De nieuwe pensioenwet voor zelfstandigen. Dc ekonomische toestand van ons land. Weekblad Voor sn door de Landbouwers «MS Arbeid adel t AALST 14 MEI 1960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1923 BeheerZeebergkaai 5, Tel. (053) 242.67 Aalst Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 4.25.93. O. CAUDRON. (2de bijdrage). In ons vorig nummer hebben wij de bepalingen toegelicht van de nieuwe pensioenwet van 28 maart 1960 betreffende het toepassingsge bied van de wet en de verplichtin gen van de zelfstandigen onder onderworpen aan de wet. Thans hebben wij het over 111) De uitkeringen voorzien door de wet. Het rustpensioen en het overle vingspensioen worden berekend in verhouding tot de duur van de be roepsloopbaan tussen 20 jaar en 65 jaar voor mannen en tussen 20 tot 60 jaar voor vrouwen. Er zijn tijd stippen van inaktiviteit die gelijk gesteld worden met periodes van werkelijke arbeid. Deze gelijkstel ling kan bij besluit afhankelijk worden gemaakt van de betaling ener forfaitaire bijdrage. Ook periodes van studies na de leeftijd van 20 jaar of de uitvoering van een door de regering erkend en gecontroleerd leercontract kun nen bij koninklijk besluit met tijd stippen van werkelijke arbeid wor den gelijkgesteld tegen betaling van een forfaitaire bijdrage. Het bewijs van werkzaamheid als onaf hankelijke wordt geleverd 1° voor de jaren vóór 1954 door ieder rechtsmiddel, getuigen uitge zonderd om geldig te zijn moet elk jaar minstens 185 dagen werk zaamheid als zelfstandige omvat ten 2° van 1954 af, door betaling van de pensioenbijdragen ingevolge de wetten van 11 maart 1954, 30 ju ni 1956 en ingevolge deze wet De voorziene uitkerinen zijn het rustpenioen vastgesteld op een basisbedrag van 21.0C0 fr. voor gehuwde mannen op 65 jaar en op een basisbedrag van 14.000 fr. voor alleenstaande mannen op 65 jaar en voor vrouwen op 60 jaar. het overlevingspensioen be paald op een basisbedrag van 10 500 fr. voor weduwen van min der dan 65 jaar en van 14.000 fr. voor weduwen van 65 jaar af de aanpassingsvergoedingen bedragende 1 jaarbedrag der overlevingsrente bij overlijden van de pensioengerechtigde wanneer 't overlevingspensioen aan de we duwe niet kan worden toegekend (zie verder) twee jaarbedragen van zelfde overlevingsrente indien de weduwe hertrouwt. A) Het rustpensioen. 1) pensioenleeftijd Het rustpensioen kan worden toegekend vanaf de eerste dag der maand na de 65e verjaardag voor de mannen en na de 60e verjaar dag voor de vrouwen. Het gaat ten vroegste in de eer ste van de maand na deze waarin de aanvraag werd ingediend. 2) Bedrag a) op de normale pensioenleef tijd van 65 jaar bedraagt het ba sis-rustpensioen 21.000 fr. voor een gehuwd man met echtgenote ten laste (of die geen rustpensioen geniet) 14.000 fr. per jaar de alleen staande pensioengerechtigden. Het rustpensioen van gehuwde mannen, die van tafel en bed ge scheiden zijn, wordt berekend op basis van 21.000 fr. of van 14.000 fr., naar gelang de echtgenote al dan niet een gedeelte van het pen sioen opvordert. b) Dit basisbedrag wordt ver hoogd respectielijk tot 23.000 fr. of 15.300 fr. - voor de zelfstandige die op 1 januari 1960 nog geen 65 jaar oud was (mannen) of 60 jaar oud (vrou wen) en het pensioen eerst aan vraagt op 66 jaar (mannen) of 61 jaar (vrouwen) -voor de zelfstandige die op 1 januari 1960 reeds 65 (60) jaar oud was en die tussen 31 december en 1 januari 1981 geen ouderdomspen sioen ontving als zelfstandige. c) Zelfde basisbedrag wordt ver hoogd tot 25.0C0 fr. of 16.600 fr. -voor de zelfstandige die op 1 januari 1960 nog geen 65 jaar oud was (mannen) of 60 jaar oud (vrou wen) en het pensioen pas aan vraagt op 67 jaar (mannen) of 62 jaar (vrouwen). -voor de zelfstandige die op 1 januari 1960 reeds 65 jaar (60) jaar oud was en die tussen 31 december 1959 en 1 januari 1962 geen ouder domspensioen ontving als zelfstan dige. 3) Berekening op basis van de beroepsloopbaan. Definitieve regeling Ieder kalenderjaar van de loop baan als zelfstandige geeft recht op l/455le van hoger vermelde be dragen voor de mannen en op l/40ste voor de vrouwen. {Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) Met belangstelling lazen wij het artikel over de economische toe stand van ons land, dat in vorig nummer van De Koornbloem ver scheen. Daar het hier alleen ging om een korte samenvatting van wat de Leuvense professor Baudhuin op een voordracht