De begroting van landbouw De rol van krachtvoeders in de vetvorming in de melk* Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeidt adelt voor de bevoegde senaatscommissie. AALST 28 FEBRUARI 1959. Verschijnt iedere zaterdag 38ste JAARGANG Nr 18(51 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. (3de bijdrage) In onze twee vorige nummers gaven wij een samenvatting der rede gehouden door de Minister van Landbouw voor de bevoegde senaatscommissie tot toelichting van de politiek van zijn departe ment. Het blijkt ons niet van be lang ontbloot een beknopt over zicht te geven van enkele interes sante gedeelten der besprekingen die over de landbouwbegroting plaats hadden in de schoot der se naatscommissie. Door meerdere leden der com missie werd aangedrongen tot her nieuwing van de premie voor de inlandse vlasteelt Deze premie, die verleden jaar 2.000 fr per ha be droeg, is noodzakelijk om een vol doende bevoorrading te bezorgen aan grondstof voor onze vlasvezel bereiding. Tengevolge van de on gunstige prijzen van de vlasvezels, werd de teelt reeds verleden jaar merkelijk ingekrompen in Frank rijk en Nederland, waar onze vlas bewerkers een gedeelte van hun grondstof betrekken. Ook in deze landen en in België wordt een aan zienlijke vermindering van de vlas teelt verwacht in 1959, zodat ons vlasbedrijf met een aanzienlijk te kort aart grondstof wordt bedreigd indien de teeltpremie voor 1959 niet wordt hernieuwd, omdat de land bouwers er de voorkeur zullen aan geven andere teelten te beoefe nen, die dank zij toelagen of gun stiger prijzen betere opbrengsten geven. De Minister verklaarde zich te genstander ran het inschrijven op de begroting van het krediet van 50 miljoen frank vereist voor de uitbetaling der vlaspremie, indien dit krediet van een ander post der begroting zou worden afgenomen. Indien het parlement echter een aanvullend krediet zou stemmen voor de vlasteeltpremie zou hij zulks niet afwijzen. Wij weten dat de senaat inmiddels het krediet van 50 miljoen voor de vlasteelt premie heeft gestemd, doch dat de regering tQt grote misnoegdheid en teleurstelling van West-Vlaan deren beslist heeft het tweede ge deelte van de verwerkingspremie toegestaan voor de vlasbewerking niet uit te betalen om voormeld krediet van 50 miljoen terug te vor deren. Eens te meer moeten wij vaststellen dat de regering opziet tegen enkele miljoe nen om onze vlasnijverheid van de ondergang te red den, terwijl zij loyaal hon- derde miljoenen beschik baar stelt om de verliesla tende economische niet leefbare Waalse kolenmij nen het leven te rekken. Wat de suikerbietenteelt betreft waarover door een lid der com missie uitleg werd gevraagd, ant- woorde de Minister dat België ge bonden is door internationale ac- coorden en dat zijn departement geen medezeggingschap heeft in de financiële politiek die haar weerslag heeft op de suiker en ver band houdt met de toepassing van de accynsrechten. Op een vraag van een lid der commissie of het Departement van Landbouw zich zou beperken tot raadgevingen aan de landbou wers tot vrijwillige beperking van bepaalde teelten antwoordt de Minister bevestigend doch ver klaart tevens dat hij alle middelen zal aanwenden om de landbou wers te overtuigen. Hetzelfde lid betwijfelt de doelmatigheid van deze methode en verwijst naar de opdrijving van de vleesvoortbrengst in het vooruitzicht van de wereld tentoonstelling. Op een vraag hoe de Minister meer nauwkeurigheid in de land tellingen denkt te bereiken, erkent de Minister dat dit vraagstuk zeer ingewikkeld is en wijst op het be lang dat de landbouwers hebben bij de nauwkeurige aangiften. Een lid der Commissie bepleit de toekenning uit het Landbouwfonds van premies voor de uitvoer van mestkuikens, waarvoor thans in te genstelling met wat voor de eieren geschiedt, geen tegemoetkoming wordt verleend; hij stelt een pre mie voor van 6 fr per kg voor mest kuikens. Aldus zou een daadwer kelijke hulp geboden worden aan de ganse bedrijfstak der kippen- houderij. De Minister antwoordde dat hij in principe akkoord ging met de toekenning van een uitvoerpremie voor mestkuiken op voorwaarde dat deze maatregel geen terugslag zou hebben op de kredieten waar over hij beschikt. Wat de eieren betreft wijst hij er op dat sinds 13 januari 1.1. een exportpremie van 0,30 fr per stuk wordt