Ademhalingsziekten bij Varkens. De pluimveeteelt in het gedrang. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 3 DECEMBER 1960. Verschijnt iedere zaterdag 39ste JAARGANG Nr 1951 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de ^landsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Doeltreffende maatregelen dringend vereist ten bate van de boeren-kippenmesters. Inleiding Of er cijfers bestaan over de ver liezen, die door de verschillende ademhalingsziekten b ij varkens worden veroorzaakt, weten wij niet. Wat wij echter wel goed weten, door ons dagelijks contact met de varkenshouderij is, dat die schade voldoende groot is om daarover een en ander te vertellen. Mis schien is de sterfte door deze ziek ten niet zo groot, althans bij oudere varkens. Maar ongetwijfeld is de vertraagde groei van aangetaste dieren op zichzelf reeds ernstig ge noeg opdat de varkenhouder er zich zorgen om zou maken. Een bespreking van deze var kensziekten lijkt ons nog belangrijk om een andere reden in veel ge vallen heeft de boer het zelf in handen om deze ziekten te voorko men, terwijl hij ook bij de genezing van doorslaggevende betekenis is. Daardoor heeft hij echter inzicht nodig in de verschillende kwalen, moet hij ze toch min of meer van elkaar kunnen onderscheiden en moet hij ook weten dat hem in be paalde gevallen te doen staat. Voor een goed inzicht is het wenselijk even na te gaan welke de verschillende organen zijn die bij de ademhaling van de varkens zijn betrokken. Moeilijk is dat geenszins, daar de bouw van deze organen practisch dezelfde zijn als bij de mens. Wij schieten elk een witte kiel aan en leggen een varken op de tafel om eens te zien hoe die adem haling nu in elkaar steekt. Vertrek kend van de twee neusgaten in de neusschijf, krijgen wij de neushol te die doorloopt tot ze achteraan in de keel samenkomt met de mondholte. Neus- en mondholte zijn gescheiden door het gehemel te. Wij mogen ons de neusholte niet voorstellen als een rechte buis, zo iets als een buis van de waterlei ding. Zij is doorgroefd door allerlei plooien en insprongen. De onder scheiden beenderen, die de kop samenstellen vormen holten, die met de neusholte in verbinding staan, doorgaans door smalle en kronkelende gangen. Deze bijhol ten, die in de centrale neusholte uitkomen, noemt men de boezems. Heel dat stel holten en gangen is over de ganse oppervlakte met een slijmvlies bedekt. Het slijm, door deze vliezen afgescheiden, moet nu langs de neusholte zijn weg vin den naar de buitenwereld. Waar neus- en mondholte samen komen staan wij voor het keelgat. Vandaar uit vertrekken twee pij pen, nl. de eerste gaat naar de lon gen en is de luchtpijp, terwijl de tweede naar de maag gaat en slokdarm wordt genoemd. Hier dient een kleine bijzonderheid ver meld daar de luchtpijp vóór de slokdarm ligt, moet het voedsel, dat ingeslikt wordt, over de luchtpijp naar de slokdarm. Eigenlijk is dat een vrij gewaagde onderneming, want de kleinste hoeveelheid voed sel of drank, die in de luchtpijp te recht komt is aanleiding tot flink hoesten. Wij weten uit ondervin ding hoe onaangenaam het ver slikken is. 't Zit in een verkeerd keelgat, zegt de volksmond. Om dit verslikken te vermijden wordt de luchtpijp gedurende het slikken af sloten door de strotklep, zodat het voedsel zonder gevaar over de dichte luchtpijp in de slokdarm te recht komt. Bovenaan de luchtpijp treffen wij het strottenhoofd. Dit wordt ge vormd door trechtervormig stel kraakbeenderen. De luchtpijp zelf bestaat uit een reeks opeengesta pelde ringen, die onderling ver bonden zijn door een beweeglijk vlies. Langs de binnenzijde is die luchtpijp weer bekleed met een slijmvlies. Men zal opgemerkt hebben dat practisch alle organen, die iets met de ademhaling te maken hebben en vooral deze die rechtstreeks met de buitenwereld in aanraking komen, voorzien zijn van een slijm vlies. De bedoeling hiervan is de vreemde bestanddelen, die met het inademen in de luchtwegen terecht komen, op te vangen en terug naar buiten te voeren. Zodoende wordt voorkomen dat ongewenste be standdelen, zoals stof en dergelijke, in de longen zouden terecht ko men. De functie van de slijmvliezen wordt dan nog ondersteund door het hoesten. Telkens als een vreemd lichaam in de slijmvliezen is blijven hangen, prikkelt dit zo danig dat onwillekeurig de longen krachtig samentrekken en daar door een massa lucht met grote snelheid naar buiten persen. Dat is het hoesten. De bedoeling is hier klaarblijkelijk het vreemd lichaam uit te stoten. Tussen het eerste paar ribben gaat de luchtpijp in de borstholte en vertakt zich daar in twee lucht pijptakken (of brochiën) die elk naar een helft van de longen gaan. (Zie vervolg 2' bladz. 