DE LANDBOUWPOLITIEK Wetenschappelijk onderzoek Weekblad Rechtskundige Dienst Arbeid adelt ¥oor en door de Landbouwers der Europese Economische Gemeenschap. in 't voordeel van de boeren AALST 27 OOGST i960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1937 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de landsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN (lste bijdrage). De Commissie van de Europese Economische Gemeenschap heeft op 30 juni 1.1. zijn definitieve voor stellen betreffende het gemeen schappelijk landbouwbeleid aan de Ministerraad van de Gemeen schap overgemaakt. Zij heeft bij het uitwerken van deze voorstellen rekening gehouden met het advies van het Economisch en Sociaal Co mité en met de besprekingen in de schoot van de Europese Parlemen taire vergadering. Zij heeft in haar voorstellen een onderscheid ge maakt tussen de overgangsperiode en het definitief tijdperk van toe passing van het gemeenschappe lijk landbouwbeleid. Wat de overgangsperiode be treft was de Commissie van oor deel dat deze voor de meeste land- bouwprodukten niet verder moest gaan dan tot 30 juni 1967 en heeft opvrij uitvoerige wijze de maatre gelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid uitgewerkt. Sa menvattend kan men zeggen dat voor de overgangsperiode de Com missie een regime voorstelt van heffingen voor het handelsverkeer tussen de lidstaten, inzonderheid in de gevallen waar een zelfde re geling is voorzien voor het handels verkeer tussen de Gemeenschap en de derde landen in het defini tieve tijdstip van toepassing van het gemeenschappelijk landbouw beleid. Dit stelsel van heffingen moet nauw verbonden zijn aan een stel sel tot toenadering van de prijzen. Deze heffingen moeten de douane rechten en de contingenten ver vangen terwijl het stelsel der mini ma-prijzen niet verder zou worden toegepast. Bij afwijking aan voormelde duur van de overgangsperiode, stelt de Commissie voor dat deze een einde neemt op 1 januari 1964 voor het rundsvlees en op 1 janu ari 1970 voor de wijn. Onderzoeken wij achtereenvol gens de maatregelen van het ge meenschappelijk landbouwbeleid voorgesteld voor het overgangs tijdstip en de definitieve periode. A) Het overgangstijdstip. Voor deze periode heeft de Com missie wel bepaalde voorstellen gedaan betreffende 1) de toenadering van de prij zen 2) de organisatie van de markt 3) de handelsverrichtingen bin nen de grenzen van de Europese Economische Gemeenschap 4) het handelsverkeer met de derde landen (buiten de gemeen schap) 5) de ordening van het handels beleid 6) de harmonisatie van de wet geving. 1) De toenadering van de prijzen. Voor het oogstjaar 1961/62 stelt de Commissie volgende prijsver hogingen- en verminderingen voor (1 DM 12 frank). - voor de tarwe Groot-Her togdom Luxemburg vermindering met 1,50 DM per 100 kg West- Duitsland en Italië vermindering met 1 DM per 100 kg Nederland vermeerdering met 0,50 DM per 100 kg ,- Frankrijk vermeerdering met 1 DM per 100 kg - voor voedergerstFrankrijk verhoging met 1 DM en West-Duits- land vermindering met 1 DM per 100 kg - voor maïs Frankrijk vermin dering met 1 DM,- Italië vermeerde ring met 1 DM per 100 kg - voor suiker West-Duitsland vermindering met 2 DM, Italië ver mindering met 2 DM ,- Frankrijk vermeerdering met 0,50 DM en Ne derland verhoging met 1 DM per, 100 kg. (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) Onze rechtskundige houdt zijn zitdag zondag 28 oogst tussen 10 en 12,30 u., in het lokaal De Koornbloem» Grote Markt, Aalst. OPMERKING Wij moeten er hier uitdrukke lijk op wijzen dat deze rechts kundige dienst slechts koste loos is voor onze leden. Ieder lid dient dus voorzien te zijn van zijn abonnementskwijting op «De Koornbloem», zoniet zal hij, zo als de niet-leden, het bedrag van een jaarabonnement op De Koornbloem zijnde 96 fr., per raadpleging dienen te betalen. Wanneer een lid zijn bewijs van lidmaatschap zou vergeten hebben zal hem eveneens dit bedrag worden aangerekend. Dit zal hem echter op onze bure len worden terugbetaald op zijn aanvraag en mits voorlegging vanzijnbewijs van lidmaatschap. Iedereen wordt verwittigd dat hier geen uitzonderingen kun nen gemaakt worden. IV. Verschillende aspecten van het wetenschappelijk onderzoek op gebied van land- en