De landbouwbegroting in de senaat. Waarheen met onze Pluimveeteelt Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 23 JULI 1960. Verschijnt iedere zaterdag Beheer Zeebergkaci 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. 39ste JAARGANG Nr 1932 (2de bijdrage). In ons vorig nummer hebben wij enkele belangrijke beschouwingen en gegevens voorkomende in het verslag uitgebracht door senator De Boodt namens de senaatscom missie voor landbouw over de be groting van het Ministerie van Landbouw voor het dienstjaar 1960 samengevat. De verslaggever handelt verder over volgende punten De landbouw in de Gemeenschappelijke Markt. Hij betoogt dat de gemeen schappelijke markt zich uitstrekt tot de landbouw en tot de handel in landbouwprodukten ingevolge artikel 38 van het verdrag van Ro me ondertekend op 25 maart 1957 dat de Europese Economische Ge meenschap heeft ingesteld (E.E.G.). Artikel 38 paragraf 4 bepaalt evenwel dat de werking en ont wikkeling der gemeenschappelijke markt voor landbouwvoortbreng- selen moet samengaan met de in stelling van een gemeenschappe lijke landbouwpolitiek der lid-sta ten. De doelstellingen dezer gemeen schappelijke landbouwpolitiek worden door artikel 39 van het verdrag omschreven als volgt a) de produktiviteit van de land bouw bevorderen door de ontwik keling van de technische vooruit gang, door de doeltreffende uit breiding van de landbouwvoort- brengst alsook door een optimum gebruik van de produktiefaktoren, o.m. de werkkrachten b) een behoorlijk levenspeil be zorgen aan de landbouwbevolking onder meer door de verhoging van het individueel inkomen van dezen die werkzaam zijn in de landbouw c) de markten stabiliseren ,- d) de bevoorrading waarbor gen e) redelijke prijzen bij de leve ring aan de verbruikers te verzeke ren Bij het vaststellen dezer ge meenschappelijke landbouwpoli tiek zal er rekening gehouden wor den a) met het bijzonder karakter der landbouwbedrijvigheid die af hankelijk is van de maatschappe lijke structuur in de landbouw en van de structurele en natuurlijke verschillen in de onderscheiden streken b) met de noodzakelijkheid de vereiste inspanningen te doen ,- c) met het feit dat in de lid-staten de landbouw een sektor is die in nig verbonden is met de ganse economie. Te Stresa werden in juli 1958 in de eindbesluiten twee belangrijke princiepen onderlijnd, nl. dat de landbouw dient beschouwd als een integrerend deel van de economie en als essentiële factor van het maatschappelijk leven, en dat alles dient in het werk gesteld om de economische en concurrentiële mogelijkheden der familiale land bouwbedrijven te verhogen, ge zien het belang van de familiale structuur in de Europese landbouw en de eensgezinde wil het familiaal karakter ervan te vrijwaren. Sedert enige maanden zijn de zes landen in het bezit gekomen van hetgene als Mansholtplan be kend staat en dat als gemeen schappelijke landbouwpolitiek door de E.E.G. commissie wordt voorgesteld. Verschillende Europe se instanties hebben ditplan bespro ken en het Europees Parlement heeft er een bespreking aan gewijd op 31 maart 1960. Wij stellen vast dat het plan Mansholt de Nederlandse land bouwpolitiek op het Europees vlak heeft overgeheveld. De verslaggever besluit dit hoofd stuk als volgt Men schijnt uit het oog te verliezen dat de deskundi gen die, gedurende vele maanden, zich bezig gehouden hebben met het opstellen der verdragteksten, de grote bekommernis hadden de verwezenlijkingen van de Gemeen schappelijke Markt binnen de kortst mogelijke tijd te zien tot stand komen. Wanneer zij uiteindelijk gekomen zijn tot een overgangsperiode van twaalf jaar, met de mogelijkheid van verlenging tot vijftien jaar, dan hadden zij daar zeker dringende redenen toe. Het is gevaarlijk zich nu te wagen in de richting van in korting der vastgelegde termijnen, vooraleer de vooropgestelde har monisatie werkelijkheid geworden is. Wij hebben immers op landbouw gebied de Beneluxproef gekend. Ook daar dacht men in zekere middens dat om de volledige ver wezenlijking van Benelux te be spoedigen, het volstaan zou termij nen in te voeren voor de vrijma king van de invoer produkten. De ze methode heeft als enig gevolg gehad bijkomende moeilijkheden te doen oprijzen en tussen de deel genoten een verslecht klimaat te scheppen voor een nuttige en vruchtbare samenwerking. (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) (Slot) In de voorgaande bijdragen heb ben wij