De Belgische landbouw in 1957.
T.B.C.-Vrije Veemarkt te Herzele.
Vlaamse Schouwburg
2
(Vervolg van le bladzijde)
(Vervolg van le bladzijde).
In zijn geheel beschouwd kan
gezegd, dat de bestemming van de
landbouwgrond sinds enkele jaren
weinig is gewijzigd. Dit is echter
niet het geval met het relatief be
lang van enkele teeltgroepen de
graangewassen, de groenten en
de teelten onder glas winnen aan
belang, terwijl denijverheids .de
wortel- en knolgewassen terrein
verliezen.
Wat de graangewassen be
treft omvatte het areaal dat in 1957
met broodgranen was bezaaid
280.000 ha terwijl dit bezaaid met
voedergranen bijna 238.000 ha be
sloeg. Vergeleken met 1956 was
eerstgenoemde oppervlakte ruim
20.000 ha groter, de laatst genoem
de was integendeel 15.000 ha klei
ner. Deze evolutie is het gevolg
van de gunstige prijzensteun welke
aan de inlandse broodgranen werd
toegekend door de regering (rich-
tingsprijs en verplichte inmenging
in het broodgraan), met uitsluiting
van de voedergranen in 1957.
Wat de tuinbouw aangaat
werd vastgesteld dat de oppervlak
te tijdens de laatste jaren geleide
lijk is afgenomen. Gans het ge
wicht van deze teruggang drukt
op de fruitteelt in open lucht. De
sinds de laatste oorlog in deze be
drijfstak ingezette sanering wordt
nog steeds actief voortgezet. Deze
inkrimping slaat geheel op de fruit
teelt voor huishoudelijk gebruik
van de voortbrenger en op de
hoogstammige boomgaarden. Het
rooien van deze oude aanplantin
gen, voornamelijk van weide-
boomgaarden, laat toe deze gron
den voor meer produktieve teelten
of grasland aan te wenden. De
laagstammige aanplantingen brei
den zich geleidelijk uit.
Oppervlakte besteed aan
Teelten
Groenteteelt in open lucht
waarvan voor
huishoudelijk verbruik
Fruitteelt in open lucht
waarvan voor
huishoudelijk verbruik
Bloementeelt in open lucht
Teelt van bomen en heesters
Teelten onder glas voor de verkoop
groenten
fruit
bloemen en sierplanten
De groenteteelt neemt langzaam
uitbreiding. Tal van groenten wor
den thans meer en meer op grote
schaal voortgebracht en bestemd
voor de inmaaknijverheid. Voorna
melijk in de kleine bedrijven met
veel familiale arbeidskrachten
wordt de groenteteelt opgevoerd.
Terwijl de teelt van fruitbomen en
heesters de laatste jaren aan be
lang verloor vertoont deze van sier
en bosbomen een tendens tot uit-
dc voornaamste tuinbouwteelten.
1936-38
1955
1956
1957
39.403
29.413
29.149
29.865
19.284
19.282
18.953
75.532
47.491
46.151
43.619
12.828
12.206
11.772
1.444
634
633
650
2.637
1.352
1.529
1.492
291
325
354
467
467
480
171
178
184
breiding.
Ten slotte zet de teelt onder glas
haar opgang voort en overtreft se
dert een paar jaren de 10 miljoen
vierkante meter. Hierbij blijft de
fruitteelt onder glas de laatste ja
ren om zeggens op het zelfde peil,
de groenteteelt daarentegen stijgt
geleidelijk. Dit is ook het geval met
de bloemen en sierplantenteelt on
der glas.
Wordt voortgezet
Op maandag 13 oktober 1958, te 10 uur.
1) Het dier beschikt over dier'ij-
ke eiwitten voor zijn voeding. Daar
deze zeer verwant zijn aan de
eigen eiwitten zal hier zeker een
goede voedselomzetting plaats
hebben en zal er weinig materiaal
ongebruikt worden gelaten. Dier
lijke eiwitten zijn echter zeer duur
(in vergelijking met de plantaardi
ge) zodat dit eerder een theoreti
sche veronderstelling is. Inderdaad
onze huisdieren worden groten
deels met planten gevoed.
