De begroting van landbouw Wat aanvangen met MOEDERLOZE BIGGEN Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid; adelt voor de bevoegde senaatscommissie. AALST 14 FEBRUARI 1959. Verschijnt iedere zaterdag 38ste JAARGANG Nr 1859 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. De behandeling van de begro ting van landbouw door de be voegde parlementaire commissies verdient doorgaans belangstelling, enerzijds, omdat de Minister van Landbouw er inlichtingen verstrekt betreffende zijn beleid en ander zijds omdat de leden der commis sies vragen stellen betreffende de actuele landbouwaangelegenhe- den waarop de Minister gehou den is te antwoorden. De bespreking van de begroting van landbouw 1959 door de be trokken senaatscommissie, waar van senator Sledsens als verslag gever optrad, werd ingeleid door een redevoering van de Minister van Landbouw waarin hij een uit voerige toelichting verschafte be treffende zijn landbouwpolitiek. Hij verdeelt deze in: politiek op korte termijn en politiek op lange termijn. Het hoofddoel dat hij na streeft is het evenwicht te verwe zenlijken en te handhaven tussen produktie en de behoeften of de afzet. Ziehier in grote lijnen de uiteen zetting van de minister over De politiek op korte termijn De eerste sector die moest gesa neerd woeden was deze der graan- voortbrengst. De tarwevoortbrengst neemt in ons land een voortdurende uitbrei ding en heeft reeds 215.000 ha be reikt. Deze stelselmatige toename geschiedt in minder gunstige tech nische voorwaarden dank zij kunstmatige prijzen. In juli 1.1. dekte de binnenlandse voortbrengst 80 t.h. der behoeften. Daar het niet in onze veibruiksge- woonten ligt uitsluitend inlandse tarwe te gebruiken voor het brood, dringt een evenwicht zich hier op. De prijs was oorzaak van deze on gewone uitbreiding van de tarwe- teelt, doch wegens de noodzakelij ke continuïteit in het beleid was het niet mogelijk de prijzen onmid dellijk lager te stellen. De ver wachtingen der landbouwers mochten niet teleurgesteld wor den. De Minister verklaarde dat het zijn inzicht is aan te sturen op een lagere tarweproduktie; tech nisch is het niet verantwoord tar we op tarwe te zaaien en econo misch bekeken moet de produktie aangepast worden aan de moge lijkheden van verbruik. De Minister behandelt vervol gens het probleem van het even wicht tussen de tarwe en de voe- dergranen. Hij stelt voorop dat de innerlijke waarde van de voeder- granen 80 t.h. bedraagt van de tar- wewaarde. Uitvoerende landen brengen op onze markt nochtans voedergranen tegen dumpingprij zen waartegen onze voortbrengers niet bestand zijn. om het evenwicht te herstellen en de valorisatie van de voedergranen te bekomen werd op hun invoer een taks gesteld, waarvan de opbrengst aange wend wordt voor de uitkering van toelagen aan de kleine bedrijven tot dekking van de verhoging van de kostprijs van zuivel- en vlees- produktie veroorzaakt door be doelde taks. Indien op dit gebied de compen satie niet ten volle werd bereikt, is zulks te wijten aan onvoldoende nauwkeurige gegevens der land bouwtelling waarvoor de landbou wers verantwoordelijk zijn. Als voorbeeld van dit gebrek aan nauwkeurige gegevens omtrent de produktie citeert de Minister in verband hiermede de aangiften van de met hop beteelde opper vlakte. De Minister hoopt niettemin te gen de volgende oogst een even wicht in de graansector alsmede een verbetering in de zuivel- en vleessectoren te bereiken. In de zuivelsector heeft de sane ring alreeds uitslagen gegeven: de botervoorraden zijn reeds gedaald van 8.000 tot 6.300 ton, en al heeft de sanering een tijdelijk karakter, toch laat de toestand toe de win terperiode met minder angst tege moet te zien dan verleden jaar. De Minister wijst er op dat de voor raden thans tot normale verhou dingen zijn terug gebracht. Hij onderstreept anderzijds de verschillende maatregelen ter on dersteuning van de botermarkt nl: 1) het Koninklijk Besluit van 17 september 1958 dat de invoer van Luxemburgse boter aan vergun ning onderwerpt en het Koninklijk Besluit van 28 oktober 1958 dat op deze boter een taks legt van hoog stens 60 fr per kg. Deze besluiten waren nodig tot bestrijding van de fraude of bedrog. De Minister heeft de nodige contacten gehad met de Luxemburgse overheden; te genover het argument dat het geen zin heeft in een economische unie invoervergunningen en taksen toe te passen antwoordt