EEN EIGEN HOEVE.
De eiwitten in de voeding.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 27 SEPTEMBER 1958.
Verschijnt iedere zaterdag
37ste JAARGANG Nr 1839
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
De premie voor het bouwen van een goedkope of
bescheiden woning kan thans ook bekomen worden
door onze landbouwers voor het bouwen van
(2de bijdrage)
In ons vorig nummer hebben wij
bij de uiteenzetting der voorwaar
den tot het bekomen van de staats-
premie voor het bouwen van een
volkswoning, waaronder thans
ook de hoeven begrepen zijn, ach-
eenvolgens behandeldhet bedrag
der premie alsook de voorwaarden
betreffende de persoon an de
aanvrager.
Ook het woonhuis waarvoor de
premie wordt gevraagd dient aan
bepaalde vereisten te voldoen.
B) Voorwaarden te vervullen
door de woning met
aanhorigheoen.
1) Bewoonbare opperv'akte.
De oppervlakte van de vertrek
ken of plaatsen bestemd voor be
woning mag niet groter zijn dan
85 m2. Deze oppervlakte wordt
echter verhoogd met:
a) 10 m2 voor ieder ongehuwd
kind van de aanvrager of van zijn
echtgenote, dat bij hem inwoont;
b) 10 m2 voor ieder ascendent
(ouders of grootouders) die ten
minste sedert zes maanden bij de
aanvrager inwoont;
Ten voordele van de jong ge
huwden, namelijk ten voordele van
de aanvrager die minder dan vier
jaar gehuwd is of wiens jongste
kind nog geen vier jaar oud is, wor
den bovendien twee verhogingen
van 10 m2 toegekend.
2° De totale oppervlakte van het ge
bouw mag niet meer dan één der
de groter zijn dan de oppervlakte
van de vertrekken bestemd voor
bewoning. Deze bepaling heeft
voor doel te verhinderen dat een
te grote ruimte zou ingenomen wor
den door gangen, trapzalen, hal
len, waardoor het huis het karak
ter van volkswoning zou verliezen.
De totale oppervlakte is de som
der oppervlakten op elk niveau
(gelijkvloers en verdiepen) van het
gebouw, gemeten tussen de bin
nenwanden van de buitenmuren.
Komen niet in aanmerking voor
de berekening der oppervlaktede
kelders, de zolders die niet als
woonvertrekken zijn ingericht, de
niet bewoonbare bijgebouwen.
3) Bijgebouwen.
De aanvrager mag bij de woning
een bijgebouw oprichten voor de
uitoefening van een ambacht of
van een handelszaak indien hij het
bewijs levert van zijn inschrijving
in het ambachts- of handelsregis
ter of dat hij bewijst dat hij zijn be
roep sedert ten minste zes maan
den uitoefent. Dit laatste bewijs
(uitoefenen van het beroep sedert
minstens zes maanden) moet blij
ken uit een attest afgeleverd door
de burgemeester van de gemeente
waar de aanvrager zijn woon
plaats en zijn verblijfplaats heeft.
De oppervlakte van het gedeel
te van het huis aangewend voor
ambacht of handel mag echter niet
meer dan 20 m2 bedragen.
4) Oppervlakte van de bouwgrond.
De oppervlakte van de bouw
grond waarop de woning zal wor
den ingericht mag niet groter zijn
dan:
a) 3 aren in de gemeenten der
stedelijke agglomeraties Antwer
pen, Brussel, Charleroi, Gent en
Luik
b) 6 aren in gemeenten met meer
dan 30.0C0 inwoners of in gemeen
ten met deze gelijkgesteld
c) 8 aren in gemeenten met 5 000
tot en met 30.000 inwoners;
d) 20 aren in gemeenten met
minder dan 5.000 inwoners.
Ingeval de oppervlakte van de
bouwgrond groter is dan voormel
de maxima, mag de premie niette
min worden toegestaan indien de
verkoopvoorwaarde van de bouw
grond, vastte stellen door de ont
vanger der registratie uit het ambts
gebied, de volgende bedragen
niet overschrijdt54.C00fr 48.000 fr-
42.0C0 fr in de gemeenten vermeld
onder a, b, c, d hierboven.
5) Bijzondere bepalingen voor de
landbouwers en tuinders.
Waar de geringe oppervlakte
der toegelaten bedrijfsgebouwen
en de geringe afmetingen bepaald
voor de bouwgrond hierboven
vermeld voorheen de practische
uitsluiting van de landbouwers en
tuinders van het voordeel der pre
mie voor gevolg hadden, heeft het
nieuwe besluit van 1 september
1958 de premie thans in hun be
reik gesteld. Voor de berekening
van de toegelaten oppervlakte of
verkoopswaarde, worden de gron
den en de bijgebouwen (stallen en
schuren) die voor bedrijfsdoelein
den gebruikt worden niet meer in
aanmerking genomen, indien de
premieaanvrager als land- of tuin
bouwer gevestigd is.
6) Het plan en lastenboek van
de woning dient opgemaakt door
een geimmatriculeerd of erkend
architekt;
(Zie vervolg 3e bladz. 1' kolomd
Hoever ligt de tijd al achter ons
dat de veehouders van veevoeders
niet veel meer kenden dan het be
grip meel Meel was dan, als het
om varkens ging, gerstemeel of
roggemeel en als het om koeien
ging was het lijnmeel.
