De Belgische landbouw in 1957.
Israël bestaat 10 jaar.
KORAMELK
i
voor Sproeiondernemers
P
DE KOORNBLOEM 11 okt 1958
(Vervolg van le bladzijde).
Ook heeft de stabiliteit van de
prijzen der zuivelprodukten, ge
paard met de onzekerheid van de
prijzen voor tal van andere pro-
dukten, de landbouwers aangezet
zich meer op de zuivelproduktie
toe te leggen. Dat deze verhoogde
voortbrengst van zuivelprodukten
niet zonder gevaar was, hebben
de gebeurtenissen op het einde
van 1957 en begin 1958 inmiddels
aangetoond, inzonderheid door de
instorting der boterprijzen.
Voor de tweede achtereenvol
gende maal was de varkensstapel
geteld op 1 januari kleiner dan
één jaar vroeger Ongeveer 50.000
stuks waren er minder dan in 1956
en ruim 120.000 ten opzichte van
1955. De weinig renderende prij
zen die in 1956 en begin 1957 wer
den betaald voor de varkens zijn
hiervan de oorzaak. Einde 1957
trad hier wel enige verbetering in
en de voortbrenger reageerde
hierop normaal door het aanhou
den van een groter aantal fokzeu-
gen. In de loop van 1958 werd dan
ook een ommekeer vastgesteld in
de varkenssector met een ongun
stige terugslag op de prijzen. Wat
betreft de kwaliteit van de slacht-
varkens valt nog een heel eind
weegs af te leggen. Al te veel wor
den zware en te vette varkens nog
op de markt gebracht, dan wan
neer er sinds jaren van bevoegde
zijde wordt op gewezen dat er nog
enkel lonende afzet bestaat voor
goede varkens van het mager
vleestype.
De vleesvoortbrengst.
De hier besproken studie bevat
uitvoerige statistieken betreffende
ton
de vleesproduktie en het verbruik.
Het zou ons te ver leiden hierbij
stil te staan. Vermelden wij enkel
de netto-inlandse voortbrengst aan
rundvlees. Deze ziet eruit als volgt:
periode 1936-38 136.300 ton
1954 171.6C0
1955 182.000
1956 171.400
1957 169.200
De netto inlandse produktie van
varkensvlees verliep de laatste ja
ren als volgt
1936-38 172.000
1954 194.700
1955 202.100
1956 224.000
1957 216.800
De zuivelproduktie.
De melkvoortbrengst, die in 1956
enigszins was gedaald, kende in
1957 een uitbreiding en overtrof de
voortbrengst van 1955. Deze stij
ging was het gevolg zowel van
een toeneming van de melkstapel
als van de hogere melkgifte per
koe.
Zowel de leveringen van melk
als die van room zijn in belang ge
stegen. Onderstaande tabel geeft
de ontwikkeling van de bijzonder
ste zuivelprodukten in de loop der
laatste jaren. Zij leidt tot de vast
stelling dat het streven om de
voortbrengst van andere zuivel
produkten dan boter aan te moe
digen niet zonder uitslag is geble
ven.
Zulks vergde evenwel een grote
financiële inspanning. De toelagen
voor deze produkten bedroegen in
1957 ongeveer 112 miljoen frank,
waarvan 52 °/0 ging naar de vette
melkderivaten en 48 0/o naar
magere.
de
Produktie van melk en zuivelprodukten.
Eenheid
Totale melkproduktie miljoen
Gemiddelde produktie per ha liter
Gemiddelde vetgehalte °lo
Leveringen aan zuivelfabriek:
mill,
mill.
melk
room
Boter
hoeveboter ton
melkerijboter ton
totaal ton
Kaas
vette en 1/2 vette ton
magere ton
boerekaas (Herve) ton
totaal ton
Poeder
van volle melk ton
van afgeroomde en karnemelk ton
Geëvaporeerde melk ton
Condensmelk:
volle ton
afgeroomde ton
De eiervoortbrengst.
