LAND BOUW BERICHTEN DE KOORNBLOEM 8 nov. 1958 5 BINNENLAND Bijzonder invoerrecht op boter herkomstig uit Luxemburg. Het Koninklijk Besluit van 28 ok tober 1958 (Stsbl. 29 oktober) ves tigt een bijzonder recht van 60 fr per kg bij de aflevering van in voervergunningen voor boter oor spronkelijk ol herkomstig uit het Groot-Hertogdom Luxemburg. De Minister van Landbouw heeft even wel de bevoegiheid dit recht op een lager bedrag te brengen. Dit bijzonder recht wordt niet ge heven wanneer de Luxemburgse boter bestemd is om opgeslagen te worden in koelhuizen in België gelegen om daarna rechtstreeks naar Luxemburg te worden terug gezonden. De opbrengst van dit bijzonder recht wordt gestort in het Land bouwfonds. Voormeld Koninklijk Besluit is van kracht geworden op 29 okto ber 1.1. Handel in zaailijnzaad en keuring van zaaigoed en pootgoed. Het Koninklijk Besluit van 20 ok tober 1.1. reglementeert enerzijds de handel in zaailijnzaad en wij zigt anderzijds sommige bepalin gen van het Koninklijk Besluit van 25 maart 1952 tot inrichting van de keuring van zaaizaad en pootgoed De bepalingen van dit Besluit werden opgenomen in het Staats blad van 1/11/'58. Het is verboden zaailijnzaad te verkopen, te koop te bieden, te koop te stellen of met het oog op de verkoop in bezit te houden of te vervoeren, dat niet door de Na tionale Dienst voor Afzet van Land- en Tuinbouwprodukten ge keurd en aanvaard werd, overeen komstig de bepalingen van het Ko ninklijk Besluit van 25 maart 1952. Dit verbod betreft zowel het in gevoerd zaaizaad als datgene dat van de inlandse productie voort komt. Het indexcijfer der kleinhandelsprijzen in oktober 1958 Volgens een mededeling van het Ministerie van Economische Zaken in het Staatsblad van 2 3-4 novem ber 1.1. bedroeg het indexcijfer der kleinhandelsprijzen voor de maand oktober 108,24 punten tegenover 108,08 in september 1.1. Deze verandering vindt voorna melijk haar oorzaak, enerzijds in de prijsstijging van de boter, van de eieren en van de aardappelen en, anderzijds, in de prijsdaling van het vlees, van de zuidvruchten en van het butaangas. De index van de voedingspro- dukten bedroeg in oktober 107,7 tegenover 107,2 in september 1958. Deze van de niet eetbare produk- ten werd in oktober vastgesteld op 106,2 tegenover 106,4 in september 1.1. Het indexcijfer der diensten be reikte 115,1 in oktober 11. tegen over 114,8 in september. Als basis van vergelijking van het indexcij fer geldt het jaar 1953 vertegen woordigd door het cijfer 100. Voor onze inlandse bijenteelt. Volksvertegenwoordiger Char- pentier stelde op 3 oktober 1.1. vol gende parlementaire vraag aan de Minister van Landbouw: De bijenteelt verkeert in onze streken in een steeds moeilijker wordende toestand. Administratieve maatregelen hebben hier nog verergering in gebracht. 1° Enkele dagen vóór de verkie zingen heeft de vorige Regering bij Koninklijk Besluit van 22 mei 1958, Belgisch Staatsblad van 25 mei 1958, een overdrachtsbelasting van 10 °lo ingesteld op de verkoop van honig. TTUI Men kan zich afvragen waar om op de verkoop van dit product een hogere belasting wordt gehe ven dan op andere gewone voort- brengsten. 2° Vóór de oorlog genoten de bijenhouders ontheffing van de ac cijnsrechten op de suiker bestemd voor de bijen. Zou men hun dit voordeel op nieuw toestaan? 3° Er wordt beweerd dat de vreemde honig in grote hoeveel heden ingevoerd wordt, wat onze bijenhouders in een zeer moeilijke positie brengt. Graag vernam ik van de acht bare heer Minister of er ten voor dele van onze bijenhouders be paalde maatregelen kunnen wor den getroffen? Het antwoord van de Minister luidde 1° Aangezien het Koninklijk Be sluit van 22 mei 1958 tot wijziging van het Wetboek en de Algemene Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taxes genomen werd door het Ministerie van Financiën, behoort het aan dit Ministerie op de gestelde vraag te antwoorden. 