Internationale Tarweovereenkomst. Bestrijding van de vergelingsziekte bij Bieten. Weekblad ■I Voor en door de Landbouwers DE NIEUWE T ar weverbouwers opgelet Arbeid adelt AALST 11 APRIL 1959. Verschijnt iedere zaterdag 38ste JAARGANG Nr 1867 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. Van 26 januari tot 10 maart 11. werd te Genéve de tweede zitting van de Internationale Tarweconfe- rentievan de Verenigde Naties ge houden waarop het ontwerp van de nieuwe Internationale Tarweover eenkomst werd vastgelegd. Het eerste deel van de conferentie had vorig jaar in oktober en november plaats gevonden. Bedoeld ontwerp van overeen komst ligt van 6 tot 24 april 1959 ter ondertekening te Washington ge reed en het ligt in de bedoeling de nieuwe overeenkomst, bij voldoen de deelneming, zonder onderbre king te doen aansluiten op het be staande tarweakkoord, dat op 31 juli 1959 ten einde loopt. Betekenis van de nieuwe Internationale Tarweovereenkomst. De nieuwe overeenkomst zal voor drie jaar gelden. De voorzie ne prijsgrenzen zijn 1,90 Canad. Dollar per pushel als maximum en 1,50 Canad. dollar als minimum. In het oude verdrag was het maxi mum 2 can. dollar. Aan de doeleinden van de over eenkomst zijn nieuwe toegevoegd nluitbreiding van de tarwehandel en bevordering van zo vrij moge lijk handelsbetrekkingen in het be lang van alle deelnemende lan den, het aanmoedigen van het ge bruik van tarwe en van de interna tionale samenwerking niet betrek king tot de tarweproblemen. Het vroegere idee van per land gewaarborgde hoeveelheden is prijs gegeven. De verplichtingen zijn opnieuw op een algemene ba sis gesteld, zodat de handel zich vrijer kan bewegen. De invoerlan- den gaan de verplichting aan een bepaald percentage van hun tota le handelsinvoer aan tarwe van de uitvoerlanden te kopen. Daarte genover zullen de uitvoerlanden, waaronder nu, behalve Argentinië, Brazilië, Canada, Frankrijk, Zwe den en de Verenigde-Staten, ook Italië, Mexico en Spanje voorko men, zich verplichten te voorzien in de commerciële behoeften van de invoerlanden. Deze wederzijd se verbintenissen zijn aan de bo venvermelde prijsgrenzen gebon den. Bij de maximumprijs behoeven de uitvoerlanden niet langer alle commerciële behoeften der invoer landen te bevredigen, maar is deze verplichting beperkt tot een zeke re hoeveelheid tarwe die is geba seerd op de gemiddelde aankopen over een bepaalde tijdruimte door de invoerlanden. De invoerlanden zijn in dat geval eveneens bevrijd van hun procentuele gebonden heid zodat ze van welke bron dan ook hun behoeften kunnen dekken. Een op vastgestelde wijze bereken de gedeeltelijke bevrijding van hun verplichtingen voor de invoer landen kan worden toegepast, in dien de tarwenotering van slechts één of van enkele uitvoerende lan den het maximum heeft bereikt. Verder zal de tarweraad in de nieuwe overeenkomst over meer bevoegdheden beschikken. Hij is inzonderheid belast met de samen stelling van het jaarlijks overzicht van de wereldtarwetoestand, be zien in het licht van de nationale voortbrengsten, de voorraden, de prijzen en de handel, daaronder begrepen de verkopen uit overtol lige voorraden en speciale trans acties. Het aanzienlijk belang der nieuwe Tarweovereenkomst. Het opnieuw toetreden van Groot Brittannië tot de nieuwe in ternationale tarweovereenkomst, nadat het afwezig bleef op de tweede en derde overeenkomst, verleent haar een aanzienlijk be lang. Engeland is inderdaad veruit het grootste invoerland van tarwe ter wereld. Deze invoer bedraagt nagenoeg per jaar 4.5C0.000 ton tarwe ter waarde van 115 a 120.000.000 Pond. Canada levert iets meer dan de helft van dit totaal en Australië ongeveer 600.000 ton. An dere belangrijke leveranciers, alle uitvoerlanden aangesloten bij de Internationale Tarweovereenkomst zijn: de Verenigde-Staten, Argen tinië, Frankrijk. Groot Brittannië, voert eveneens jaarlijks ongeveer 315.000 ton tarwebloem en meel in het grootste gedeelte komt uit Ca nada, maar Australië en de Vere nigde Staten leveren ook grote hoeveelheden. Vervolg 2' bladz. onderaan le kolom Op de 2de bladzijde van ons blad verschijnt de nieuwe rege ling inzake de verkoop van de tarwe van de oogst 1958. Het zal van belang zijn deze besluiten goed te lezen en tijdig het nodige te doen. Naar wij gehoord hebben heeft de plaatselijke politie