Eindelijk een middel tegen bij hennen De rol van de landbouw Plantaardappelen, Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 3 OKTOBER 1959. Verschijnt iedere zaterdag 38ste JAARGANG Nr 1891 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van da Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Wij zullen wel niet moeten uit weiden over het feit dat kanniba lisme in zijn verschillende vormen (verenpikken, bloedpikken, enz.) een aanzienlijke schadepost kan zijn voor de hennenhouder. Zij die er mee af te rekenen hadden we ten er van mee te spreken. Tot nu toe bestond tegen deze ondeugd geen absoluut afdoend middel. In het zoeken naar een dergelijk middel trachtte men de oorzaken van het pikken te achter halen, maar veel wijzer zijn wij daarmee niet geworden. Wel kent men verschillende factoren en uit eenlopende omstandigheden die de atmosfeer kunnen doen ont staan, waardoor pikkerij wordt be vorderd. De oorzaak echter blijft nog een vraagteken. Men veronderstelt dat de inten siteit van het licht een rol speelt. Men heeft immers vastgesteld dat iet dempen van overdadig licht glas donker kleuren) wel eens lelpt. Bij jonge kuikens zagen wij wel eens resultaat. Blijvend is dat echter niet, want van 't ogenblik dat de glazen opnieuw worden schoongemaakt kan de plaag te rug optreden. Men heeft gemeend dat de warmte, de droogte en het daar mee gepaard gaande stof wel eens van invloed konden zijn. Waar schijnlijk is dat wel waar. Zo zagen wij verschillende gevallen van pik kerij waar deze faktoren aanwezig waren, 't Is trouwens onze onder vinding dat kuikens, die op louter turf worden grootgebracht eerder tot pikkerij overgaan dan deze, die op een gevarieerde strooiselbodem zitten Wij zagen kuikens op kaf en zel den troffen wij daar pikkerij aan. Wij hadden daarbij de indruk dat de diertjes veel meer in hun strooi sel werkten dan op zuivere turf In dit laatste is trouwens bitter weinig te vinden en bovendien wordt het gauw een stofferige doening, voor al als met de kachel wordt ge stookt. Persoonlijk zijn wij tot de over tuiging gekomen dat de verveling, het gebrek aan bezigheid wel eens van groot belang zou kunnen zijn. Hennen zijn van nature rusteloze dieren. Wat dat betreft vertonen ze veel gelijkenis met jonge kinderen. Krijgen ze de kans dan zijn ze de ganse dag druk in de weer om uit het strooisel, op de uitloop, dat uit te zoeken wat hen maar enigszins dienstig is. Vinden ze daar niets, is de uitloop of de bodembedekking dor en zonder afwisseling dan gaan ze zich gauw vervelen en beginnen ze kattekwaad uit te halen. Komt er bovendien dan nog ex tra warmte en stof bij te pas, dan krijgen ze last en jeuk, beginnen ztchzelf te pluizen ;het is niet zo zeldzaam dat hennen zichzelf be ginnen te pikken) worden daarbij graag geholpen door hun geburen. En eens het spelletje aan de gang is er geen houden meer aan. In de meeste gevallen waar wij op een of andere manier kans zagen de hennen afleiding te bezorgen, hield het pikken op of verminderde althans sterk. Het gebeurde wel dat er een paar verstokte boosdoe ners aan de gang bleven, maar eens die verwijderd, kregen wij vrij vlug een normale toestand. Waar dit niet hielp, en dat ge beurde wel eens, bleken door gaans ook de andere middelen maar weinig afdoende het aan smeren van een of ander vieselijk goedje (speciale anti pikzalf, scheepsteer, e.d.) hielp wel eens waar alleen pluimenpikken voor kwam. Tegen het uithalen van de ingewanden (bij leggende hennen) gaf dat niets. Het afbranden van bekken, vooral bij jonge kuikens gaf doorgaans een bevredigend resultaat, maar bij zwaar kanniba lisme was dat lang niet zo zeker. Kippenbrillen hebben ook wel eens geholpen, maar weer niet al tijd. En dan liep men bovendien nog de kans dat de neusgaten gingen zweren. Wij herinneren ons zo een geval waar wij een ganse namid dag werk hebben gehad om brillen te verwijderen, omdat ze verwikke lingen gaven. Er zijn ook nog scheikundige produkten in de han del, die boven de hennen moeten verstoven worden. Ook weer tegen pluimenpikken soms mooie uitsla gen. Maar waar de hennen elkaar de flanken en het achterste gaan pikken, of elkaar de ingewanden uit het lichaam trekken, was het weer mis. Er rest ons dus alleen toe te ge ven wij hebben al veel gezocht, van alles geprobeerd, maar weinig vooruitgang gemaakt. Nu kwam ons onlangs een be richt uit Nederland i n handen waarin werd medegedeeld dat daar het middel was gevonden. (Zie vervolg 3* bladz. 