In tegenstelling met de vlees en
zuivelsector, beschikt men betref
fende eierproduktie enkel over
globale ramingen, uitgevoerd door
de bevoegde dienst van het Minis
terie van Landbouw. Hieruit blijkt
dat de voortbrengst van kippen
eieren de laatste jaren aanzienlijk
is toegenomen, inzonderheid ten
gevolge van het stijgende rende
ment. Meer en meer is de Belgische
produktie aangewezen op de uit
voer. Hierbij ontmoet zij de heftige
1955
3 595,8
3.650
3,36
1.167,7
48,1
1956
3.554,9
3.650
3,38
1.200,2
52,1
1957
3.612,2
3.700
3,35
1.276,6
54,0
45.882
42.840
41 273
44.870
46.354
48.030
90.762
89.194
89.312
6.916
7.515
8 534
5.672
5.833
6058
1.120
1.048
1.144
13.717
14.396
15.535
510
827
881
15.540
18.274
24.580
12.991
17.130
22.917
669
762
799
565
576
554
mededinging
van
Nederland
en
Denemarken.
Totale en gemiddelde
produktie van
kippeneieren
1936-38 2.160 120
1954 2.323 155
1955 2.400 160
1956 2.640 165
1957 2.720 170
VOOR DE KALVERS
gezonder
't Is
De geschiedenis van Israël, ge
lijklopend met deze van het Jood
se volk, is zeker een der meest tra
gische die ooit een volk gekend
heeft. Weinig volkeren hebben zo
veel vreemde overheersingen ge
kend dan wel de Israëlieten. En
geen ander volk kende een uitwij
king en verspreiding over de gan
se wereld gelijk aan deze van de
Joden. Vooral sedert de dood van
Jezus Christus schijnt er op dit
volk een vloek te rusten, waardoor
het voortgestuwd wordt over de
wereld, van links naar rechts, en
van rechts naar links, zonder ooit
ergens rust en vrede te vinden.
Wanneer 10 jaar gelden door de
Verenigde Naties de Staat Israël
in het leven geroepen werd, ver
vulde het hart van honderdduizen
den Joden zich met een grote
hoop voortaan zouden ze weer
als een aaneengesloten volk, op
de eigen grond der patriarchen,
kunnen arbeiden aan de uitbouw
van een gezond volksbestaan.
Maar weldra bleek het dat ze voor
het instandhouden van hun natio
naal bestaan hard zouden moeten
vechten: vijanden binnen de mu
ren, en vijanden buiten de muren
belagen hen van alle kanten, en
wachten slechts op de gunstige ge
legenheid om toe te slaan, en Is
rael weer van de kaart te doen
verdwijnen. Of" de Arabieren daar
echter zullen in gelukken is een
andere zaak. Want gedurende de
10 jaar van zijn bestaan zijn hon
derdduizenden joden Palestina in
geweken, heeft het land zich een
sterk leger opgebouwd - het sterk
ste van gans het Midden-Oosten
en zijn ongeveer twee miljoen Jo
den zinnens hun land tot de laat
ste man te verdedigen.
In feite genieten de Joden niet
ovei#eel symhathie in de wereld,
wat wel voornamelijk hierdoor
komt dat zich steeds van de ande
re mensen afzijdig hebben gehou
den, aparte gemeenschappen vor
men, en vooral door handel en ge
sjacher hun brood verdienen. Men
kan echter niet ontkennen dat het
aanpakkers zijn en dat ze voor
moeilijkheden niet terugdeinzen.
Wat ze gedurende 10 jaren in
Palestina verwezenlijkt hebben,
grenst bijna aan het onmogelijke
en het ongelooflijke.
Het is waarschijnlijk wel waar
dat ze voor het uitbouwen van de
jonge staat in ruime mate de finan
ciële hulp genoten hebben van
het internationale jodendom, en
langs die kant over grote kapitalen
hebben kunnen beschikken; maar
daarbij hebben ze toch de handen
uit de mouw gestoken en zijn ze
voor de arbeid niet achteruit ge
weken.