op sommige gemeenten heel wat stof doen op waaien in verband met de voorge schreven maatregelen ter bestrij ding van de vergelingsziekte. Ten einde de betrokken land bouwers onnodig kwaad bloed te besparen, willen wij hier de zaak even toelichten en bovendien de bestaande reglementering wat ver klaren. Wij hopen dat onze lezers dit met het nodige begrip zullen lezen en redelijk genoeg zullen zijn om in te zien dat de uitgevaardigde voorschriften ter zake in hun eigen belang werken. Het is dan ook niet te veel gevraagd dat ze alles in 't werk zullen stellen om de schade door de vergelingsziekte veroor zaakt te helpen inperken en dat ze met al hun goede wil zouden meewerken en niet tegenwerken. Wat is de vergelingsziekte Vergelingsziekte is een ziekte die veroorzaakt wordt door een be paalde virus. Aangetaste planten vertonen gele bladeren met ietwat gezwollen uitzicht. Plooit men der gelijke bladeren samen en drukt men tussen duim en wijsvinger die plooi plat dan hoort men een licht knappend geluid. De schade is vrij aanzienlijk en van die aard dat een massale be strijding noodzakelijk is. Oogstver- mindering kan gaan tot 25 °/0 en soms meer. In suikerbieten stelt men bovendien een dalen van het suikergehalte vast. De opbrengst van bladeren is dikwijls zeer laag. De ziekte is momenteel over gans West Europa verspreid en is een werkelijke bedreiging voor onze bietenteelt. Ieder landbouwer dient dus alles in 't werk te stellen om een verdere bespreiding te belet ten. De ziekte wordt in hoofdzaak verspreid door de perzikbladluis. Ook wel andere plantenluizen kun nen in aanmerking komen, zoals bv. de bonenluis (zwarte luis), maar deze is niet zo beweeglijk als de perzikbladluis, die dan ook vij and ne 1 is. Hoewel de bladluizen voorna melijk als ei overwinteren (dit ei is steeds virusvrij) toch komt het wel voor dat volwassen exemplaren, vooral bij zachte winters in leven blijven. Dit heeft dan plaats in de bietenkuilen, waar deze insekten niet alleen het nodige voedsel vin den, maar ook voldoende warmte. Komen in de bietenkuilen nu wor tels voor die door de vergelings ziekte aangetast zijn, dan kunnen de daar overwinterende bladluizen de smetstof opzuigen en vandaar het volgend voorjaar de jonge bie tenplantjes op het veld gaan be smetten. Om telkens de besmetting van uit de overwinterde bieten onmo gelijk te maken is nu juist door het Ministerie van landbouw een re glementering uitgevaardigd. Gereglementeerde bestrijding: Met het Koninklijk besluit van 22 augustus 1958 werden volgende voorschriften van kracht art. 1.-Al wie stekken of zaad dragers van suikerbieten of van voederbieten verbouwt, moet de bladluizen in deze aanplantingen verdelgen. art. 2. - Het is verboden na 1 april van elk jaar bieten of afval van bieten geoogst vóór de datum te bewaren, wanneer deze scheu ten vertonen (het is immers op die scheuten dat de bladluizen zich bevinden). Dit verbod is evenwel niet van toepassing op de stekken van bieten bestemd voor zaadwin ning. In de praktijk komt het hier op neer dat na 1 april geen enkel biet met scheuten op het hof of in de bewaarkuilen mag te vinden zijn. Alleen voor de zaaddragers wordt uitzondering gemaakt. Het Koninklijk Besluit van 31 maart 1959, staat echter een afwij king toe op het bovenvermeld artikel 2. Bij overgangsmaatregel en alleen voor het jaar 1959 moeten de bieten of afvallen ervan waar op scheuten zouden kunnen voor komen opgeruimd zijn vóór 1 mei en dat over gans het grondgebied van het land Dit besluit van 31 maart betekent dus alleen een uitstel van een maand voor 1959. Voor de vol gende jaren zal dus alles moeten opgeruimd zijn, zoals aanvankelijk werd bepaald, tegen 1 april. Nu kunnen wij wel aannemen dat voor bepaalde landbouwers uit deze reglementering bepaalde moeilijkheden kunnen voortvloei en. Niet iedereen is nu geschikt op zulke vroege datum zijn bieten op te ruimen. Toch moeten wij iede reen aanzetten zich nauwkeurig aan de voorschriften te houden, ook al gaat dat niet gemakkelijk. (Zie vervolg 2' bladz. 1' koloml. J8 I De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Nr 14.25.93. Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn 1 Het overnemen van artikelen zonder verantwoordelijk voor hun bijdragen 1 aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1959 | | pagina 1