Weekblad De kwaliteit van onze eieren moet verbeteren. land- en tuinbouwproducten. Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt Het toenemend belang van de uitvoer van AALST 5 MEI 1962 Verschijnt iedere zaterdag 41Ue JAARGANG Nr 2024 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Het zal de hennenhouders zeker niet ontgaan zijn dat de laatste tijd stelselmatig wordt aangedrongen op een betere verzorging van de eikwaliteit. In dit verband willen wij even herinneren aan de mede deling, gedaan door de marktcom- missie van Kruishoutem «Het probleem van de vuilscha- lige eieren blijft maar voortduren en dit niettegenstaande de krachts inspanningen, die door de voor lichting aan onze voortbrengers gedaan wordt. Onze producenten zouden moeten begrijpen dat de normale minderwaarde van een vuilschalig ei op dit ogenblik min stens 25 ct per stuk bedraagt en dat de verkoop van vuilschalige eieren in de handel wettelijk ver boden is, wanneer deze eieren niet als tweede keus gestempeld zijn. Zij zouden uiteindelijk moeten be grijpen dat het in hun eigen belang absoluut noodzakelijk is dat ze en kel zuiverschalige en prima verse eieren moeten afleveren. Deze dringende oproep van de marktcommissie dienen onze hen nenhouders zeer ernstig op te ne men. Daar is enerzijds de binnen landse markt. Het jaarlijkse ver bruik wordt per hoofd geschat op 250 tot 260 eieren. De laatste tijd heeft men vastgesteld dat die hoe veelheid neiging heeft om te ver minderen. Vermindering van bin nenlands verbruik, met daartegen over een stijgende voortbren ging I Iedereen begrijpt onmiddel lijk het gevaar. Te meer daar er anderzijds op de Europese markt genoeg concurrentie bestaat, die een vlotte afzet van onze eieren in het buitenland sterk in de weg staat. Wij geven wel toe dat er op de Europese markt nog mogelijk heden zijn. Ramingen laten veron derstellen dat de afzetmogelijk heid tot 1965 nog met 20 kQn stij gen. Maar de vraag is of het de Belgische pluimveehouders zullen zijn, die daarvan zullen profiteren. Met het in voege komen van de Europese economisch gemeen schap kunnen wij uiteindelijk ver wachten dat de produktievoor waarden in de deelnemende lan den zullen gelijkgeschakeld wor den. Zo zullen de voederkosten, die toch tussenkomen in de kostprijs voor 70 tot 80 en die nu in de verschillende landen vrij sterk uit elkaar lopen, niet meer de bepa lende factor zijn in de kostprijs. Trouwens het is een feit dat niet alleen de kostprijs in de concurren tie een rol zal spelen, maar even zeer en misschien nog meer de kwaliteit van het aangeboden pro duct. Er wordt herhaaldelijk gewezen op de noodzakelijkheid van een goed gevoerde propaganda om het verbruik van de eieren te sti muleren. Sinds verschillende jaren bv. wordt in West-Duitsland een ernstige poging in die richting ge daan. Aan die publiciteitscampag ne nemen Nederland, Zweden, Noorwegen, Finland, Polen en Yougoslavie deel. Italië en West- Duitsland kent reeds verschillende grote bedrijven waar de eieren tot twee keer in de week worden af gehaald ten einde de versheid van de eieren nog te verhogen. Dene marken tracht, aan de hand van strenge voorschriften, de hoeda nigheid van de eieren steeds maar op te drijven. Wij kunnen hier in België dus evenmin het vraagstuk ontwijken en zullen moeten ons uiterste best doen om op het peil van de andere landen te blijven. Hoewel Nederland, die door gaans toch aanzien wordt voor het land waar alles zo perfect gaat, niets onverlet laat om zijn plaats op de markt nog uit te breiden, toch zitten ze daar zeker niet zon der zorgen. Zo is het een feit dat in West-Duitsland herhaaldelijk klachten zijn opgegaan tegen de hoedanigheid van de Nederlandse eieren. Deze klachten betroffen dan hoofdzakelijk de dunne schaal (waardoor betrekkelijk veel breukl, de hoedanigheid van het eiwit en de kleur van de dooier. Wij zullen er wel niet op moeten wijzen dat in Nederland nu met man en macht gewerkt wordt om daarin verbetering te brengen. Maar intussen is het toch nog niet zo dat ze daar op hun beide oren kunnen slapen. Hoe is nu de toe stand in België Is het hier beter dan in Nederland Ing. G. De Groot, verbonden aan het Station voor Kleinveeteelt te Gontrode, heeft hierover een uit gebreide studie gemaakt, waar van wij de bijzonderste gegevens willen vermelden. Een onderzoek is ingesteld in 75 bedrijven en hierbij werden ver schillende rassen betrokken (in landse zowel als ingevoerde). De resultaten van dit onderzoek kun nen als volgt samengevat wor den (Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) (5de en laatste bijdrage) Op de studie- en informatieda gen, gewijd aan voormeld onder werp, die gehouden werd te Brus sel op 11 december 1961, behan delde de heer A. Van den Dael, di recteur van de Nationale Dienst voor Afzet van Land- en Tuinbouw- produkten de praktische aspecten van de uitvoer dezer produkten onder de hoofding .