De landbouwtelling van 15 mei 1958. De pluimveetentoonstelling te Utrecht. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 15 NOVEMBER 1958. Verschijnt iedere zaterdag 37ste JAARGANG Nr 1846 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Uitslagen en beschouwingen. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek heeft onlangs de voorlo pige uitslagen kenbaar gemaakt van de land- en tuinbouwtelling van 15 mei 1958. Het aantal aangevers bij deze telling bedroeg 220.511 wat onge veer 5.000 minder is dan in 1957, wat betekent dat er 5000 kleine landbouwbedrijven verdwenen. Ziehier de bijzonderste cijfers van de telling van 15 mei 1.1. en bij vergelijking de definitieve uitsla gen van 15 mei 1957: De teelten (in hectaren) 1958 1957 Wintertarwe 197.827 155.610 Wisseltarwe 2.072 2.435 Zomertarwe 33.138 45.836 Totaal tarwe 215.037 203.881 Rogge 63 113 60.215 Wintergerst 27.610 25.028 Zomergerst 66.057 59 843 Haver 138.841 145.389 Korrelmaïs 185 748 Suikerbieten 65.320 62.082 Vlas 23.917 25.747 Cichorei 1.213 1.212 Tabak 1.304 1.033 Hop 558 520 Vroege 4.629 aardappelen 5.710 Half-vroege aardappelen 42.034 45712 Late aardappelen 16.724 17.612 Tot. aardappelen 64.468 67.953 Voederbieten 53.785 57.062 Inkarnaatklaver 1.614 1 696 Gewone klaver 18 659 22.481 Andere klaver 8.943 9.664 Luzerne 10.167 12.006 Groenteteelt in open lucht voor verkoop 10 655 10.912 777.694 782.501 35.833 36.784 Snijbloemen 180 185 Totaal bloemen 651 650 Weiden en grasland Fruitteelt (voor verkoop) Glasteelt: Groenten 386 350 Fruit 496 480 Bloemen 192 184 Deze cijfers wezen uit dat de teelt van wintertarwe is toegeno men met 24.217 ha, terwijl deze van de wisseltarwe en zomertarwe is afgenomen met 13.061 ha, zodat de tarweteelt ten slotte een aanwinst maakt van 11.156 ha. Anderzijds is de roggeteelt ge stegen met 2.890 ha, de wintergerst met 2 583 ha en zomergerst met 6.214 ha, terwijl de haverteelt met 6.548 ha terug liep. Te zamen verhoogde het areaal voedergranen aldus met 5.147 ha. Indien men daarbij nog de toena me met 1.000 ha voegt van spelt, komt men tot de vaststelling dat de graanteelten in totaal met 17.303 ha zijn toegenomen, wat niet als abnormaalmag wordenbeschouwd De uitbreiding met 3.000 ha van de suikerbietenteelt en de redelijk goede oogst stellen opnieuw het probleem van de uitvoer van het overschot dat niet zal verwerkt worden voor de binnenlandse sui kerbevoorrading. Er kan worden voorzien dat dit overschot afzet zal vinden in West-Duitsland. De toename met 271 ha van de tabakteelt en met 38 ha van de hop kan aangestipt als een uiting van een zeker optimisme vanwege de planters. Bij de aardappelteelt wordt een vermindering genoteerd van totaal ruim 3 000 ha. Ten opzichte van 1957 bedraagt de afname van de groenvoederteelten ruim 9 700 ha op 15 mei 1958. De weiden en gras land verminderden met 4.800 ha. Wat betreft de voedergewassen moeten deze statistieken met een zeker voorbehoud worden aan vaard, daar de nateelten waarvan de omvang belangrijk is voor het grootste gedeelte niet worden ge teld, ook niet op 1 januri. Er worden inderdaad na 15 mei nog heel wat voedergewassen geteeld die vóór 1 januari geoogst worden en dien volgens in geen enkele telling wor den opgenomen. Bij de algemene landbouwtelling welke de rege ring voor 1959 uitgeschreven heeft zal met deze bijzonderheid reke ning dienen gehouden te worden om een juist beeld van de toestand te hebben. De Dierenstapel. 1958 1957 Landbouw- paarden 175.982 180.691 Rundvee: 1) Kalveren en jong vee van drie maand tot een jaar mannelijke vrouwelijke 2) van één tot twee jaar: jonge stieren niet voor dekdienst bestemd vaarzen jonge ossen 3) Oudere dieren stieren melkkoeien melk- en trekdieren vaarzen >*13 trekossen 156.938 278.959 69.306 398.626 103.993 10.311 954.370 18.625 137.188 2 816 mest- en slachtvee 86 074 140.254 263.974 53 058 378.951 92.845 8.510 932.241 21.725 128.734 3.007 74.240 Algemeentotaal 2.559.526 2.448.327 Vervolg 2' bladz. onderaan le kolom Van Aalst tot Utrecht is een hele reis, maar toch hebben wij ons de moeite getroost die verplaatsing te doen, omdat die pluimveetentoon stelling te Utrecht een overzicht geeft van wat Nederland op het ge bied van de pluimveeteelt verwe zenlijkt en ook omdat wij graag te leer gaan bij onze Noorderburen. Onze algemene indruk was dat de