een vluchtig overzicht ge geven van de verschillende (soms maar kleine, maar toch belangrij ke) middeltjes om onze pluimvee houderij iets meer rendabel te ma ken. Meer dan ooit is het noodzake lijk dat wij onze bedrijfsvoering aanpassen aan de eisen van de tijd. De moeilijke omstandigheden waarmee wij de laatste tijd te kam pen hadden kunnen van voorbij gaande aard zijn, maar zeker is dat niet. In de normale ontwikke ling van de dingen is het zelfs waarschijnlijk, dat door de ver scherpte concurrentie uit het bui tenland, nog hogere eisen zullen worden gesteld aan onze kwekers. Wij schrijven dit niet om onze mensen te ontmoedigen, maar veel eer om hen aan te zetten stelselma tig te streven naar verbetering op hun bedrijf doelmatiger inrichting van de hokken, nauwkeuriger zorg voor de dieren, voorbeeldige voe ding, verzorging van het gewonnen product. Men kan hiertegen op werpen dat het toch niet baat aan de huidige prijzen. Maar dat is een verkeerde opvatting. Ook in 't bui tenland heeft men met moeilijkhe den te kampen Ook daar zoekt men naar oplossingen zonder die direct te vinden. En uiteindelijk zal toch hij de bovenhand behalen die bewijst dat hij tot de beste behoort. Misschien kan het een troost zijn voor onze pluimveehouders te ho ren dat in landen, die als concur renten op de eerste plaatst staan, ook alarmkreten opgaan. Dat ook de kwekers rumoerig beginnen te worden en zich afvragen wat er nog aan te verdienen is. Zo verscheen er enkele tijd ge leden in De Bedrijspluimveehou der een artikel, waar ook de vraag gesteld werd Waar gaat het heen met onze pluimveehoude rij Wij geven hier de voornaam ste gedachten, waaruit dan moet blijken dat ook in Nederland niet alles maneschijn en rozegeur is. Luister maar Hoe de pluimveehouderij zich in de toekomst zal ontwikkelen valt onmogelijk te voorspellen. De rentabiliteit is van tal van factoren afhankelijk. De meeste van deze foctoren hebben wij niet in eigen hand en zelfs niet in eigen land. Zonder uitvoer is de pluimveehou derij in Nederland een onmogelijk heid geworden. Duitsland is onze voornaamste afnemer. Wij zijn op Duitsland aan gewezen, maar Duitsland niet op ons. Wij moeten ons niet verbeel den dat ze daar op ons zitten te wachten. Ook Denemarken levert eieren evenals de Oost-Europese landen, met name Polen. En min of meer als een dreigende schaduw op de achtergrond staat Engeland. Dit land heeft in enkele jaren zijn pluimveehouderij zodanig uitge breid, dat het momenteel in eigen behoeften kan voorzien, dank zij een hoge subsidie van de regering, maar dat doet aan het feit niets af. De mogelijkheid is geenszins uit gesloten, dat Engeland op een ge geven ogenblik met een overschot komt te zitten. Wat gaat men dan met dit surplus doen Waar kan men er anders mee heen dan naar de Duitse markt Enkele jaren ge leden hebben wij hiervan reeds een onaangenaam voorproefje ge had. Wat deed en wat doet Ameri ka met zijn teveel aan geslacht pluimvee Hoeveel wordt hiervan in Duitsland en Zwitserland al niet afgezet Hoe kan dat tegen die prijzen vraagt men zich af. Over een dergelijke afstand moeten er toch aanmerkelijk hoge transportkosten in rekening wor den gebracht. Vóór het geslachte pluimvee in Amerika op de boot is, kunnen wij het vervoeren naar de plaats van bestemming. Hoe bestaat het Maar het gebeurt Andere bedrijfsmethoden Het gaat daar allemaal meer in 't groot en daardoor wordt de kostprijs la ger. En straks komt de EuromarktEn dan zitten wij op rozen. Want al onze belangrijke concurrenten staan er buiten. Stelt U zich die zaak niet al te simpel voor De Eu romarkt komt er. Misschien zelfs in versneld tempo. Misschien zelfs he lemaal niet I Hoe staat het met Benelux In 1944 heeft men hierover reeds een overeenkomst gesloten in Londen. Er was geen tijd om te wachten op de bevrijding Grenzen en doua nen hoorden in een museum. Weg met tolunie en douane-tarieven Wij schrijven nu 1960 en nog steeds wordt er boter over de Bel gische grens gesmokkeld. Nog steeds liggen Den Haag en Brussel overhoop over tomaten, bloem kool, enz Luxe benen zijn een wer kelijkheid, maar Benelux is alleen maar een grote stapel papier. Maar laten wij niet al te somber zijn en een ogenblik aannemen dat de Europese markt inderdaad, on danks alle moeilijkheden, met name in de landbouwsector, toch binnen (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.) De Eoornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1