Zwakke prijzen voor het slachtvee.
Het selecteren van Leghennen.
Weekblad
ZALIGE HOOGDAG
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Aan al onze Lezeressen en Lezers»
AALST 1 NOVEMBER 1958.
Verschijnt iedere zaterdag
37ste JAARGANG Nr 1844
w
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Lanc
1
Drgaan van de
Lbouwersvereniging
IEDT U ZELVEN
De veehouders, die een verbete
ring der prijzen van het slachtvee
hadden verhoopt tengevolge van
de uitbreiding van het vleesver
bruik tijdens de duur van de we
reldtentoonstelling van Brussel,
werden in hun verwachtingen te
leurgesteld.
Wel is het verbruik toegenomen
ingevolge het groot aantal vreem
de bezoekers, doch niet in de ver
houdingen welke werden geraamd.
Men heeft zich in de schattingen
betreffende de omvang van het
verhoogde vleesverbruik deerlijk
vergist.
De prijzen aan de veehouders
zijn dan ook gedurende de zes
maanden van de wereldtentoon
stelling beneden het prijspeil van
verleden jaar gebleven.
De verwachtingen nopens ae
weerslag van de tentoonstelling op
de prijzen van het vlees werden te
hoog gesteld omdat uit het oog
werd verloren dat van verschillen
de zijden voorzieningen werden
getroffen voor verhoogde vleesle
veringen nl; bij de voortbrengst
van slachtvee en de stockeerders
van vlees. Welnu wanneer met het
oog op een bepaalde verwachting
te ruime voorzieningen worden ge
troffen, dan is een speculatie doel
loos en zonder resultaat.
Het ergste van deze toestand is:
dat hij samenvalt met een reeds
bestaande overproductie die ten
gevolge van het einde van het wei
deseizoen en de daaruit voort
vloeiende verhoging van de aan
voer van slachtvee op de markt
nog zal aangroeien.
Wijl naar blijkt, het meerver-
bruik van vlees tengevolge van de
wereldtentoonstelling zowat 5 000
ton bedraagt, wordt in bevoegde
kringen de meerproduktie van
vlees dit jaar op 30.000 ton geschat,
hetzij een voortbrengstoverschot
van 25.000 ton dat door een in aan
zienlijke mate verzadigde binnen
landse markt moeilijk zal kunnen
opgenomen worden.
Volgens de officiële telling was
de rundveestapel op 1 januari 1958
gestegen met 113.000 stuks tegen
over verleden jaar, terwijl de tel
ling van 15 mei 1.1. eveneens wijst
op een aangroei met ruim 100 000
stuks ten opzichte van de toestand
op zelfde datum van het verleden
jaar. De ongunstige evolutie van
de zuivelmarkt heeft bovendien
ongetwijfeld het aanbod van
slachtvee aangemoedigd.
De gevolgen van deze toestand
waren de laatste weken erg voel
baar geworden in de sterke daling
der slachtveeprijzen en in ae moei
lijkheid tot verkoop van slachtvee.
Hierbij komt nog als ongunstig ele
ment, dat de heersende economi
sche teruggang een verzwakking
in de vraag naar vlees niet ondenk
baar maakt.
De toestand was dan ook half
oktober 1.1. zo dat de prijzen van
het rundvee van 3 tot 5 fr het kg
op voet lager waren dan bij het
begin van het jaar en geen voor
uitzichten van verbetering der prij
zen waarneembaar waren.
Om een verdere afbrokkeling
der veeprijzen te voorkomen zijn
er twee middelen voorhanden: de
uitbreiding van het binnenlands
verbruik en de uitvoer.
Wat het binnenlands verbruik
betreft, dit bedraagt thans onge
veer 44,5 kg per hoofd der bevol
king en per jaar. Met dit cijfer
staat België nog wel ten achter bij
bepaalde andere landen. Daar nu
het vleesverbruik 22 tot 24% vergt
van de voedingsuitgaven der be
volking, zou een opvoering van dit
verbruik van een niet te onder
schatten belang zijn. Doch de beste
propaganda voor verhoging van
het vleesverbruik is voorzeker een
vermindering der vleesprijzen voor
de verbruiker. Deze nu is enkel te
bereiken door sanering van de
verdeling of distributie.
Deze is gekenmerkt door een te
groot oantal tussenpersonen tussen
de veehouder en de verbruiker en
een te hoge winstmarge genomen
door deze tussenpersonen. Deze
sanering is het werk van de coöpe
ratie tussen de veehouders bij de
afzet van hun slachtvee, naar het
voorbeeld ons door de Deense
landbouwers gegeven; alsook van
de overheid die deze samenwer
king aanmoedigen en misbruiken
bij de vaststelling der prijzen be
teugelen moet.
Wat de uitvoer betreft, heeft de
Minister van Landbouw de moge
lijkheden vergroot door een vrije
uitvoer toe te staan van levenc
slachtvee en vlees. Deze uitvoer
wordt bovendien gesubsidieerc
door het Landbouwfonds om me
dedinging mogelijk te maken met
de andere exporterende landen op
de vreemde afzetmarkten.
