Doelmatige bodemvalorisatie.
OPFOK VAN BIGGEN.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Het groot nut van een
Het doelmatig gebruik van viggenmeel.
AALST 4 APRIL 1959.
Verschijnt iedere zaterdag
38ste JAARGANG Nr 1866
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(3de bijdrage)
Aan de hand van het memoran
dum opgesteld door de landbouw-
commissie van de Economische
Raad voor Vlaanderen hebben wij
achtereenvolgens in onze twee vo
rige nummers volgende elementen
behandeld die van aanzienlijk be
lang zijn voor een doeltreffende
verbetering van de landbouwgron
den en van hun efficiente benutti
ging tot verhoging van de voort-
brengst in de landbouw: eensnel
doorgevoerde en doeltreffende
ruilverkaveling, een stelselmatige
en ruime toepassing van de nieuwe
wetgeving op de polders en de wa
teringen en de gezondmaking van
de waterzieke gronden. Er blijven
nog enkele andere vraagstukken
die een oplossing vergen voor de
bodemverbetering en de bodembe
scherming.
Vooreerste hebben wij het pro
bleem van
De Watervoorziening.
Naar schatting bevinden zich in
het Vlaamse land, bijzonder in de
Kempen, 1C0.000 ha te droge gron
den, die door wateraanvoer (infil
tratie en bevloeiing) merkelijk kun
nen verbeterd worden. Er is meer:
in de streek van Sint Truiden zijn
weiden die onmogelijk kunnen be
legd worden met vee omdat er
geen water te vinden is, zelfs met
geboorde putten.
Hier zou een waterleiding, zoals
in de steden noodzakelijk zijn.
In vele streken wordt water aan
de grond ontrokken door de aan
leg van kanalen en door water
winning voor drinkwatervoorzie
ning of voor industriële doelein
den. In deze gevallen, zoals trou
wens ook bij het saneren van wa
terzieke gronden dient vermeden
dat door deze werken andere gron
den te droog zouden worden, zo
niet moet wateraanvoer op een
ander wijze worden verzekerd.
Wellicht is het mogelijk in sommi
ge gevallen de sanering van wa
terzieke gronden te doen gepaard
gaan met watertoevoeging aan de
waterarme gronden. Dit probleem
zal nader worden behandeld door
de landbouwcommissie van de
Economische Raad voor Vlaande
ren in een tweede verslag dat zal
handelen over de watervoorzie
ning van het platte land.
Verder zijn dringend noodzake
lijk de bescherming van de opper
vlakte-waters tegen bezoedeling
door afvalwaters van fabrieken, de
bescherming van de landbouw
gronden en gewassen door lucht-
bezoedeling en maatregelen tegen
bodemerosie en tegen bodemkun-
dige degradatie tengevolge van
onoordeelkundige uitbating.
Oordeelkundig
bodembeleid.
Het bodembeleid in het Engels,
soil-planning genaamd, bete
kent op landbouwtechnisch ge
bied het best mogelijk gebruik van
de landbouwgrond volgens zijn na
tuurlijke eigenschappen, de be
scherming en de eventuele verbe
ring van deze eigenschappen. In
de bredere betekenis strekt het bo
dembeleid zich uit tot heel het bo
demregime en de landbouwstruc
tuur, en omvat onder meer de ruil
verkaveling, de kultuurtechnische
werken en de waterbeheersing die
wij in onze vorige bijdragen heb
ben behandeld. In deze brede be
tekenis heeft het bodembeleid ook
als doel het behoud van de land
bouwgrond voor de landbouw en
het te keer gaan van het verlies
van landbouwgrond voor andere
doeleinden zoals verkeerswegen,
nijverheid, landsverdediging, huis
vesting. Aldus gezien heeft het bo
dembeleid ook te maken met de
ruimtelijke ordening van het grond
gebied, waarbij de ;iandbouwkrin-
gen dan ook dienen betrokken.
Men mag inderdaad niet uit het
oog verliezen dat de voor de land
bouw beschikbare oppervlakte in
België met ongeveer 8.000 ha per
jaar vermindert. Het bijna volledig
ontbreken van een bodembeleid in
ons land en de onvoldoende sa
menwerking tussen de Ministeries
van Openbare Werken en Land
bouw hadden ongetwijfeld voor
gevolg dat voor de landbouw een
aanzienlijker oppervlakte aan
landbouwgronden verloren ging
dan strikt noodzakelijk was of dat
de uitbating van landbouwbedrij
ven nutteloos werd bemoeilijkt of
onmogelijk werd gemaakt, door
de uitvoering van bepaalde open
bare werken.
Dit vraagstuk heeft immers niet
alleen een kwantitatief doch ook
een kwalitatief uitzicht. Zo kan bv.
de aanleg van een autosnelweg,
luchthaven of nijverheidswijk niet
alleen een te grote oppervlakte
goede gronden aan de landbouw
ontnemen, doch door versnippe
ring der overblijvende percelen
het vormen van kavels met vol
doende afmetingen verhinderen
en de landbouwproduktiviteit in
grote mate schaden.