de Minister dat tegen bedrog enkel harde maatregelen doeltreffend zijn. (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom Tot vóór enkele tijd betekende een dode zeug doorgaans ook een nest dode biggen. In die gevallen waar de zeug wel in leven bleef, maar slecht of onvoldoende zog gaf, brachten de biggen het over 't algemeen niet veel verder. Sinds er kunstmatige zeugenmelk be schikbaar is is het normaal moge lijk de biggen groot te brengen, hoewel daarbij zich nog wel moei lijkheden kunnen voordoen, dik wijls omdat de kweker nog niet voldoende ondervinding heeft op dat gebied. Gewoonlijk begint het verhaal als volgt meneer, mijn zeug is ge storven, (ol is ziek, of geeft niet vol doende zog) en ik heb gehoord dat er speciale melk voor biggen be staat. En als wij dan navraag doen dan komt men doorgaans de op vatting tegen dat het volstaat die mirakuleuze melk te geven om heel de zaak in orde te krijgen. Die kunstmelk is natuurlijk al een hele stap vooruit, maar toch moeten wij hier op wijzen, dat die melk alleen nog niet voldoende is. Het is daarom verkieslijk de var kenshouders een handje te helpen als zich op hun hof een dergelijk geval voordoet Wij laten ons dan heel de geschiedenis vertellen hoe de zeug heeft gebigd, hoeveel levende en dode biggen er waren, hoe het stond met het zog, met de eetlust van de zeug, enz., enz. Op die wijze kan men zich gemakke lijker een gedacht vormen van de toestand waarin de kleine diertjes verkeren. Is de zeug nog in leven (met of zonder ziekteverschijnselen) maar geeft ze onvoldoende of afwijken de melk, waarbij de biggen achter uit gaan, dan geven wij in vele ge vallen de raad de veearts er bij te halen. Wij hebben zo de indruk dat vele kwekers te lang risico ne men en pas in het alleruiterste ge val de veearts roepen. Dat hij dan nog al eens te laat komt is niet zo verwonderlijk. Vooral bij zeugen die na het werpen koorts vertonen (welke zeugenhouder heeft een thermometer is de veearts op zijn plaats. Ook wat de voeding van de big gen betreft wordt wel eens te lang gewacht om de passende maatre gelen te nemen. Is er niet genoeg of geen zog, dan probeert men het wel eens met koemelk ofwel ziet men de zaak nog wat af in de hoop dat het wel zo in orde zal komen. Het gevolg daarvan is dat wij vrij dikwijls voor een nest biggen ko men te staan, die zodanig achter uit zijn gegaan en zo erg zijn ver zwakt dat er slechts een kleine kans is ze er door te halen. Dat wil echter niet zeggen dat wij te vroeg op de kunstmatige voeding moeten overgaan. Want het gebeurt meer dan eens dat de uier van de zeug stilaan in orde komt als de biggen er regelmatig aan gaan zuigen. Dus moeten ze zoveel mogelijk de kans krijgen aan de uier te komen, maar dat wil niet zeggen dat men té lang moet wachten, in 't geval dat er geen verbetering komt. De verwarming. Het moet voldoende bekend zijn dat de biggen, vooral gedurende de eerste levensdagen, een grote behoefte hebben aan warmte. Men ziet ze dan ook, zeker in de winter, dicht bij de zeug aankruipen. Is de zeug echter ziek, dan loopt men een groot risico met ze er voortdu rend bij te laten. Zieke dieren let ten niet genoeg op hun jongen. En er is veel kans dat er biggen wor den doodgelegen. In dergelijke gevallen moet men niet te veel betrouwen op die ijze ren baren langs de muur. Een veel betere metode, die tegelijkertijd ook zorgt vooreen behoorlijke ver warming is de volgende In het zeugenhok maakt men een afsluiting waar de biggen al leen kunnen in komen. Zeer han dig is de volgende manier op de grond legt men in een of andere hoek (liefst deze die het meest van de trok is afgesloten) een zware balk. Een dwarsligger van de spoorweg bv. doet het hier zeer goed. Doorzijn eigen gewicht blijft hij goed ter plaats liggen. Daar achter komt het stro te liggen voor de biggen. Op een hoogte, waar de zeug niet overheen kan maakt men een tweede balk, evenwijdig met de eerste, in de muur vast. De biggen kunnen gemakkelijk tussen de twee balken door en kunnen dus vrij in en uitlopen. De zeug kan echter niet in de hoek, die voor de biggen voorbehouden is. Midden in de aldus afgesloten hoek komt een verwarmingslamp te hangen. Voor kleine nesten volstaat een infra-rood lamp van 150 watt, maar voor grotere nesten verkiezen wij een lamp van 250 watt. Op een IZie vervolg 2' bladz. 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1959 | | pagina 1