De gesubsidieerde uitvoer heeft
een aanvang genomen op 10 ok
tober 1.1. Voor het levend vee
wordt de toelage berekend per
dier. Zij verschilt volgens het land
van bestemming. Om de toelage
te bekomen moet de uitvoerder een
attest van vrije uitvoer uit België
voorleggen en een bewijs van vrije
invoer en van inverbruikstelling in
het land van invoer.
(Zie vervolg 6' bladz. 1kolom.)
De verhoudingen in de pluim
veehouderij liggen tegenwoordig
heel anders dan vóór enkele jaren.
De prijzen van de ene kant en
deze van de voeders langs de an
dere kant hebben de winstmoge-
ijkheden heel wat verkleind.
Noch aan de prijs van de voe
ders, noch aan deze van de eieren
kan de kweker iets veranderen
Hij moet ze nemen zoals ze zijn
Wil hij de winstmogelijkheden ver
groten dan zal hij dat moeten zoe
ken op zijn bedrijf zelf. Reeds vroe
ger hebben wij op verschillende
mogelijkheden gewezen, die zo
wat op ieder bedrijf aanwezig zijn.
Deze keer willen wij de aandacht
trekken op een andere mogelijk
heid het selecteren van de leg
hennen, dat bestaat in het regel
matig verwijderen van de slechte
en minderwaardige dieren, die wel
eten, maar niet voortbrengen.
Ieder kweker zal met ons ak
koord gaan als wij zeggen dat de
niet productieve dieren verwijderd
moeten worden. Dat spreekt toch
vanzelf. Maar ieder is het niet eens
over wat men onder niet produc
tieve dieren verstaat. In de praktijk
komen wij dagelijks gevallen tegen
waar in een koppel leghennen een
zeker gedeelte loopt dat niet het
minste ei heeft gelegd en dat den
kelijk ook niet van plan is het te
doen. Men denkt misschien dat
dergelijke dieren wel een of andere
dag aan de leg zullen gaan, en al
licht kan men gelijk krijgen ook.
Maar wat men daarbij uit het oog
verliest is, dat dergelijke hennen
nooit hun kost zullen waard zijn en
dat ze dus maar best opgeruimd
worden.
Anderen zien dat wel in en vra
gen niet 'beter dan de slechte leg-
sters uit te rapen, maar ze betrou
wen zich zelf niet. Zij vrezen ver
keerde hennen te pakken en lopen
dan maar liefst geen risico. Zo blij
ven die hennen rustig door eten en
eten meteen de winst van de kwe
ker op.
Ten slotte zijn er ook nog kwe
kers (vooral landbouwers), die over
te weinig tijd beschikken om hun
dieren voldoende gade te slaan,
die niet juist weten hoeveel hen
nen er lopen en hoeveel eieren die
leggen. Mensen dus die niet het
minste benul hebben van het pro-
ductiepeil van hun stapel. Dat ook
hier niet aan selecteren gedacht
wordt spreekt bijna van zelf.
Hoe selecteren
Wanneer wij een handboek over
pluimveeteelt doorlezen dan kan
men gemakkelijk de indruk krijgen
dat dit selecteren een heel inge
wikkelde karwei is, zo ingewikkeld
zelfs dat men er in de praktijk maar
liefst afblijft.
Het is inderdaad wel zo dat het
uitrapen van de laatste minder
waardige legsters werkelijk een
kunst is en heel wat ondervinding
vraagt. Heel wat faktoren dienen
bekeken en onderzocht, zoals bv.
al de kentekens van vroegtijdige
sleet, de afwezigheid van de leg,
het algemeen uitzicht van de die
ren, hun afstamming, hun gezond
heidstoestand, bepaalde beelden
van (meestal slepende) ziekten, enz.
'Niettegenstaande dat menen wij
toch dat er een eenvoudige selec-
tiemetode bestaat die in ieders be
reik ligt. Het is deze metode die wij
zelf bij voorkeur toepassen als wij
een kweker het selecteren willen
leren. Reeds van meet af aan leg
gen wij er de nadruk op dat met
deze metode niet de allerlaatste
slechte hen zal verwijderd worden,
maar in de praktijk zal ze toch zeer
gunstige resultaten geven. Het is
immers toch beter dat enkele slech
te dieren over het hoofd gezien
worden, en misschien wel eens een
goede verkeerdelijk wordt uitge
raapt, dan dat een hele bende
slechte blijft lopen.
Bij deze selectiemetode steunen
wij ons op enkele klaarblijkelijke
feiten, die de man van de praktijk
best kan begrijpen, en die hem,
wanneer hij zich de moeite wil ge
troosten, in staat kunnen stellen
zelf de hennen op een behoorlijke
manier uit te rapen.
Wij gaan ons hier niet verdiepen
in de selectie van kuikens of van
jonge, nog niet leggende poeljen.
Bepalen wij ons hier tot het uitra
pen van jonge hennen, die pas aan
de leg zijn gegaan.
Normaal mogen wij van onze
huidige rassen verwachten dat ze
aan de leg gaan op een ouderdom
(Zie vervolg 2' 'oladz. 1' kolom).
De Koornbloem
-\bonDementsprijs 72 fr. 's jaar»
Men kan zich abonneren op de
oostkantoren en bij de briefdragers.
Postche
Hande
ckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 14.25.93.
lsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER 1 De medewerkers zijn
O. CAUDRON. 1 verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,