tentoonstelling minder was dan andere jaren, minder exposanten, minder deelnemende firma's en ook wel minder belangstellenden. Wel licht een weerslag van de minder goede gang van zaken in de hen- nenhouderij? Wat echter niet weg neemt dat wij toch enkele dingen hebben gezien, die onze kwekers zeker wel zullen aanbelangen. Hokkenbouw. In Nederland, meer dan in België, geeft men zich rekenschap van het groot belang van een goed hok. Wij zien daar dan ook veel sneller nieu we opvattingen doordringen. Dit streven steeds bij te blijven gaat ge paard met een uitgesproken strek king naar een kostprijsverlaging bij de bouw. Wij zien daar dan ook verschillende typen van grote hok ken en een eenvoudiger aanwen ding van glas. Grote hokken hebben in verhou ding een groter bodemoppervlakte en een groter luchtinhoud tegen over hun oppervlakte van daken en muren, dan dit bij kleinere hok ken het geval is. Dit valt niet alleen goedkoper uit in het bouwen, maar heeft bovendien het voordeel min der onderhevig te zijn aan tempera tuurschommelingen. Over de hele lengte van de voor gevel worden een twee- of drietal (al naar de hoogte van de voorge vel) planken aangebracht, waarin gleuven zijn geschaafd. In de gleu ven wordt het glas zonder meer in gestoken, zodat de afzonderlijke glasplaten over elkaar kunnen schuiven. Eigenlijk hetzelfde sys teem als wij toegepast zien in de meubelbouw (kasten en buffetten). De kosten bij een dergelijke con structie zijn nog niet half zo groot als bij het gebruik van houten of ijzeren ramen. Het zoeken naar goede rassen of kruisingen. Zuivere rassen zijn in Nederland nog te vinden op de fokbedrijven. Bij de gewone kweker worden ze eerder zeldzaam. Die verwachten hun heil meer van gebruikskruisin- gen De zuivere rassen op die fok bedrijven dienen als uitgangsmate riaal voor het maken van die ge- bruikskruisingen. Het heeft geruime tijd geduurd eer de dure Ameri kaanse rassen in Nederland wer den geduld. Nu dit toch zo ver is doen de fokkers al wat mogelijk is om kruisingen te vinden die met de Amerikaanse kunnen wedijveren. Te horen aan de productiecijfers, die worden bekomen, zijn ze al aar dig op weg daarin te slagen. Wat echter op heel de tentoon stelling niet te vinden was, was een behoorlijk bruin ei, zoals dit bij de kwekers uit onze streek ge- eist wordt. In Nederland schijnen ze daar weinig of geen belang aan te hechten. Belgische liefhebbers, die het zouden willen proberen met die Nederlandse kruisingen moeten zich dus geen illusies ma ken over de kleur van de eischaal. Uit verschillende gesprekken met de daar aanwezige broeiers hebben wij menen op te maken dat de gezondheidstoestand van het Nederlandse pluimvee bevre digend is. Vooral op het gebied van pullorum schijnen de broeiers hun verantwoordelijkheid te be grijpen. Dit werd bevestigd door gewone kwekers, die wij nopens dit punt ondervroegen. In België lijkt ons de toestand wat dat betreft zeker niet verbe terd te zijn. In het voorbije opfok- seizoen zagen wij immers te veel gevallen van pullorum, vooral dan onder de mestkuikens. Maar ook onder de legkuikens moet er heel wat gezeten hebben, te oordelen naar het groot percentage uitval dat wij momenteel bij de leggende hennen te zien krijgen. In dat verband is het ook wel nuttig aan te stippen dat men in Nederland niet zo'n voorstaander is van het gebruik van start voe der dan hier bij ons het geval is. Verschillende kwekers schenen dit voeder zelfs niette kennen. Als wij nu weten dat dit «start «-voeder in hoofdzaak een voeder is tegen pul- lorumziekte, dan vragen wij ons af of het veelvuldig voorkomen van pullorumkuikens in België niet in verband staat met dat start «-voe der. Zo heel onwaarschijnlijk is dat niet Het gebruik van maagsteentjes. Uitgaande van het feit dat hennen voor de normale vertering van hun voeder, speciaal van graan, een grote behoefte hebben aan scher pe steentjes, is men in Nederland op grote schaal overgegaan tot het speciaal ter beschikking stel len van dergelijke steentjes. Op in tensieve bedrijven en zeker op de ze waar de hennen de grootste tijd van het jaar worden binnen ge houden lijkt ons dit zeker geen overbodige luxe. Zelfs bij hennen die regelmatig buitenlopen gaat (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden. ia

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 1