Iedereen, die destijds als op
dracht had de landbouwers
voor te lichten over de waarde van
samengestelde voeders zij, die
honderden voordrachten daarover
hebben gehouden en evenveel
honderden artikels er over hebben
geschreven, hebben wel eens ogen
blikken gekend, waarbij ze wan
hopig de armen boven het hoofd
hebben gestoken en daarbij heb
ben gezucht Het is onbegonnen
werk, ze leren het nooit
En tóch hebben de boeren bijge
leerd. Tóch is al het voorlichtings-
werk niet voor niets geweest. Het
heeft tijd en geduld gevraagd,
maar toch heeft het zijn vruchten
afgeworpen. De veehouders heb
ben tegenwoordig al heel wat juis
tere begrippen dan deze van vóór
50 jaar en de voeding van de die
ren is er stukken op verbeterd. Vol
maakt is het natuurlijk nog niet, en
zal het ook wel nooit worden. De
volmaaktheid is van deze wereld
niet Maar één zaak staat vaster
is merkelijke vooruitgang. Men be
gint zich bewust te worden van de
voederbehoeften van de dieren,
men ziet de noodzakelijkheid reeds
in van volledige voeders, die aan
gepast zijn aan de aard en de pro-
duktie van ieder diersoort, men be
gint reeds met meer oordeel te
werk te gaan in de keus van de
voedermiddelen, enz.
Peisoonlijk moet ik zelfs toege
ven dat de ontwikkeling op het ge
bied van de veevoedingsleer zich
bij bepaalde kwekers dermate
heeft voltrokken dat ik er nu en
dan werkelijk verbaasd over sta.
Waar men een paar jaar geleden
nog zwoer dat die mengvoeders
louter boerenbedrog waren, hoor
ik nu reeds praten over eiwit en ei
witgehalte van de voeders met een
bevoegdheid en een zelfzekerheid
van een hogeschoolprofessor.
Nog maar onlangs hoorde ik een
discussie tussen een veehouder en
zijn voederleverancier over de in
houd van de voeders. Ze hadden
het over het eiwitgehalte. En voor
zover ik er uit kon opmaken moest
de voederhandelaar horen dat zijn
melkmeel van 22 veel duurder
was dan dat van een concurrent,
dat toch ook 22 inhield. Deze
laatste rekende zo maar 30 fr. per
100 kg minder. Als slot van heel het
geval verzekerde de veehouder
mij (dan was de handelaar al weg)
om in mijn zakken te zitten moeten
ze vroeger opstaan.
Hoe moet ik de indruk omschrij
ven die ik bij dit voorvalletje op
deed Hebt ge al eens meege
maakt, beste lezer, dat uw kleine
gasten onder elkaar aan het discu
teren zijn over de vraag van waar
de kleine kinderen komen En als
de ene dan beweert dat ze uit de
kolen komen en de andere wil mor
dicus dat het de ooievaar is, die ze
brengt Wie van de twee heeft het
dan bij 't rechte eind En als ten
slotte die met zijn ooievaar u dood
ernstig komt vertellen dat zijn zus
je er helemaal niets van weet met
haar bloemkolen, wat doet ge dan
"n uw eigen lachen en denken
och, die kinderen
Dat was zo ongeveer het gevoel
dat ik had na wat ik gehoord had
tussen handelaar en boer. Ze had
den het allebei over eiwitgehalte
van de voeders en geen van beide
wist er iets van. De handelaar niet,
omdat hij er zich geen rekenschap
van gaf dat zijn voeder van 30 fr.
duurder heel gemakkelijk stukken
beter kon zijn met die 22 °/0 eiwit
dan dat van zijn concurrent, dat
ook 22 °/o inhield. En ook de boer
omdat hij meende dat het twee
verschillende voeders van gelijke
voedingswaarde waren, simpel en
alleen omdat ze allebei op het eti
ket 22 °/o eiwit gaven. Allebei had
den ze het verkeerd voor omdat
geen van beide goed wist waar
over ze het hadden.
Deze breedvoerige inleiding
brengt ons tot de kern van de
vraag die wij wensen te beant
woorden, nl. in hoeverre kan de
waarde van een voeder afgelezen
worden van het etiket en dan heel
in 't bijzonder geeft dit etiket een
juist beeld van de vcederwaarde
waar het vermeldt de inhoud aan
bruto verteerbaar eiwit
Een etiket geeft doorgaans vol
gende inhouden
Maximum vochtgehalte
ruwe celstof
minerale stoffen
Minimum bruto verteerb. eiwit
vet
suiker en zetmeel (be
rekend volg. Ewers)
eventueel vitaminen
Wij gaan ons hier niet verdiepen
over de rol en de waarde van de
celstof, het vocht, de mineralen,
enz hoewel ook hier reeds de
waarde, zelf bij gelijke etiketcijfers,
aanzienlijk kan uiteenlopen.
Om maar één voorbeeld te ver
melden de minerale stoffen. Wan
neer hiervan maximum 5 °/0 wordt
aangegeven dan wil dat enkel zeg
gen dat er niet meer dan 5 kg op
(Zie vervolg 2' bladz. 1' kolomi.
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jears
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,