Van niets vertrokken heeft het
land toch moeten zorgen voor
woon- en werkgelegenheid voor de
reeds gevestigde joden en van de
circa 200.000 die er per jaar bij
kwamen. Enorme woonkomplek-
sen rezen van alle kanten uit de
grond, fabrieken werden gebouwd
en uitgerust, een volledig school
wezen uit de grond gestampt, een
sterk leger op de been gebracht.
Het land wist zich een gezonde
ekonomie op te bouwen die op
waardige wijze haar rol speelt in
het koncert der wereldekonomie.
Van 1954 tot 1956, de laatste cijfers
waarover we beschikken steeg het
gemiddelde inkomen van de Is
raëliet met 1000 Israëlietische pon
den (ongeveer 30.000 fr.)
Dit was enkel mogelijk omdat de
ingeweken Joden hard wisten te
arbeidenwaaruit dan weer blijkt
dat de Jood toch ook nog tot iets
anders in staat is dan tot negotie.
Vooral op het gebied van dé
landbouw werden wonderen ver
richt. In de Bijbel staat het land
van Israel gekend als een streek
van melk en honig, als een zeer
vruchtbaar land dus. Maar eens
dat het Joodse volk in grote meer
derheid het land verlaten had om
zich over de wereld te verspreiden,
en er slechts enkele luie Arabieren
en Muzulmannen overbleven, ont
aardde het land zeer spoedig in
een uitgestrekte woestenij ,- eens
rijke en vruchtbare gronden wer
den door de omringende woestij
nen overwoekerd. Israel is bezig,
en gelukt er ook in, al deze vrucht
bare gronden opnieuw aan de
woestijn te ontrekken, en een aan
val te wagen op de woestijn zelf
om er vruchtbaar land van te ma
ken. Men is daar wel in gelukt zo
dat de landbouw op dit ogen
blik een der grote inkomstbronnen
is van het land. In 1956 voerde het
land voor een waarde van 41.605.000
dollar landbouwprodukten uit.
Een van de karakteristieken van
de Israëlistische landbouw is wel
dat hij op vele plaatsen kollektief
uitgebaat wordt, met andere woor
den het individueel bedrijf ver
dween in sommige gewesten ten
gunste van gemeenschappelijk be
bouwde gronden.
Omringd door vijanden, met een
grens die over een lengte van bij
na duizend kilometer moet verde
digd worden, gaan de zorgen van
de overheid ook in een zeer grote
te mate naar de uitbouw van een
krachtig leger Jongens en meisjes
krijgen militaire opleiding, de jon
gens twee jaar en half, de meisjes
twee jaar. De uitrusting van dit le
ger is de beste en de modernste
van gans het Midden Oosten. Ge
durende zijn kort bestaan had het
land reeds te strijden tegen
de Egyptenaren en tegen Jordanië,
maar telkens kwam het zegevie
rend uit de strijd. Wat de toekomst
brengen zal is nog een vraagte
ken; indien echter de Verenigde
Arabieren het land ooit zouden
aanvallen zullen ze het hard te ver
duren hebben.
MINISTERIE van LANDBOUW
Rijksgewestelijke School
te Gent.
Vanwege bovenvermelde school, krij
gen wij onderstaande mededeling
Voor de vijfde maal zal op 18
oktober e k.de opening doorgaan
van de lessen der Rijksgewestelijke
School voor Sproeiondernemers te
Gent. De ruime belangstelling inde
voorbije jaren is 'n duidelijk bewijs
dat het initiatief tot het inrichten
van een dergelijke lessencyclus aan
een werkelijke behoefte beant
woordde.
Volgende vakken worden onder
wezen
Insektenkunde doorlng. André
GILLARD.
Scheikunde, toxicologie en
bestrijdingsmiddelen door Ing.
René KIPS.
Sproeitoestellen door Prof. Ing.
Jan MOERMAN.
Plantkunde en onkruidbestrij-
ding door Dr Ing. Jos STRYCKERS.
Plantenziekten door Ing. Willy
WELVAERT.
De heropening der school en de
lste les grijpt plaats op zaterdag 18
oktober e.k. te 14 u., in de Rijksland
bouwhogeschool te Gent.
Jaar Totale voortbrengst gemiddelde
miljoen stuks voortbrengst per
leghen-stuks