2) Onze dieren moeten het stel
len met hoofdzakelijk één soort ge
was. Dat is bv. nog al eens het ge
val in de rapentijd en ook in 't
voorjaar als er niet veel meer voor
handen is dan wat beten. In dit
geval moet het dier het stellen met
een plantaardig eitwit dat sterk af
wijkt van het dierlijke dat moet
gevormd worden. Veel materiaal
zal daar ongebruikt worden gela
ten, terwijl het voederrendement
eerder laag zal zijn, omdat niet al
le nodige grondstoffen voorhanden
zijn. Wij spreken hier trouwens van
eenzijdige rantsoenen.
3) De dieren krijgen een geva
rieerd plantaardig rantsoen Hier
zal het voedereffect natuurlijk veel
beter zijn dan bij een eenzijdig
rantsoen. Immers de verschillende
gewassen waaruit het voeder is
samengesteld hebben verschillen
de typen van eiwit, die elk een ver
schillende verhouding van bouw
stenen te zien geven. Hieruit zal
het dier dus veel gemakkelijker
zijn eigen eiwitten kunnen opbou
wen.
Uit wat voorafgaat blijkt ener
zijds de hoge waarde van het dier
lijk eiwit en anderzijds het grote
voordeel van een gevarieerd rant
soen.
Samenstelling van
de eiwitten.
In wat voorafgaat is herhaalde
lijk spraak van de bouwstenen,
waaruit de eiwitten zijn samenge
steld Wat wordt daarmee be
doeld?
Hoewel men op het eerste zicht
zou kunnen menen dat de eiwitten
eenvoudige verbindingen zijn (zij
zijn immer gevormd door slechts 4
elementen, nl. zuurstof (O), kool
stof (C), waterstof (H) en stikstof
(N), toch blijken ze zeer ingewik
kelde scheikundige verbindingen
te zijn, zo ingewikkeld zelf dat ze
de moderne scheikunde al heel
wat hoofdbrekens hebben bezorgd.
Hoeveel bouwstoffen er bestaan
waaruit de eiwitten zijn opge
bouwd weet men nog niet te zeg
gen. Wel heeft men er tot nu toe
reeds een 23 tal van ontdekt. Die
bouwstenen noemt men aminozu
ren. De 23 gevonden aminozuren
zijn
noodzakelijke
Lysine
Tryptophaan
Methionine
Histidine
Phenylalanine
Leucine
Isoleucine
Threonine
Valine
Arginine
niet noodzakelijke
Glycocol
Alanine
Serine
Norleucine
Asparaginezuur
Glutaminezuur
Oxyglutaminezuur
Proline
Oxyproline
Citruline
Tyrosine
Cysteine
Cystine
Onder noodzakelijke aminozu
ren verstaat men deze aminozuren,
die het lichaam zelf niet kan syn
thetiseren. Voor de bevoorrading
ervan is het lichaam dus vol
ledig op het voedsel aangewezen.
Ontbreekt in dit voedsel één of
meer van deze noodzakelijke ami
nozuren geheel of gedeeltelijk dan
zien wij achteruitgang tot stilstand
van groei en produktie.
De niet noodzakelijke aminozu
ren zijn deze die ofwel door het li
chaam zelf kunnen gevormd wor
den, ofwel voor het leven niet on
misbaar zijn. Dat wil echter niet
zeggen dat ze in de voeding waar
deloos zijn. Het lijdt geen twijfel
dat ook zij een rol, zij het dan min
der belangrijk, in de voeding spe
len.
Wanneer wij nu even terugden
ken aan wat wij hebben uiteenge
zet, dan zal het zonder meer dui
delijk worden dot er heel wat ver
schil kan bestaan tussen twee voe
ders ook al hebben ze op het eti
ket eenzelfde cijfer voor de inhoud
aan eiwit. Dit cijfer geeft niet de
minste aanduiding over de samen
stelling van dat eiwit, dus over de
aminozuren die er in voorkomen.
