
zeer kort en zeer stevig stro. Kan
een hoge stikstofbemesting ver
dragen. Rijpt vroeg en geeft in
't algemeen een gezond gewas.
Soms komt wel eens gele roest
voor, maar dan doorgaans in be
perkte mate.
De korrel is zeer groot, van goe
de kwaliteit en weinig gevoelig
voor schot. Een groot nadeel zit er
echter aan vast gevoelig voor
vorst. Daardoor wordt het risico op
misoogst dan ook aanzienlijk gro
ter.
Minister Zeer opbrengend ge
was, dat geen te hoge eisen stelt
aan de grond. Het stro is kort en
stevig, fijn en veerkrachtig. Geeft
doorgaans gezond gewas. De kor
rel is wit, groot, maar niet mooi van
vorm en bij ongunstig oogstweer
gauw lelijk van kleur. Is tamelijk
gevoelig voor korreluitval en bo
vendien gevoelig voor schot.
Voeg bij die laatste bezwaren
ook nog de grote gevoeligheid
voor koude en ge hebt de verkla
ring waarom dit ras, dat aanvan
kelijk zo veel beloofde, reeds gro
tendeels verlaten is.
Bellevue Sinds 1951 in de ras
senlijst opgenomen kende het tot
hiertoe geen grote uitbreiding. Het
is bestemd voor min of meer vrucht
bare gronden. Het stro is nogal
hoog en hol. Geeft een rode korrel.
Opbrengst kan hoog zijn, maar ge
voeligheid voor bepaalde ziekten
maakt dit nogal wisselvallig.
Directeur Journée Hoewel
beschikkend over tal van goede
eigenschappen (zeer goede winter
vastheid, bestand tegen stuifbrand,
middelmatig gevoelig voor roest
en goed bestand tegen oogvlek-
kenziekte en tarwehalmdoder) toch
heeft deze tarwe weinig uitbrei
ding genomen.
Het aar is wit, los, lang, weinig
behaard, de korrel rood en van
gemiddelde grootte. Op goede en
vruchtbare gronden kan ze hoge
opbrengsten geven.
Zanda Speciaal geschikt voor
lichtere gronden moet het zijn
plaats niet meer verdedigen. Trou
wens aldusdanig is het voldoende
door de belanghebbenden gekend
De voornaamste eigenschappen
zeer wintervast, bestand tegen stuif
brand, welige groei, wit, los ge
schakeld en lang aar, rode en ta
melijk ronde korrel, stro van ge
middelde lengte, tamelijk vroeg
rijp met bevredigende opbrengst
ROGGE.
Celestijner Het feit dat de
grootste oppervlakte voor de keu
ring aangegegeven rogge Celes
tijner is wijst er op dat deze varië
teit sterk gevraagd wordt. Geeft
goed, stijf stro, een vlugge en re
gelmatige groei endoorgaans wei
nig last met ziekten. In normale
omstandigheden zeer grote op
brengst.
Feniks Is een verbeterde Wa-
regemse rogge, die door verede
ling en doorgedreven uitlezing
werd gekweekt.
Het stro is stevig en ongeveer
40 cm korter dan de gekende rog
ge van Waregem. Het aar is meer
gesloten en de korrel groter en
gladder. De opbrengst is zeer groot
en kan tot 5.000 kg per ha berei-
k<Het is in 1955 op de rassenlijst
gekomen en in 1956 werd 10 ha
(Zie vervolg onderaan hierneven)
(Vervolg van
Vruchten verbruik per hoofd der
bevolking in kg per jaar.
Voor de periode 1953-1954.
België 82 kg Nederland 54,9
kg Frankrijk 47,3 Duitsland -.
68,6 kg ,- Italië 73,5 kg.
Er bestaan ongetwijfeld mogelijk
heden voor de uitbreiding van het
vruchtenverbruik in al de landen
naar gelang van de verbetering
van de levensstandaard der be
volking. Zulks biedt gunstige voor
uitzichten voor Italië en voor
Frankrijk op voorwaarde dat dit
laatste land beter de presentatie
le bladzijde)
van zijn fruit verzorgt.
Ook ons land moet de afzet der
produkten van zijn teelten zoals
witloof, asperges, tafeldruiven, enz.
kunnen uitbreiden op de gemeen
schappelijke markt.
Demografische en sociale
vooruitzichten.
Zowel onder economisch als on
der sociaal oogpunt is het niet van
belang ontbloot het aantal perso
nen te kennen die hun bestaan
vinden in het landbouwbedrijf.
Volgens de tellingen van 1947
was de spreiding of de verdeling
der werkende bevolking als volgt
Landen
Nederland
België
Beneluxlanden
Frankrijk
Italië
Duitsland
In duizende personen.