{Zie vervolg 3e bladzijde 3' kolom)
Het is zo klaar als de dag dat
een voorspoedige groei en ontwik
keling van de varkens, of ze nu be
stemd zijn voor de slacht of voor
de kweek, in grote mate afhangt
van een goed geslaagde opfok van
de biggen.
Die goede opfok hangt enerzijds
af van het ras en de goede verzor
ging (en dit ligt in de bevoegdheid
van de kweker) en anderzijds van
een aangepaste voeding (en dit is
de taak van de voederfabrikant).
Het is dus verkeerd te menen dat
alles wei op wieltjes zal lopen als
men biggenmeel van goede hoe
danigheid voedert. Een goede af
stamming en de gepaste verzor
ging en huisvesting zijn even be
langrijk.
Voeding van de biggen
vóór de geboorte.
Over 't algemeen denkt de kwe
ker maar aan het welzijn van de
biggen vanaf 't ogenblik dat ze op
de wereld zijn. Toch zou hij moe
ten rekening houden met het feit
dat de biggen reeds een tijd voor
dien in het lichaam van het moe-
derdier aan 't groeien zijn. Er moet
dus ook gezorgd worden voor een
aangepaste voeding van de onge
boren vruchten, wat dan ook hoge
eisen stelt aan de voeding van de
zeug.
Het feit dat zovele biggen dood
of achterlijk worden geboren, of
nadien door zwakte komen weg te
vallen of althans in groei achter
blijven, is veelal te wijten aan een
minderwaardige voeding van de
vrucht en gedurende de dracht, of
wat op hetzelfde neerkomt, aan
een verkeerde voeding en verzor
ging van de zeug.
De eerste voorwaarde voor ge
zonde en levenskrachtige biggen
is dus een passende verzorging en
voeding van het moederdier (zie
hiervoor ons vlugschrift over de
voeding van de zeugen).
Een regelmatig verblijf van de
zeug in de buitenlucht, ook gedu
rende de dracht is van buitenge
woon belang voor de viggens die
moeten geboren worden.
De geboorte.
Wanneer men weet dat reeds
vele ziekten hun oorsprong vinden
in de biggenstal dan ziet men on
middellijk de noodzakelijkheid van
een grondig gereinigd en ontsmet
hok. Kokend water en sodawater
bewijzen hier goede diensten. Men
denke er echter aan dat de ziekte
kiemen, en eieren van parasieten
ook in de kleinste spleetjes huizen.
Hoe grondiger de ontsmetting dus
hoe beter.
In een grondig gereinigd en ont
smet hok, dat bovendien droog en
luchtig en voldoende warm is,
wordt de zeug een 10 tal dagen
voor het werpen overgebracht, zo
dat ze aan haar hok kan wennen,
wat onrust bij de geboorte voor
komt.
Benevens de beveiliging der big
gen tegen doodliggen, dient ge
zorgd voor een behoorlijke laag
strooisel en voor een voldoende
temperatuur, vooral in de winter.
Een infra-roodlamp zou bij geen
enkele biggenkweker mogen ont
breken.
Bij voorkeur dient deze aange
bracht in een hoek van het zwij-
nenhok in een speciaal voor de
biggen afgesloten ruimte. Deze
ruimte is dan voor de zeug ontoe
gankelijk terwijl de viggens er in
en uit kunnen. Een dergelijke ruim
te kan gemakkelijk met een paar
balken gemaakt worden.
De voeding.
Het meest aangepaste voedsel
voor de biggen is de zeugenmelk.
Vooral de biestmelk is onvervang
baar. Hier dient vermeld dat van
een goede voeding van de zeug
ook de hoeveelheid en de samen
stelling van de melk afhangt. Is de
biestmelk niet te vervangen toch
is de wetenschap er in gelukt de
zeugenmelk kunstmatig te berei
den. De Koramelk B bv. geeft bij
zonder goede uitslagen waar de
zeug te weinig of helemaal geen
melk geeft of ook wanneer abnor
maal grote nesten moeten opge
bracht worden, waarbij de zeug
niet in staat is alle viggens behoor
lijk te onderhouden.
Heeft de zeugenmelk een grote
waarde voor de groei en de ge
zondheid van de biggen, toch zal
ze na zekere tijd niet meer volstaan
en is bijvoedering gewenst.
Bij dieren die in de vrije natuur
leven zien wij trouwens dat de
kleine dieren al zeer gauw zelf aan
alles en nog wat gaan penzelen.
Dergelijke bijvoeding is een zeer
goed middel tegen bloedarmoede,
die gedurende de eerste weken
steeds te vrezen is.
(Zie vervolg 2? bladz. 1' kolom
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
oostkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt li Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.