En het zal nu ook begrijpelijk ge
worden zijn dat juist dat eiwit
dat de meest geschikte amino
zuren inhoudt, het beste rendement
zal geven en dus ook de hoogste
voederwaarde zal bezitten. Eiwit
ten met passende aminozuren in
de gewenste verhouding noemt
men hoogwaardige eiwitten, of
eiwitten met een hoge biologische
waarde.
Hoewel heel de zaak nu stilaan
al ingewikkeld genoeg zal zijn,
toch moeten wij onze lezers nog
verder voeren in die doolhof, die
de eiwitten daarstellen. Want er is
nu uitgemaakt, en dat ligt toch
voor de hand, dat niet ieder dier
soort dezelfde behoeften heeft voor
wat het eiwit in 't algemeen, en de
aminozuren in 't bijzonder aan
gaat.
Zowel als men door proeven en
berekeningen heeft uitgemaakt
wat de behoeften van de verschil
lende diersoorten zijn voor het to
taal eiwit, heeft men uitgezocht
wat de behoeften zijn aan de af
zonderlijke aminozuren. In een vol
gende bijdrage een woordje meer
hierover.
KONINKLIJKE
BRUSSEL.
In de Koninklijke Vlaamse
Schouwburg te Brussel worden
nog voorstellingen gegeven van
De Koppelaarster tot en met
maandag 6 October. Het is een
onweerstaanbaar vrolijk stuk, dat
de hele zaal uitbundig aan het la
chen brengt.
Donderdag 9 Octoberpremière
van Eens in de Honderd Jaar
met Dora van der Groen, Wies An
dersen, Nand Buyl en Bert Struys.
(Op 11 en 12 october, te 20 uur,
geen voorstelling).
Uw postmeester vraagt u
Is uw koerier klaar Laat hem
dan gauw naar de post brengen.
1. De dieren moeten tbc-vrij zijn
en van tbc-vrije bedrijven komen.
2. Op de markt zal de schets
kaart van het dier gekontroleerd
worden.
3. Degene die hun dieren zelf
brengen zorgen er voor dat zij de
schetskaart(en) en het formulier 22
(stallijst) voor nazicht bij zich heb
ben.
Deze ook moeten NIET op voor
hand inschrijven en krijgen op de
markt voor ieder te koop gesteld
vrouwelijk dier 100 fr.
4. De veehouders van het 4e dis-
trikt kunnen hun vrouwelijke die
ren kosteloos laten afhalen. Per
dier moet bij de inschrijving en
aanvraag voor vervoer 50 fr (in pa
pier) gevoegd worden. Dat geld
wordt volledig terugbetaald in ge
val het dier op de markt aanwezig
is.
Men schrijft in bij de h. Dr. M.
MOULART, diergeneeskundig in-
spekteur, Oude Gentbaan 14, Aalst,
vóór 7-10-1958, met opgave van
juist adres, nummer van de schets
kaart en ouderdom van het dier.
5. De veehandelaars genieten
noch van kosteloos vervoer, noch
van aanwezigheidspremies. Zij
moeten evenwel hun dieren op
voorhand inschrijven en die dieren
moeten tot 11-10 1958 op de hoeve
van herkomst blijven staan. De
niet ingeschreven dieren zullen
geweigerd worden.
Deze markt zal de laatste zijn dit
jaar. Daarom vragen wij de vee
houders al de dieren die zij kun
nen missen naar deze markt te
brengen. De oktobermarkt is altijd
een goede markt geweest. Voor
degene die hun stal nu tbc vrij ma
ken, is Herzele de plaats om wer
kelijk tbc vrije dieren te gaan ko
pen.
Kopers, laat u niet misleiden
door de volle uiers van oude
koeien of door gemakkelijk kre
diet.
Koopt jonge dieren uit tbc-vrije
stallen
Koopt te Herzele op 13 oktober
1958!
Dr. M. MOULART.