- De Bevordering van de uitvoer van land- en tuinbouwprodukten. In zijn inleiding betoogt de spre ker dat de bevordering van de uit voer van onze land- en tuinbouw produkten noodzakelijk is ten ge volge van de stijgende nationale voortbrenging en de toenemende internationale concurrentie die zich in de grotere economische ge meenschap laat gevoelen in bin nen- en buitenland. Met uitzondering van enkele gespe cialiseerde bedrijfstakken kan ons land niet beschouwd worden als een zeer belangrijk uitvoerder van land- en tuinbouwprodukten. Dit feit heeft er voorzeker toe bijge dragen dat wij thans nog niet be schikken over een voldoende aan tal degelijk onderlegde en ernstige uitvoerfirma's die straks zullen no dig zijn om de snel groeiende pro- duktieoverschotten in het buiten land af te zetten. De Belgische afwezigheid op de buitenlandse markten is een opval lend verschijnsel waaraan drin gend verandering dient gebracht. De eerste vereiste daartoe zal zijn onze handelaars in land- en tuin bouwprodukten een daadwerke lijke uitvoermentaliteit bij te bren gen, met als logisch gevolg, een betere vakkennis en een doorge dreven specialisatie. Al te lang hebben de meesten zich tevreden gesteld met het passief thuis af wachten van de kliënt, met veelal als correlatie, een scherpe kritiek op de officiële instellingen, zo de zaken niet naar wens verlopen. Op gevaar af, spoedig te worden verdrongen door de buitenlandse mededingers, die zich reeds actief voorbereiden op de voorziene af bouw van de economische grenzen, zullen wij moeten overgaan tot een dynamisch marktbeleid en een doeltreffend doordringen op de in ternationale markten. De heer Van den Dael geeft na dien een overzicht van de officiële diensten van Landbouw die de uit voerders ter beschikking staan en van hun werking en bevoegdhe den. Hij vermeldt bijzonder de diensten van het Departement van Landbouw die zich meer speciaal bezig houden met de uitvoerpro- blemennl.de 11de directie der Buitenlandse Landbouwaangele- genheden met de dienst Handels akkoorden die zich bezig houdt op het tweezijdig plan met de voorbe reiding en de uitvoering der han delsovereenkomsten de dienst der Internationale Landbouwbetrek- kingen die de behandeling van alle vraagstukken verband houdende met onze meerzijdige (multilatera le) verbintenissen in het kader van Benelux, Europese Economische Gemeenschap, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en andere interna tionale overeenkomsten in zijn be voegdheid heeft. De Directie van de Buitenlandse landbouwaangelegenheden heeft ook de leiding van de acht in het buitenland geaccrediteerde land- bouwattaché's bij de Belgische Ge zantschappen. (Londen voor Groot- Brittannië en Ierland, Bonn voor West Duitsland en Oostenrijk, Pa rijs voor Frankrijk en Zwitserland, Madrid voor Spanje, Portugal, Tu nis en Marokko, Den Haag voor Nederland en Denemarken, Brus sel bij de Europese Economische Gemeenschap, Rome voor Italië, Joego Slavië en Griekenland). Niettegenstaande hun uitgebreid werkgebied hebben deze land- bouwattaché s volgens de spreker aanzienlijke diensten bewezen tot bevordering van de uitvoer, door hun bemoeiingen bij de overheid van het land waar zij werkzaam zijn om de belemmeringen van de invoer te verminderen, door con tacten met de plaatselijke beroeps organisaties van invoerders en pro ducenten, door hun kennis van de plaatselijke markt en het verschaf fen van practische inlichtingen aan onze uitvoerders. Hij hoopt dan ook dat hun wer king uitgebreid, versterkt en ver soepeld zal worden. Als andere middelen tot bevor dering van de uitvoer vermeldt de spreker nog de consultatieve commissies waarin de uitvoerders en hun be roepsorganisaties, de voortbren gers en de handelaars vertegen woordigd zijn. Thans fungeren 19 dergelijke commissies voor 19 ver schillende teelten, het zijn advise rende commissies voor het Depar tement van Landbouw Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1962 | | pagina 1