De Europese Landbouw V oortplantingsmoeili jkheden bij Zeugen. Weekblad in 196L Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 27 JANUARI 1962. Verschijnt iedere zaterdag 41ste JAARGANG Nr 2010 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uit Lanc 1 gegeven door de lbouwersvereniging IEDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Uit het lijvige verslag van de Verenigde Naties, Afdeling Euro pa, over de landbouw in ons we relddeel, halen we, ten gerieve van onze lezers de volgende be schouwingen. Het blijkt dat de landbouwpro blemen een der grote bekommer nissen blijven van meest alle Euro pese, maar dan toch vooral de West Europese Staten. Bijna overal bestaat er een te groot verschil, in het nadeel van de landbouwers, met de inkomsten en de welstand der andere groepen van de bevol king. Daar waar in Oost-Europa de hoofdbekommernis der regeringen gaat naar een opvoering van de landbouwproduktiviteit door het verschaffen van meer mechanische hulp en beter aangepaste mest stoffen, gaat deze der West-Euro- pese landen naar de lastige ge volgen van een landbouwvoort- brenging die de noden van de be volking verre overtreft. Als gevolg hiervan dalen er de prijzen en zijn deze niet meer in verhouding met het geïnvesteerd kapitaal en de geleverde arbeid. Om dit euvel te keer te gaan worden er in de verscheidene West-Europese landen allerhande maatregelen genomen om de land bouwers een menswaardig inko men te verzekeren. Deze maatre gelen verschillen van land tot land, en gaan van rechtstreekse hulp aan de landbouwers in Finland, tot ondersteuning van artificiële prijzen in andere landen, of tot het afnemen van de melk door de mel- kerijen aan vastgestelde prijzen die aan de voortbrengers een ren derende uitbating moeten toelaten. (Het is trouwens de verscheiden heid in deze maatregelen die een eenmaking van de landbouwpoli tiek in de Gemeenschappelijke Markt in de weg stond. Na lange en moeizame onderhandelingen is men het bij de aanvang van dit jaar toch eens geraakt om tijdens de volgende acht jaar geleidelijk tot eenzelfde landbouwpolitiek voor al de landen van de Ge meenschappelijke Markt te komen. Gezien de ernst van de huidige toestand met het oog op de uitein delijke verwezenlijking van de éne Gemeenschappelijke Markt, be staat er geen reden om skeptisch tegenover de besluiten van Brussel te staan. Alle landen hebben er belang bij dat de hypotheek van de landbouw die nu rust op de G.M. zou verdwijnen. Normaal mo gen de landbouwers zich dus ver wachten aan een geleidelijke ver betering van hun toestand. Nota van red.) In 1961 zijn de atmosferische toe standen voor de Europese land bouw niet gunstig geweest. Tenge volge van de uitzonderlijke voch tigheid der gronden op het einde van 1960 werd het bewerken en eggen zo lang mogelijk uitgesteld, terwijl het areaal voor broodgraan sterk werd ingekrompen in de meeste landen van West Europa. Ook in het Zuid-Oosten van Eu ropa werd de opbrengst vermin derd door langdurige droogte. Zo zal waarschijnlijk de Europese graanproduktie (Rusland uitgezon derd) ongeveer 6 procent minder bedragen dan voor 1960. In Oost- Europa daarentegen (Rusland en kommunistisch blok) ligt de toe stand andersom. De klimaattoe standen waren er anders en de op pervlakten bestemd voorde graan- teelt werden er aanzienlijk uitge breid. De oogst was zeer goed in Tchecoslovakijë, Polen en Honga- rijë, en in Roemenië bereikte hij een rekordhoogte. In Rusland wordt het graanareaal voortdu rend en aanzienlijk uitgebreid. Over het algemeen was de aard appel- en suikerbietenoogst bevre digend, alhoewel sterk onder het rekord van 1960 liggend Ook op dit gebied werd het areaal vermin derd rekening houdend met de re- kordproduktie van het voorgaan de jaar. Bijna overal heeft de droogte van het voorjaar een slechte in vloed gehad op alle wortelvruch ten, ook in het oosten, alhoewel daar de oppervlakten voor suiker bietenteelt merkelijk werden uit gebreid. In het oosten van Europa kan men overigens een algemene tendens waarnemen tot uitbreiding van het landbouwareaal. In het westen van Europa tracht men de opbrengst te verbeteren door een betere techniek, in het oosten door uitbreiding