tuinbouw stel den wij reeds in 't licht in vorige bijdragen en wij kwamen daarbij tot de overtuiging dat er nog heel wat werk af te leggen is. En nog zijn de mogelijkheden daarmee niet uitgeput. De volgen de taken, die de onderscheidene ondercommissies voor onderzoek als opdracht hebben gekregen in de U.S.A. zijn daarvan het bewijs. De hoedanigheid van de voortbrengst. Alle streven voor verbetering en vooruitgang komt tot uiting in een hogere levensstandaard der bevol king. (Het is trouwens het doel van het onderzoek op landbouwgebied daarin ook de landbouwers te betrekken). Wanneer de verbrui ker echter meer geld ter beschik king krijgt om zijn behoeften te vol doen, dan gebruikt hij dit niet al tijd zozeer om meer producten te kopen, maar doorgaans om zich waren aan te schaffen die van ho ger kwaliteit zijn. Het is opvallend hoe een hogere levensstandaard tot uiting kan komen aan de tafel van de verbruiker. Om te komen tot een hogere hoedanigheid van een ander voortbrengsel is er een samenwer king nodig tussen al de personen die bij het productieproces betrok ken zijn. Zo zal de plantenverede- laar trachten aan een bestaand ge was een bepaalde eigenschap toe te voegen, die het voor de handel (of het verbruik) aantrekkelijker, waardevoller maakt. De boer zal uit het gewas trach ten te halen wat er in zit, door aan gepaste grondbewerking, bemes ting en teeltzorg. Ook het oogsten kan een rol spelen in de waarde van het product. Vervolgens komt het in handen van de verwerkings industrie, wiens taak het dan is de nieuwe eigenschap te doen uit komen. De reklamedeskundige heeft als taak de verbruiker er op te wijzen welke verbetering het product heeft ondergaan. En ten slotte, als de verbruiker, de huis vrouw, enz. overtuigd zijn dat ze iets beter krijgen dan vroeger, pas dan zullen ze bereid zijn een ho gere prijs te betalen. Dit alles stelt een reeks proble men waar nog tal van onderzoekers hun handen aan vol kunnen heb ben. Nieuwe produkten en nieuwe afzetmarkten. Het volstaat niet dat bepaalde voortbrengselen waardevoller wor den als men ze niet kwijt geraakt. Het vraagstuk van de afzet en daarmee dat van de overschotten moet een uitweg zoeken langs nieuwe afzetgebieden. Het gaat niet altijd op de buiten landse markt te dwingen bestaan de waren op te nemen, omdat men nu eenmaal met die waren opge- geschept zit. Het onderzoek van de buitenlandse markten, met de ei sen die de koper daar aan de pro ducten stelt, moet het binnenland voorlichten nopens de richting die de productie dient in te slaan. Aan dacht dient besteed aan de han delspolitiek van de vreemde lan den, die men wil bewerken en voortdurend moet men op de hoog te blijven van elke kentering die daar optreedt ten einde zich snel te kunnen aanpassen. Dit is natuurlijk van het meeste belang voorlanden, wier landbouw grotendeels op uitvoer is aange wezen. Maar ook landen, die slechts occasioneel of alleen voor bepaalde producten uitvoerend zijn, dienen daarmee rekening te houden. Een bevredigend levenspeil. Het uiteindelijk doel van de landbouw is de gezinnen, die er bij betrokken zijn, hulpbronnen te verschaffen, die hen in staat stellen een behoorlijk levenspeil te berei ken. Welk peil te bereiken is hangt niet alleen af van de omvang van de beschikbare hulpbronnen die wor den aangewend. Om zich hier een oordeel over te kunnen vormen is het nodig dat men weet op welke wijze en op welke gronden de landbouwersgezinnen hun beslis singen nemen. Op het platteland is dit de laatste tijd vrij ingewikkeld geworden. Door een steeds nau wer contact, dat men daar met de stad heeft is men niet zo gemakke lijk meer tevreden met toestanden, die men enkele jaren voordien nog heel gewoon vond. De wisselende opvatting die de plattelandsbewoners hebben no pens een bepaalde levensstan daard maakt het vraagstuk niet eenvoudiger. Bij alle kwesties van technische aard komen o.a. ook nog die van louter menselijke aard. Zo zullen bv. heel wat plattelands- (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom.) mm ï'JSèl De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de oostkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven j STICHTER EN BESTUURDER Handelsregister Aalsi^N, CAUDRON. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1