Totaal waarvan in landbouw
en visserij
748
423
Procent
3.867 748 19
3.483 423 12
7.350 1-171 16
18.847 5.213 28
21.342 8.468 40
jitsiana 22.073 5.114 23
Ziehier nog de verdeling der werkende of actieve bevolking over de
verschillende bedrijvigheden of beroèpen, procentse gewijze uitge
drukt
Percentage der werkende bevolking.
Landbouw en visserij
Verwerkende nijverheden
Handel en vervoer
Diensten
Andere bedrijvigheden
19
12
28
40
23
24
38
26
20
31
20
20
21
14
15
25
16
14
12
17
12
14
11
14
14
100
100
1C0
100
100
Men mag zeggen dat de land
bouw op de meest intensieve wijze
wordt beoefend in Nederland en
in België. Frankrijk is het bijzonder
ste landbouwland der gemeen
schap wat betreft de absolute hoe
veelheid en de variëteit zijner land-
Douwprodukten alsook de opper
vlakte landbouwgrond ter beschik
king gesteld van de boeren doch
het is nog zeer ten achter wat be
treft de uitbatings- en produktie-
methodes.
Italië is van al de landen der ge
meenschap het enige land waar de
landbouw nog de bijzonderste be
drijvigheid uitmaakt wat oetreft
het te werk gestelde aantal perso
nen. Doch de toestand verschilt
grondig voor het Noorden van het
land dat sterk geïndustrialiseerd is
en het Zuiden en Sicilië die vol
gens de Europese normen nog die
nen beschouwd als onderontwik
kelde gebieden.
Alhoewel de landbouw in Duits
land een betrekkelijk hoog pro
cent der bevolking te werk stelt
vooral in Beieren en Saksen, moet
dit land de meeste landbouwpro-
dukten invoeren van al de landen
der gemeenschap. Dit is inzonder
heid het geval voor de broodgra
nen. Hier dient aangemerkt dat
een aanzienlijk deel van zijn land
bouwgronden niet geschikt is voor
de tarweteelt. Duitsland zou aldus
in aanmerking komen voor de op
neming van de Franse overschot
ten van deze teelt.
Wat onze landbouw betreft deze
blijkt met het oog op de afzet op
de gemeenschappelijke Europese
markt vooral aangewezen op de
voortbrenging van gespecialiseer
de artikelen van hoge kwaliteit zo
wel op gebied van plantaardige
als van dierlijke produkten.
stamzaad uitgezaaid. In 1957 waren
dit reeds 30 ha en dit jaar is dit ge
stegen tot 110 ha. Hieruit blijkt dat
de Feniks van jaar tot jaar aan be
langstelling wint.
Petkusrogge Dit oogstzekere,
zeer productieve roggeras wordt
nog algemeen verbouwden is door
de landbouwers wel voldoende ge
kend.
De wintervastheid, uitstoeling en
grondbedekking zijn zeer goed.
Heeft tamelijk lang, bladrijk en
stevig stro. Is vatbaar voor het sten
gelaaltje en voor roest. De korrel
is groot, gevuld en van goede kwa
liteit. Ondiep zaaien is gewenst.
GERST.
Urania: Zeer opbrengende win-
tergerst, met echter iets mindere
korrelkwaliteit. Ook de wintervast
heid zou beter kunnen zijn, maar
herstelt zich na vorstschade vrij
goed door het groter uitstoelings-
vermogen.
Urania zou het best tot zijn recht
komen bij een gemiddelde stikstof
bemesting. Weinig vatbaar voor
roest rijpt ze als regel mooi, ge
zond af. Groot aar, en grote, ietwat
geel bruine korrel.
Vogels Agaer Afkomstig uit
Duitsland, vertoont dit ras een goe
de wintervastheid. Is middelmatig
bestand tegen legeren en licht ge
voelig voor stuifbrand. Geeft van
bij de aanvang een krachtige groei
met goede uitstoeling. Het aar is zes-
rijig, los, van goede middelmatige
lengte. De korrel is middelmatig
dik, iets donkergeel. Het stro is
lang. Tamelijk vroeg rijp, geeft het
een hoge opbrengst.
Manon Is een nieuw ras dat
ontstaan is uit de kruising van de
vroegere Linievariëteiten.
Het is uitgesproken meer opbren
gend dan Linie (deze is van de
markt verdwenen), het stro is kor
ter en beter bestand tegen legeren.
De opbrengst is zeer hoog.
Bedrijvigheid of beroep
Nederland
België
Frankrijk
Italië
West-
Duitsland