toegekend. (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) In een paar van onze voorgaan de nummers hadden wij de gele genheid te wijzen op een paar be langrijke onderwerpen, die ter ge legenheid van de studiedag over De economie en produktie van de vetstof indepxelk», die werd ingericht door de Beroepsvereni ging der fabrikanten van samen gestelde voeders, werden behan deld Door ing. J Delage, lector aan het Nationaal Landbouwinstituut van Parijs, werd op diezelfde stu diedag een voordracht gehouden, waarin hij de rol, die de kracht voeders spelen in de vetvorming van de vetstoffen in de melk, be lichtte. Ten einde deze voordracht voor onze lezers toegankelijker te ma ken geven wij hier, op een vereen voudigde manier, de bijzonderste gedachten weer. De plaats van de krachtvoeders in de voeding van het melkvee. Het rundvee zet de ruwvoeders, die op de hoeve worden gewon nen en sommige onderprodukten uit de nijverheid (zoals bv. koeken, maalderijafvallen, enz die voor de veehouderij beschikbaar zijn, om in melk en vlees. De voeding, m a.w. het gebruik van deze twee verschillende soor ten voeders; stelt de melkveehou der tegenover twee tegengestelde aspekten. 1) Alle landbouwdeskundigen zijn het er wel over eens dat het voor de melkveebedrijven hoofd zaak is te kunnen beschikken over voldoende en ook aangepaste ruw voeders. En het is een uitgemaakte zaak dat de ruwvoeders, voor zo ver ze aan de eisen van de dieren en hun produktie voldoen, de goedkoopste voedingsbronnen zijn Dat is de economische kant van de zaak. 2) Als gevolg echter van een voortdurende selectie op een hoge re opbrengst, waardoor steeds gro ter eisen aan het dierlijk organis me worden gesteld, blijken die ruwvoeders niet meer voldoende te zijn. Alleen aangewend zijn ze niet meer in staat de gevraagde opbrengst mogelijk te maken. In dien geen aanvullende voeders worden bijgebracht zal de melk en boterproduktie, onvermijdelijk gaan verminderen en de erfelijke aanleg van de dieren, waarvoor wij ons bij de selektie zoveel moei te hebben getroost, zal niet tot vol Ie uiting kunnen komen. De tijdens de laatste tientallen jaren verwezenlijkte vooruitgang op het gebied van de oogst, de be waring en de teelt zelf van de hoe vevoeders, heeft als gevolg gehad dat er op de hoeve meer en meer eigen voeders konden worden ge bruikt. Maar de aan te wenden hoeveelheid wordt begrensd door het opnemingsvermogen van de dieren. In de praktijk stelt men dan ook vast dat men er met moeite in lukt een basisrantsoen bijeen te krijgen dat een produktie dekt van 15 liter melk per dag. Wat onze streek betreft hebben wij reeds herhaaldelijk moeten vaststellen dat vele melkveehouders alle moei te hebben om het met hoevevoe ders tot een rantsoen te kunnen brengen dat kan instaan voor een dagelijkse gifte van 10 kg melk. Bovendien is het moeilijk aan de koeien, onder vorm van hooi, inge kuild voeder en bieten meer dan 2,5 kg tot 2,6 kg droge stof te doen op nemen per 100 kg levend gewicht. Veronderstellen wij een koe van 600 kg lichaamsgewicht. Hiervoor zouden dan 15 kg tot 15,6 kg droge stof moeten worden opgenomen. Om te illustreren hoezeer dit door de opnamemogelijkheid van het dier wordt beperkt geven wij hier de hoeveelheden ruwvoeders, die daarmee overeenstemmen: Ingekuild voeder: 100 tot 110 kg Hooi: 18 kg Bieten: 120 kg. Een eenvoudige berekening toont gemakkelijk aan dat deze hoeveelheden ruwvoeders rond de 15 kg droge stof inhouden. Maar hoe moeten onze koeien dergelij ke hoeveelheden verwerken En dat brengt ons de fysiologische kant van de zaak, die wij niet kun nen over 't hoofd zien zonder dat wij ofwel onze dieren te kort doen, ofwel verlies gaan lijden aan op brengst. Hieruit valt een praktisch be sluit te trekken dat bij de voeding van de koeien voortdurend in 't oog moet worden gehouden: de boer moet met zijn eigen gewon nen voeder kunnen instaan voor een basisrantsoen voor ieder koe op zijn bedrijf en dat tot een melk- gifte van 10 kg, zo mogelijk tot 15 kg. Dit basisrantsoen kan dan ge rust voor alle koeien gelijk zijn. (Drachtige, maar droogstaande koeien krijgen een rantsoen dat overeenstemt met een produktie van 10 kg melk). Al wat de melkgifte van 10 tot 15 kgfper dag overtreft kan niet meer (Zie vervolg 2* bladz. 1' kolomI De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1959 | | pagina 1