2° De suiker bestemd voor de bijenteelt genoot tot 6 October 1951 van een vrijstelling van de accijns rechten mits onbreilcbaarmaking van deze suiker. Thans hebben de accijnsrechten die 60 fr per 100 kg bedragen geen grote invloed op de kostprijs van de honig. Daaren boven, ingeval de suiker bestemd voor de bijen vrijgesteld moest worden van de accijnsrechten, zou deze moeten onbruikbaar gemaakt worden en de onkosten van deze bewerking zouden ten laste zijn van de bijenhouders. Het voordeel van zulke maatregel zau dus zeer klein zijn. 3° Sedert 1957 is de invoer van vreemde honig in vermindering. De invoercijfers gekend voor 1958 wijzen op een nieuwe vermin dering ten overstaan van 1957. Dit belet echter niet dat het Mi nisterie zich thans bezig houdt met een herziening van de reglemente ring betreffende de invoer van honig. Antistoffen in de melk. Het ziet ernaar uit, dat kalver ziekten op een geheel nieuwe ma nier bestreden zullen kunnen wor den. Geleerden van de universiteit te Minnesota (VSA) hadden vroeger reeds gevonden dat zij bepaalde antistoffen in de koeien uier kon den brengen, zodat de melk be paalde ziekten bij de mens kon voorkomen. Naar Landbouwdo cumentatie meldt hebben diezelf de geleerden thans iets dergelijks ook voor kalveren uitgewerkt. Hiertoe werden antistoffen tegen 6 kalverziekten in koeienuiers in gespoten. De koeien begonnen binnen 24 uren met de produktie van anti stoffen in de melk. Een groep van 5 kalveren werd met deze gevoederd en na een week kunstmatig besmet. Een kon- trolegroep kreeg normale melk. Van deze laatste groep stierven alle kalveren,- van de proefgroep niet een. Dieren die reeds ziek wa ren, herstelden na injecties met gamma globuline uit de geënte melk. Deze melk kan tot melkpoe der worden verwerkt, bewaard en ingeval van ziekte aan de kalveren gevoederd. Staltemperatuur. Behalve de temperatuur en de vochtigheid j van de lucht hangt het welbehagen van het dier ook af van de beweging van de lucht in de stal. Wordt deze beweging te sterk, m.a.w. gaat het tochten, dan krijgen de dieren daar last van paarden, kalveren en koeien min der dan varkens en biggen. Voor al de laatsten die nog geen spek laag hebben, zijn gevoelig voor tocht. De biggen groeien, volgens Zweedse onderzoekingen, het best bij 27° C; bij 21° C kan een afzon derlijk geplaatst dier het al erg koud hebben, 15° C is veel te koud. Proeven met kuikens van 4 weken wezen uit, dat 't voederverbruik bij 7° C ruim 12 t.h. groter was dan bij 17° C. In Amerikaanse proeven was het voederverbruik bij var kens tussen 25-65 kg het kleinst bij 25° C; bij varkens van 75-120 kg was het 16 18° C. Ook bij koeien doet men verstandig de tempera tuur in de stal zo konstant moge lijk te houden. Volgens Amerikaan se proeven is voor rundvee de tem peratuur van 10° C het best. BUITENLAND. V.S. VAN AMERIKA. Toenemende wereldvoort- brengst van boter en kaas. In 1957 bereikte de voortbrengst aan kaas van de 24 bijzonderste produktielanden het recordcijfer van2.600.000ton. Deze hoeveelheid overtreft met 3,7 de voortbrengst van verleden jaar. In Frankrijk was de toename het hoogst en heeft de voortbrengst met 22 deze van 1956 overschreden die nochtans reeds aanzienlijk was. Verder is de voortbrengst ook gestegen in De nemarken, Engeland, Nederland en de Verenigde-Staten. De wereldvoortbrengst aan bo ter is toegenomen met 4 tegen over het maximum bereikt sedert de oorlog Ook in Frankrijk is de produktie het sterkst toegenomen, daar