4* kolom.) in de economische uitbouw van de Zuid Afrikaanse Republiek (lste bijdrage). Zuid Afrika en zijn bevolking geniet een warme sympathie en genegenheid vanwege het Vlaam se volk, vooreerst omdat beide tot de Nederlandse stam behoren, ver volgens omdat het Zuid Afrikaan se volk steeds met moed en verbe tenheid zijn onafhankelijkheid, zijn vrijheid, zijn eigen taal en wezen heeft verdedigd, eerst tegen de En gelse indringers (de heldhaftige strijd der Boeren), verder tegen het Engels bewind en ten slotte tegen de opdringende massa der kleur lingen op eigen bodem. Het zal onze lezers voorzeker interesseren enkele inlichtingen te vernemen nopens de ontwikkeling en de rol van de landbouw in de Zuid Afri kaanse Unie en betreffende zijn be lang voor de economie van dit land. Wij putten onze gegevens uit een vlugschrift dat uitgegeven werd door de ambassade der Zuid- Afrikaanse Unie in België welke werd opgesteld met de gegevens verstrekt door de economische- en verkoopsafdeling van het Zuid- Afrikaans Ministerie van Land bouw. Niettegenstaande de snelle uit breiding van de nijverheid gedu rende de laatste jaren, zijn nog on geveer 50 °/0 van de Zuid Afrikaan se bevolking die 14 miljoen zielen telt werkzaam in de landbouw. Ge durende de tijdspanne gaande van 1953 tot 1956 bedroeg de gemid delde bijdrage van de landbouw- bedrijvigheid (bosbouw en visserij hierin niet begrepen) niet minder dan 240 miljoen pond of 14,5 °/0 in het nationaal inkomen ten belope van gemiddeld 1.661.2 miljoen pond sterling. Tijdens de twee jongste jaren benaderde de waarde der uitge voerde landbouwprodukten 150 miljoen pond, hetzij 40 t.h. van de totale uitvoer (goud niet inbegre pen). De landbouwsector verschaft dus op grote schaal vreemde de viezen aan het land en is boven- Wij verwijzen naar een zeer belangrijke medede ling over plantgoed op de 5de bladzijde. dien de voornaamste leverancier van grondstoffen voor talrijke in dustriële bedrijven. De landbouw heeft trouwens een overwegende invloed uitgeoefend op de geschiedenis en het econo misch leven van Zuid Afrika. Se dert drie eeuwen is hij een der tra ditionele bedrijvigheden van het land en thans nog, samen met de landbouwindustrie, verzekert hij het bestaan aan ongeveer de drie vijfden van de bevolking. Het is enkel sedert de tweede helft van de 19e eeuw, dat de landbouw in wisselende omstandigheden van eerder primitieve uitbatingsmetho des is gegroeid tot uitbatingsme thodes met industrieel en commer cieel karakter. Ziehier een beknopt historisch overzicht van deze ontwikkeling. Nieuw gedwongen vertrekpunt. De inval en de oorlog der Engel sen tegen de Boeren (1899-1902) welke leidde tot de verwoesting van talrijke landbouweigendom- men, vooral in het noorden van het land, maakte tevens de vooruit gang ongedaan welke tot dan werd verwezenlijkt in de landbouw. Deze was verplicht opnieuw van nul te vertrekken, doch trots de verwoestingen van de oorlog, trad een snel en merkwaardig herstel in. Niettemin kwam de landbouw- voortbrengst er niet toe de behoef ten van het land te dekken, doch wanneer de eerste wereldoorlog uitbrak nam de landbouwvoort- brengst snel een nieuwe vlucht. Nieuwe streken werden in uitba ting gesteld, overal werden de op brengsten opgevoerd in zulke ver houdingen dat de voortbrengst van een grote hoeveelheid ver schillende produkten de binnen landse vraag overtrof en dat be langrijke hoeveelheden konden worden uitgevoerd. In minder dan 40 jaar werd Zuid Afrika aldus een exportland van landbouwproduk ten. Tegelijker tijd werden weten schappelijke methodes ingevoerd in de veekweek waardoor de voortbrengst van wol en hare kwa liteit werden opgevoerd, de waar de van de veestapel werd verbe terd en een bloeiende vlees- en zuivelnijverheid ontstond. De periode van uitbreiding. De landbouwvoortbrengst ont zie vervolg 2® bladzijde 1' kolom) K oornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's iaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S M Redt U Zei ven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1959 | | pagina 1