Is de Belgische landbouw enkel leefbaar
dank zij een sterk protectionisme
ONVRUCHTBAARHEID
BIJ ONS RUNDVEE.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 30 JANUARI 1960.
Verschijnt iedere zaterdag
39ste JAARGANG Nr 1908
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Men hoort niet zelden in sommi
ge middens, die hun onkunde in
landbouwaangelegenheden paren
aan het streven om de landbouw
als ondergeschikte aan nijverheid
en handel te houden, de stelling
vooruitzetten dat onze landbouw
onvoldoende leefbaar is en zich en
kel staande houdt dank zij be
scherming door de overheid die
bij ons op een veel hoger peil ligt
dan in de andere landen van de
Euromarkt of in de wereld. In mo
derne economische bewoordingen
beweert men dus dat onze land
bouw marginaal is. Wat is daarvan
aan
Vooreerst dient aangemerkt dat
men bij het vellen van een oordeel
over dit vraagstuk het veralgeme
nen dient te vermijden om stommi
teiten en ketterijen te vermijden.
Voorzeker zijn er in de land
bouw, evenals in de andere be
drijfssectoren (nijverheid, handel
en vervoer), bedrijven die met
winst werken terwijl andere met
verlies hebben af te rekenen be
drijven die zeer produktief en doel
matig worden geleid en uitgebaat
terwijl andere minder opbrengend
werken.
Mag men hieruit besluiten dat
de Belgische landbouw onvoldoen
de leefbaar of marginaal is In het
geheel niet. Het gaat hier immers
niet over de onvoldoende op
brengst of onvoldoende leefbaar
heidvan bepaalde bedrijven. Het
gaat evenmin over het onvoldoen
de rendement van het landbouw
bedrijf tengevolge van bepaalde
externe oorzaken, zoals bv. bijzon
der slechte weers- of klimaatsom
standigheden, dumping of andere
niet billijke concurrentiepraktijken
toegepast door vreemde landen.
Hierbij komt nog dat het beleid
toegepast door twee landen tegen
over de landbouw een aanzienlij
ker doch verschillende invloed kan
uitoefenen op het rendement van
de landbouw.
Zo is het mogelijk dat twee lan
den die op landbouwtechnisch
gebied elkander waard zijn zoals
bv. Nederland en België nochtans
op gelijke voet met elkander niet
concurreren, omdat de daarvoor
noodzakelijke harmonisatie van
het economisch en sociaal beleid
tot heden niet tot stand kwam.
Waar het echter om gaat, is het
leefbaar zijn van onze landbouw
in zijn geheel in een klimaat van
normale mededinging. Het bijzon
derste element van beoordeling
hierover is toch, naar wij menen,
het gemiddelde opbrengstvermo
gen. Welnu de ontwikkeling van
de produktiviteit van de Belgische
landbouw is dermate dat wij sa
men met een paar andere landen
aan de spits staan in Europa.
Het verslag uitgebracht door de
Europese Organisatie voor Econo
mische Samenwerking (Ó.E E.S) in
1957 bewijst zulks door volgende
vergelijkende cijfers voor de land
bouw in de zes landen van de Eu
romarkt.
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Belg.-Lux.
Ec. Unie
Aktieve personen per ha 0,24
Voortbrengst per ha in B. fr. 25.160
Voortbrengst per aktieve
persoon in B. fr. 121.000
Tarwevoortbrengst per ha
in 100 kg 32,9
Liter melk per koe en per
jaar 1952-55 3.690
Wanneer men voor deze ver
schillende bestanddelen het gewo
gen gemiddelde van de Euromarkt
aan 100 gelijk stelt, bekomt men
voor de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie (B.L.E.U.) vol
gende indexcijfers
Euromarkt
gewogen gemiddelde 100
B.L.E.U.
Veortbrengst per ha B 9.35
per aktievejpers. 253
Frankrijk Italië Nederland West-
0,15
7.865
0,33
11.055
0,32
24.385
Duitsland
0,32
13.815
59.200
30.800
108.750
43.100
21,8
17,7
38,0
27,6
2.100
1.740
3.880
2.900
Tarwevoortbrengst per ha 157
Liter melk per koe en p. jaar 129
Alhoewel voormelde cijfers en
indiciën met veel nuancering en
met voorzichtigheid dienen uitge
legd, mag er toch worden uit be
sloten dat zonder enige twijfel de
produktiviteit per ha en per aktie
ve persoon in de Belgische land
bouw ver boven het gemiddelde
van de Euromarkt gelegen ls.
{Zie vervolg 2' bladzijde 3* kolom
II.
In onze inleidende bijdrage tot
dit zo belangrijke vraagstuk, be
spraken wij reeds enkele organen,
die tot het voortplantingssysteem
van onze vrouwelijke runders be
horen en wij hadden daarbij de ge
legenheid enkele bijzonderheden
mee te delen in verband met de
taak, die zij in het voortplantings
proces te vervullen hebben.