zij met 35.800 ton deze van 1956 heeft overschreden welke 284 ton bedroeg. De botervoortbrengst in Groot- Brittannië is toegenomen met 27 en heeft 43.000 ton bereikt. WEST-DUITSLAND West-Duitsland heeft genoeg boter Het Westduitse ministerie van voedselvoorziening maakte be kend dat de voorraden oude bo ter in de koelhuizen van 21.000 ton in deze zomer gedaald zijn tot 14.000 ton, terwijl nog gerekend wordt op een aanzienlijke verdere daling gedurende de lopende maand oktober. De resterende hoe veelheden oude boter zijn echter nog belangrijk hoger dan een jaar geleden. Op een spoedige hervat ting van de invoer zal men, vol gens het ministerie, niet mogen re kenen. NEDERLAND. Toenemende boter- en kaasverbruik. Sedert de verlaging van de prijs op 27 april 1958 is het boterver- bruik in Nederland gestegen tot ruim 1.200 ton per week en het kaasverbruik tot ongeveer 1.700 ton. Op jaarbasis betekent deze toename een verbruik van 62 4C0 ton boter en van 88 400 ton kaas tegen 32.200 ton boter en 69.400 ton kaas in 1956 en 41.750 ton boter en 72.200 ton kaas in 1957. OOSTENRIJK. De varkensstapel. De Oostenrijkse varkensstapel bedroeg begin juni 1958 rond 2,58 miljoen stuks, hetgeen ten opzich te van het aantal in maart van het zelfde jaar weinig verandering vertoonde het aantal gemeste varkens en dragende zeugen daal de in dit tijdsverloop met respec tievelijk 5 en 10 0lo in de voorgaande jaren steeg over genoemde periode de gehe le varkensstapel met 7 terwijl bij de gemeste varkens en drachti ge zeugen een kleine toename viel te constateren. Dat deze ten dens in 1958 niet is waargenomen, wordt volgens de ingewijden ver oorzaakt omdat enerzijds minder biggen zijn geboren en anderzijds meer is geslacht. Het verbruik van varkensvlees was in het eerste halfjaar van 1958 ongeveer 3 hoger dan in 1957. Teneinde de behoefte aan var kensvlees te dekken worden var kens ingevoerdvan juni 1957 tot mei 1958 werden 63300 varkens geimporteerd. De voornaamste le veranciers hiervan zijn Polen, Hon garije, Roemenië, Zuidslavië en Bulgarije. ZWITSERLAND. Invoer en vervoer van pootaardappelen. De algemene directie van de douane, de afdeling landbouw van het bondsdepartement van open bare economie en de alcoholregie hebben onlangs een mededeling gepubliceerd betreffende de invoer en het vervoer van pootaardappe len in Zwitserland. Krachtens die mededeling mo gen de plantaardappelen herkom stig van bezochte en erkende teel ten en behorende tot de variëtei ten die vermeld staan in de officiële Zwitserse soortenlijst, in dit land worden ingevoerd tegen betaling van een verlaagd recht van 1 Zwit serse frank per honderd kg (post 45a van het douanetarief). Elke verzending dient vergezeld te gaan van een toelatingsattest (attest voor de levering van erken de pootaardappelen) en van een at test van oorsprong (attest van de plantenziektekundige inspectie). De Zwitserse spoorwegmaat schappijen verlenen bovendien van 10 september 1958 tot 31 mei 1959 een vermindering van 50 voor de ingevoerde pootaardappelen. De Zwitserse spoorwegmaat schappijen en de alcoholregie zul len elk de helft van de netto-kosten dragen welke voortvloeien uit het vervoer in gelode zakken van de door de Vereniging van Zwiterse deskundigen gecontroleerde in landse pootaardappelen. De belanghebbenden kunnen uitvoeriger inlichtingen ter zake bekomen op onze kantoren, (dienst 227) Proefteelt van hop. In Zwitserland is een begin ge maakt met de proefteelt van hop. De voorlopige uitslagen zijn van die aard dat de proefnemingen in elk geval nog vier jaar zullen wor den voortgezet. Drukkerij De Koornbloem Zeebergkaai, 5, Aalst.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 5