3' kolom.) Wij hebben in ons blad melding gemaakt van de misnoegdheid wel ke bij onze kippenmesters heerst over de zware verliesprijzen waar tegen zij hunne produkten moeten afzetten. Deze misnoegdheid kwam onlangs nog tot uiting in een druk bijgewoonde betoging te Turnhout, hoofdplaats van de Kempen, waar de pluimveeteelt op grote schaal wordt beoefend. Het dient trou wens gezegd dat de pluimveeteelt een belangrijke bedrijfstak is van onze Vlaamse landbouw, inzonder heid voor de kleine uitbatingen. Haar opbrengst bereikt een waarde van ongeveer 6 miljard fr., hetzij ongeveer 4,5 miljard fr. voor de eierenvoortbrengst en 1,5 mil jard voor de vleesproduktie. Deze cijfers vertegenwoordigen onge veer 12 van het landbouwinko men. Men kan onze pluimveehouders niet het verwijt maken dat zij op gebied van produktiviteit en op het technisch vlak onvoldoende de vooruitgang hebben gevolgd in hunne uitbatingsmethodes. Met de steun van het departement van landbouw en van hun beroepsver enigingen hebben zij een doeltref fende selectie doorgevoerd, zodat zij over een uitstekende pluimvee stapel beschikken. De voeding en de verzorging der dieren geschiedt over het algemeen op rationele wijze. De moeilijkheden waarmede on ze pluimveeteelt te kampen heeft vinden hun oorzaak 1) gedeeltelijk in de gevolgen van de graanpolitiek toegepast door de regering welke er op ge richt is het evenwicht tussen de teelt van tarwe en deze van voe- dergranen te herstellen en te hand haven door opvoering van de prijs der voedergranen bij middel van de heffing van een bijzonder in voerrecht (bedragende gemiddeld 100 fr. per 100 kg) op voedergranen betrokken in het buitenland. 2) gedeeltelijk in de dumpingprij zen waartegen bepaalde landen hun produkten afzetten op de bui tenlandse markten waar zij als con currenten optreden van de voort brengselen onzer pluimveehou derij. Wat de eerste oorzaak betreft is het onze landbouwers bekend, dat de prijzenpolitiek toegepast door de regering ten opzichte van de in landse tarwe, gepaard met het stel sel van verplichte inmenging, voor gevolg had de tarweteelt lonend te maken. Daar anderzijds, groten deels ten gevolge van de invoer te gen uiterst lage prijzen, de inland se voedergranen nog enkel afzet vonden tegen verlieslatende prijzen nam de tarweteelt een sterke uit breiding zelfs op gronden die hier voor niet zijn aangewezen en zelfs op het gevaar af dat geen voldoen de rekening meer werd gehouden met de vruchtenafwisseling. Hierbij kwam nog dat de voort brengers van voedergranen, die geen voldoende vergoeding voor hun arbeid vonden in de verkoop hunner produkten, deze trachten te vinden in de uitbreiding van de dierlijke produkten wat vlug moest leiden tot overproduktie in deze bedrijfstak. Hierdoor kwam het inkomen van onze kleine en middelgrote boeren in het gedrang die zich bij voor keur toeleggen op de dierlijke pro dukten (vee en kleinvee) omdat zij over de vereiste familiale arbeids krachten beschikken. Er dienen al dus maatregelen getroffen om de voedergranen te valoriseren of op te voeren tot een lonende prijs om een verdere onverantwoorde uit breiding van de tarweteelt te voor komen, alsmede een grondige sto ring van het evenwicht in de land- bouwvoortbrengst en in het land bouwinkomen. De Minister van Landbouw en de regering met hem meenden deze uitslagen te kunnen bereiken door de invoering van een bijzonder recht op de invoer van voedergra nen waarvan de invoer onder ver gunning werd gesteld. Dit bijzon der invoerrecht bedraagt over het algemeen 100 fr. per 100 kg, doch is veranderlijk naar gelang de marktprijzen en de soort van gra nen. Nadelen van dit bijzonder invoerrecht voor de pluimveehouderij. De nadelige kant van deze rege ling is dat zij de prijs voor de voe ding van het vee in het algemeen en van de puimveehouderij in het bijzonder merkelijk verhoogde, vermits de voedergranen in werke lijkheid een onmisbare grondstof uitmaken voor deze bedrijfstakken. Zie vervolg 2C bladzijde lc kolom BIB—t—WMB—H—OT5M—■WnBWMBMWWMWMBiWWWMWWWMMMBMMj%mt\ J'HH B W 'SSgHH HIH1III■BM—B^aMBftMgHllWTTt De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postchcckr. S. M, Redt U Ze'.ven Handelsregister Aalst Nr 145 STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1960 | | pagina 1