te Luik zou hebben gezegd, is er wel kans dat sommi ge gedachten, die erin werden weergegeven, uit hun juiste ver band zijn gelicht en daarom niet precies weergeven wat de profes sor eigenlijk heeft bedoeld. Daar zijn vooreerst die cijfers over de werkloosheid. Dat de me degedeelde (officiële) cijfers over de vastgestelde werkloosheid geen maatstaf zijn voor de werkelijke toestand in ons land, dat weet nu stilaan wel iedereen. Dat dit mede een gevolg is van de schromelijke misbruiken, die op dit gebied heer sen, is algemeen bekend (wat daar om nog geen reden schijnt te zijn er iets tegen te doen I) Maar dat het cijfer van de echte werklo zen zou liggen in de buurt van de 50.000 dat betwijfelen wij sterk. Moest er een grondige kuis wor den gehouden in al wat ten on rechte gaat stempelen, dan zou men misschien aan dit cijfer komen. Maar dat zou dan een cijfer zijn van de aangetekende, de gecon troleerde werklozen. Maar in ons land, en zeker in Vlaanderen, is er nog een andere vorm van werkloosheid. Misschien een vorm die niet zo direkt opvalt, die niet rechtstreeks ten laste is van de gemeenschap en waarvoor er jaarlijks ook geen miljoenen hoeven uitbetaald te worden. Maar een vorm die toch bestaat. Dat is nl. de verdoken werkloosheid bij onze landbouwers. Iedere economist zal wel akkoord zijn om te bevestigen dat op onze kleine landbouwbedrijven te veel werkkrachten voorkomen. Door een ondoelmatige schikking van het werk, dikwijls door een weinig produktieve bezigheid, vinden die overtollige arbeidskrachten toch wel gelegenheid zich een ganse dag bezig te houden. Maar een volle rendement geven ze niet, hoewel ze toch volledig op de kos ten van het bedrijf moeten leven. Overal heerst de overtuiging dat bij een goede organisatie van het bedrijf, bij een doelmatige regeling van de teelten en de taken er heel wat arbeidskrachten zouden kun nen vrijkomen. Op dit ogenblik worden vele landbouwers dit reeds zelf gewaar en vele jongeren ver laten het hof om elders hun brood te gaan verdienen. Jammer ge noeg blijven er nog te veel op het hof rondhangen, in afwachting dat het mirakel toch nog zal gebeuren. Deze overtollige arbeidskrach ten, ook al staan ze niet officieel aangegeven, zijn in de grond niets anders dan werklozen. En als wij die meerekenen dan zullen wij een heel stuk boven die 50.000 komen. Men mag dus niet vergeten dat die werkloze landbouwers ten slotte ook een element van onze nationa le economie uitmaken. Vervolgens vermeldt het artikel dat professor Baudhuin zich tegen de streekplanning of streekecono- mie zou hebben gekant en wel met het vooruitzicht op de gemeen schappelijke markt. Wij moeten er hier op wijzen dat streekplanning en streekeconomie twee totaal verschillende begrip pen zijn. Ze kunnen heel nauw met elkaar samenhangen, maar het verschil tussen beide is toch essen tieel. Om de lezers duidelijk te ma ken wat streekplanning eigenlijk is, zullen wij best enkele voorbeel den aanhalen, die hen wel bekend zijn. Nemen wij bv. een boerderij. De werkverdeling daar kan van die aard zijn, dat de aanwezige ar beidskrachten elkaar voor de voe ten lopen, maar dat op het einde van de dag toch nog een koe on- gemolken blijft staan. Op het veld kan de vruchtafwisseling ook oor zaak zijn dat in het ene seizoen weinig of niets te doen valt, terwijl op andere ogenblikken al het werk tegelijk valt. De gebouwen kunnen zo gelegen of benut zijn, dat zo wat alles langs de verkeerde kant staat en de werktuigen kunnen in iedere hoek rondslingeren. In één woord een echte warboel I Tot op het ogenblik dat de boer zegtdat moet veranderen I Hier moet orde komen. Alles moet hier op zijn aangewezen plaats komen te staan, zodat geen nutteloos ge loop en verloren arbeid meer no dig is. De boer gaat orde scheppen waar vroeger wanorde was. Dat met het oog op een vlottere zaken- gang op zijn bedrijf. Hij doet aan boerderijplanning of aan bedrijfs planning I Op gebied van stedebouw kun nen wij een dergelijk voorbeeld geven. Wanneer men de manier van bouwen van vroeger bekijkt, als men daarbij ziet welke smalle straatjes, met schotse en scheve voorgevels er zijn ontstaan. Als men vaststelt welke last het modern verkeer ondervindt van die bouw- wanorde. Als wij berekenen hoeveel mil- (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt li Z.elven Handelsregister Aalst Nr M5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1