van de bebouwde op pervlakten. Deze laatste techniek is overigens inj! het westen niet meer mogelijk. De produktie van fruit en groen ten was goed. De steenvruchten {Zie vervolg onderaan hierneven) III. De eerste reeks moeilijkheden, die zich kunnen voordoen, kwa men neer op het niet berig worden van de zeugen. Niet berig worden wil zeggen niet gedekt worden, dus geen biggen. In een vorige bijdrage zetten wij dat breedvoe rig uiteen en gaven daarbij enke le vingerwijzingen om de moeilijk heden op dat terrein te ontwijken. Een tweede reeks treden op bij zeugen die wel berig worden, dus wel normaal kunnen gedekt wor den, maar die niet drachtig wor den. Dit niet drachtig worden kan op een tweevoudige wijze worden veroorzaakt, nl. de aanwezige ei tjes worden normaal bevrucht, maar sterven naderhand af, ofwel worden de eitjes niet bevrucht, deels door oorzaken die aan de zeug kunnen te wijten zijn, deels door oorzaken, die bij de beer moeten gezocht worden. Maar daar wij het niet hebben over on vruchtbaarheid bij de beer, zullen wij ons alleen tot de zeug bepalen. Er heeft geen werkelijke bevruchting plaats. Een eerste oorzaak hiervan kan liggen aan een of ander gebrek van de geboorteweg, waardoor het zaad verhinderd wordt de ei tjes te bereiken. Bevruchting blijft dan vanzelfsprekend achterwege. In sommige gevallen bestaan der gelijke gebreken reeds van bij de geboorte van de zeug, het is dus een aangeboren gebrek (misschien erfelijk maar het kan ook later ontstaan bv. door verwikkelingen bij een voorgaand werpen Is afwij king aan de geboorteweg de re den, dan blijft er niets anders over dan de zeug in kwestie op te rui men. Een grensgeval dat zich kan voordoen is dat waarbij de eitjes wel bevrucht worden maar zo wei nig levenskrachtig zijn dat ze kort na de bevruchting reeds afsterven. brachten overal een rijke oogst op, maar deze van appelen en peren lag in de meeste landen onder het gemiddelde, uitgenomen in Italië, Hongarijë en Joegoslavië. De drui venoogst liet overal qua kwantiteit te wensen over, maar was buiten gewoon van hoedanigheid. In dit verband dient er op gewe zen dat de voeding van de drach tige zeug van buitengewoon be lang is Niet zozeer hoeveel de zeug krijgt speelt hierbij een rol, maar wel wat ze krijgt. Hoewel nog lang niet is uitgemaakt welke rol de vitaminen en de sporenele menten spelen toch weten wij wel zoveel dat een te kort aan deze stoffen heel wat onregelmatighe den veroorzaakt in de voortplan ting. Om maar één voorbeeld te noemen gebrek aan mangaan. Amerikaanse onderzoekers heb ben vastgesteld dat mangaange- brek bij het vrouwelijk dier zich manifesteert in drie stadia 1) Stadium van licht tekort de vrouwelijke dieren zijn nog nor maal vruchtbaar, maar geven jon gen, die weliswaar levensvatbaar zijn, maar die na korte tijd afwij kingen gaan vertonen. 2) Stadium van zwaarder tekort de jongen komen zwak op de we reld en hebben geen levenskracht, zodat ze kort na de geboorte ster ven. 3) Stadium van absoluut tekort hier is er zelfs van jongen geen spraak, daar de geslachtscyclus bij het moederdier ofwel ophoudt te bestaan, ofwel zeer onregelmatig verloopt, zodat bevruchting zeer onwaarschijnlijk wordt. Het belang van een ruime vita minen- en sporenelementenvoor ziening kan dus moeilijk onder schat worden, zodat wij hier nog maals moeten wijzen op de hoe danigheid van het zeugenmeel enerzijds en het belang van een juiste ruwvoedervoorziening an derzijds. Ook de uitloop met de ge legenheid in de grond te wroeten (waar allerlei stoffen door het dier zelf worden gezocht) mag men dus niet uit het oog verliezen. Er heeft wel een bevruchting plaats. Wij vermeldden reeds het grens geval waarbij weinig levenskrach tige eitjes bevrucht worden, maar kort daarna, door hun zwakte reeds afsterven. Dit afsterven kan echter ook op een later tijdstip plaats vinden als de ontwikkeling van de eitjes in de baarmoeder al een zeker stadium bereikt heeft. Hierbij kunnen weer verschillende gevallen voorhanden zijn. {Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postche Hande ckr. S. M. Redt U Zeiven lsregister Aalst Nr H5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1962 | | pagina 1