Wat staat onze kleine bedrijven te wachten 1 Een noodzakelijke voorlichting Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 10 MAART 1962 Verschijnt iedere zaterdag 4Lte JAARGANG Nr 2016 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Stadsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Onlangs werd ons, opeen verga dering van boeren, de vraag ge steld wat gaat er met onze bedrij ven gebeuren Als wij daarbij we ten dat de gemiddelde oppervlakte van onze Oost-Vlaamse bedrijven ligt tussen de 4,75 tot 5 ha, dan kan men die vraag verstaan alswat gaat er met onze kleine bedrijven gebeuren Dit is een vrij pijnlijke vraag, om dat men gewoonlijk verwacht dat men hierop een antwoord zal ge ven dat zo maar al de moeilijkhe den zal oplossen, hoewel men in zijn binnenste maar al te goed weet dat voor velen onder ons de toe komst verre van rooskleurig is. Wanneer wij de landbouwpers hierover nagaan en zien wat zij te zeggen heeft over de toekomst van onze boerderijen, dan krijgen wij dikwijls de indruk dat men de kern van het vraagstuk ontwijkt en dat men alleen zijn best doet de lezers tevreden te stellen en de bitterheid van de toestand te verdoezelen. Men vraagt allerlei beschermings maatregelen, die zogezegd de klei ne familiale bedrijven zouden moe ten beschermen, in 't leven houden. Maar telkens weer krijgt men het gevoel dat de schrijver zelf maar half gelooft van wat hij schrijft. De vraag is echter of men zijn lezers daardoor een dienst bewijst. Want zolang de betrokkenen, de kleine boeren dus. geen duidelijk inzicht hebben in hun toestand zo lang ze zich begoochelingen ma ken en blijven hopen dat er wel eens het mirakel zal gebeuren, be staat het gevaar dat ze blindelings hun onndergang tegemoet gaan. Daarom is het wenselijk dat hier eens klare taal wordt gesproken en dat het probleem eens bskeken wordt zoals het is, en niet zoals wij het ons wensen. Onze kijk op de zaak, wij geven dat graag toe, is een persoonlijke kijk en dus geen evangelie. Men kan er mee ak koord zijn of ook niet. Maar één zaak staat vasthet zal vele land bouwers tot nadenken stemmen en waarschijnlijk zullen ze zich in ernst gaan afvragen welke hou ding zij zelf nu tegenover de drei gende toekomst zullen moeten aan nemen. Het vraagstuk van de kleine be drijven in ons land heeft een dub bel aangezichteen menselijk en een economisch. Bezien vanuit menselijk en sociaal standpunt is iedereen er over akkoord dat de kleine bedrijven in stand moeten gehouden worden, te meer dat het hier hoofdzakelijk gaat om gezins bedrijven, doorgaans dan met een vrij grote kinderlast. Daartegen over staat de koude eis van de eco nomie die onverbiddelijk vraagt dat ieder bedrijf economisch leef baar zou zijn, dwz. dat de arbeid, die er gepresteerd wordt, zodanig productiefzou zijndat 'thuishouden dat er op leeft zichzelf zou kunnen behelpen en zijn kinderen een be hoorlijke toekomst verzekeren. En hier wringt juist de schoen. Want tal van onze bedrijven zijn momen teel zeker niet in staat een mens waardig inkomen voor de boer op te brengen. Ten minste dan toch deze bedrijven die zich alleen op de traditionele landbouw en vee kweek toeleggen. Wij willen daarmee niet zeggen dat een klein bedrijf niet leefbaar kan zijn, alleen omdat het een klein bedrijf is. Heel wat kleine bedrijven weten zich goed te hand haven. Maar is dat niet in hoofd zaak omdat ze tijdig hebben inge zien dat het boeren zoals vroe ger niet vol te houden was Zo zijn de tuinbouwbedrijven bv. juist ge kenmerkt door hun kleine opper vlakte, maar toch laten ze toe be hoorlijk de kost te verdienen. Denk maar even aan de bloemen teelt, de groentenkweek in open lucht en onder glas. Andere bedrij ven die meer hun karakter van tra ditionele boerderij hebben behou den zijn zich meer gaan toeleggen op de dierlijke speculaties. Wij wil len nu buiten beschouwing laten of deze speculaties wel altijd even lo nend zijn geweest, maar toch zijn de mogelijkheden hier groter. Wij denken hier aan de hennenhoude- rij, de varkensmesterij, de kalver- kweek, e.d. De bedrijven echter die 't willen bol werken met gewone akkervruch ten en koeien houden, hebben het zeker erg te verduren en het zijn juist deze die gevaar lopen onder de voet te geraken. De feiten zijn daar trouwens om dat te bevesti gen. Sinds de oorlog zijn reeds tienduizenden bedrijfjes verdwe nen en nog altijd duurt de oprui ming maar voort. Niemand kan trouwens voorzien waar die oprui ming zal ophouden. Hetzelfde verschijnsel hebben wij eens meegemaakt