Zo kwamen reeds aan de orde
de kling met de schede (als ont
vangstapparaat), de baarmoeder-
mond met daar doorheen het baar
moederkanaal, dat de verbinding
vormt tussen schede en baarmoe
der en tenslotte de baarmoeder
zelf, met haar twee vertakkingen
de baarmoederhorens. Rest ons nog
te behandelen de eileiders en de
eierstokken.
4) De eileiders Zijn twee krin
kelende buisjes, die de verbinding
vormen tussen de baarmoederho
rens en de eierstokken. Zij zijn de
weg die de rijp geworden eicellen
afleggen van de eierstokken naar
de baarmoeder. De rijpe eicellen
vallen om zo te zeggen in een
trechtertje dat zich aan het uitein
de van de eileiders bevindt, drin
gen daarbinnen en vinden zo hun
weg naar de baarmoeder. Is die
eicel nu, op haar weg door de ei
leiders, bevrucht door een manne
lijke zaadcel, dan ontwikkelen zich
rondom haar vruchtvliezen, die
zich aan de baarmoederwand zul
len vasthechten. In onze vorige bij
drage spraken wi reeds over de
baarmoederrozen. Dit zijn namelijk
de plaatsen, waar de vruchtvliezen
op kunnen vastgroeien.
Het is trouwens op die plaatsen
dat de bloedvaten uit de baarmoe
der en deze uit de vrucht naar el
kaar toe groeien, zonder echter in
elkaar over te gaan. De voeding
van de vrucht gebeurt dan door
afgeven van zuurstof en voedende
stoffen door het moederlijke bloed
en het opnemen ervan door de
bloedvaten van de groeiende
vrucht.
Halverwege vertonen de eilei
ders een verwijding, die een spe
ciale bestaansreden heeft. Daar is
de plaats waar de eicel (geduren
de de tochtigheid) ligt te wachten
tot ze door een mannelijke zaad
cel wordt bevrucht. Volgt om een
of andere reden geen bevruchting,
dan sterft die eicel af. Heeft wel
een bevruchting plaats dan vol
trekt zich het proces dat wij hoger
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
beschreven afzakken naar de
baarmoeder, vorming van vrucht
vliezen, vastgroeien op de baar
moederwand.
Hoe doelmatig de natuur werkt
wordt hier weer aangetoond. De
vruchtvliezen, dienen hier niet al
leen tot vasthechting aan de baar
moeder, maar ook ter bescherming
van de groeiende vrucht. Een eer
ste vlies ligt onmiddellijk rond de
vrucht, terwijl het tweede vlies, dat
veel wijder is, de rest omsluit.. Tus
sen de twee vliezen is de ruimte
gevuld met vruchtwater. Men kan
dat aanzien als een schokbreker,
die de vrucht moet beschermen te
gen ruwe behandeling van buiten
uit.
Hoe het zaad nu het wachtende
ei bereikt is vrij duidelijk. Zoals wij
reeds zegden wordt het zaad af
gezet aan het einde van de sche
de, vlak voor de baarmoedermond.
Gedurende de tochtigheid is de
baarmoedermond met het baar
moederkanaal verwijd, zodat het
zaad er doorheen kan. Door de
slijmerige inhoud van de baarmoe
der zwemt het zaad steeds ver
der door tot in de baarmoederho
rens, gaat de eileiders in en be
vrucht de wachtende eicel in de
verwijding ervan.
5) De eierstokken
Bevinden zich in de onmiddel
lijke nabijheid van de trechters der
eileiders, 't Is in de eierstokken dat
de eicellen worden gevormd. Men
moet zich echter niet voorstellen
dat die eicellen voortdurend in de
loop van het bestaan van het rund
worden gevormd. Neen Deze cel
len zijn reeds alle in aanleg op de
eierstokken aanwezig vanaf de ge
boorte. Later worden er geen meer
bijgevormd. Wordt een dier ge
slachtsrijp dan beginnen de be
staande eicellen beurtelings te rij
pen.
Bij een geslachtsrijp geworden
dier treft men op de eierstok zo
maar van 5.000 tot 40.000 eicellen
aan. Een tekort aan eicellen zal
dan ook niet zo vlug de oorzaak
zijn van onvruchtbaarheid. Bij elke
tochtigheid komt één van deze
talrijke eicellen tot rijping (in uit
zonderlijke gevallen wel eens twee
tweeling), komt los van de eier
stok, valt in de trechter van de ei
leider en het reeds beschreven
Êroces kan een aanvang nemen.
r bestaat dus tussen eierstokken
en eileiders geen rechtstreeks ver-
(Zie vervolg 2' bktdz. 1' kolom.
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen
aanduiding der bron is ver'
zonder