in het begin van de jaren 30. (Zie vervolg 2' bladzijde 2' kolom). van de overheid en van de openbare mening over de vraagstukken inzake land en tuinbouw. Wie regelmatig de verschillende dagbladen leest stelt meermaals de verbazende onwetendheid vast van meerdere onder hen betreffende de toestand van onze land- entuin- bouweconomie. Een gebrek aan voldoende kennis van de bijzon derste bestanddelen van deze eco nomie en van hunne ontwikkeling wordt eveneens vastgesteld bij de officiële diensten buiten deze af hangende van het Ministerie van Landbouw, alhoewel deze diensten niet zelden over aangelegenheden moeten beslissen die de landbouw rechtstreeks of onrechtstreeks aan belangen. Bij sommige dagbladen is het spijtig genoeg niet alleen onwe tendheid, doch ook kwade trouw, waaraan door voorlichting, hoe volledig ook, niet kan worden ver holpen, Een degelijke voorlichting uit of ficiële bron kan dan ook veel nut opleveren voor een onbevooroor deelde voorlichting nopens de land en tuinbouwontwikkeling en ook bijdragen tot het treffen van de meest doeltreffende maatregelen ter bevordering van deze hoogst belangrijke takken van het be drijfsleven. Een wetsvoorstel. Dit is het doel dat de heer volks vertegenwoordiger J. Van den Eyn- de en collega's nastreven door het indienen bij de Kamer van het wetsvoorstel er toe strekkende de Minister van Landbouw te belasten met het indienen van een jaarlijks verslag over de land- en tuinbouw- ekonomie In de toelichting van het voorstel wordt gezegd dat dit als doel heeft een grondige jaarlijkse studie te doen instellen omtrent onze land en tuinbouw, jaarlijkse studie om dat de toestanden voortdurend veranderen en het beslist noodza kelijk blijkt de evolutie ervan en de schommelingen van dichtbij te vol gen. Deze studie zal aldus een be tere kijk geven op de verschillende bedrijfstakken van land- en tuin bouw. Het verslag zal ook aan de pers het nodige materiaal verschaffen om de ganse openbare opinie ver trouwd te maken met de werkelijke toestand en de noden van onze land- en tuinbouwers. Dit uitgebreid onderzoek zal ook de regering in staat stellen de maatregelen te treffen die noodza kelijk zijn om aan de landbouwers bestaansvoorden te waarborgen die overeenstemmen met deze van andere vergelijkbare bedrijfsgroe pen en om hen te laten deelnemen aan de stijging van het nationaal inkomen. De voorgestelde studie en de maatregelen welke dienvolgens zullen genomen worden zullen bij dragen om aan de Belgische bevol king de best mogelijke voorziening in voedingswaren te verzekeren. Tevens zal deze documentatie voor ons land dienstig zijn bij de verdere ontwikkeling van d e Europese landbouwintegratie. Om zijn sociale en nationale zen ding te kunnen vervullen moet de land- en tuinbouw een zeker wel- vaartpeil kennen. Een arme land- bouwerstand remt de opgang van de volkswelvaart, evenals een zie kelijk orgaan de lichamelijke ge zondheid ondermijnt. De land- en tuinbouw moeten, evenals elke an dere bedrijstak, over de financiële en technische middelen beschik ken om de bedrijven te modernise ren en de uitbating in de beste voorwaarden te doen geschieden en tot de hoogste opbrengst te brengen, teneinde aldus in de gun stigste voorwaarden de voedsel voorziening van de bevolking te verzekeren. Ten slotte is een welvarende land- en tuinbouwersbevolking een belangrijke afneemster van onze nijverheid, handel en ambachten. Bondig samengevat, betoogt de heer Van Den Eynde, kunnen wij zeggen dat zo enerzijds een offi ciële studie het zal mogelijk maken de tekortkomingen en gebreken in onze landbouw te ontdekken, zij anders eveneens de mogelijkheid zal scheppen om de nadelige maat regelen aan het licht te brengen en ongedaan te maken, en de land en tuinbouw volledig in te schakelen in de algemene economische en sociale politiek welke er op gericht is de landbouwersbevolking haar aandeel te geven in de stijgende ontwikkeling van het volksinko men. Door een werkelijk beeld te schetsen van de toestanden in de land- en tuinbouw, zal deze studie een juister inzicht geven aan de bevolking betreffende de noden van de land- en tuinbouw en de toenadering tot stand brengen tus sen de land- en tuinbouwers en de andere geledingen van de nationa- (Zie vervolg 2' bladzijde 1kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcbeckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr H5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zondeT aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1962 | | pagina 1