kampernoelieteelt in ons land. Burelen en Magazijnen gesloten Wereldbevolking, landbouwproduktie en meststoffenverbruik. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt De ontwikkeling van de AALST 23 JUNI 1962. Verschijnt iedere zaterdag 41ste JAARGANG Nr 2031 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. De achtereenvolgende land bouwtellingen wijzen op een ge leidelijke omschakeling van talrij ker wordende kleine en middel grote landbouwbedrijven naar de tuinbouw. De reden hiervan is dat het gewone landbouwbedrijf niet meer lonend is om aan de land bouwersgezinnen een behoorlijk bestaan te verzekeren. Aldus is de oppervlakte besteed aan de groententeelt in open lucht gedurende de jongste jare geste gen als volgt 1958 10.656 ha 1959 11 534 ha I960: 12.689 ha 1961 13.980ha. Dit laatste cijfer vertegenwoor digt een toename van ongeveer 10 t.h. tegenover 1960. Rekening hou dend met de leemten in de stati stiek mag men gerust aannemen dat in 1960 de oppervlakte groen tenteelt in 1961 ruim 14.000 ha be sloeg. Deze aangroei heeft zich ver der doorgezet in 1962. De bijzonderste takken van onze groententeelt zijn ongetwijfeld het witloof, de asperges en de bloem kolen, doch er dient ook melding gemaakt van de kampernoelieteelt die voortdurend aan belang wint en waarover wij hier enkele gege vens willen verstrekken. Vóór 1940 bestonden enkele zeld zame kampernoeliekwekerijen in ons land. Frankrijk was als dan de voornaamste leverancier van Bel gië en Nederland Op dit tijdstip werd deze groente nog niet ge teeld in Nederland. Tenaevolge van de onderbreking van de Fran se leveringen tijdens de jongste wereldoorlog nam de teelt een ge stadige uitbreiding in België voor namelijk in de onderaardse groe ven van Limburg. Rond het jaar 1943 bouwden en kele vooruitstrevende Nederlandse tuiniers kampernoelie teeltcentra boven de grond volgens het Ame rikaans stelsel. Deze uitbatingsvorm kende succes en nam snel uitbrei ding. Sedert 1953 zijn de behoeften van de Beneluxlanden ruim gedekt door de Belgische en Nederlandse voort brenging. België telt ongeveer 180 teeltcentra tegen 1203 in Neder land. Deze laatste zijn zijn evenwel minder belangrijk dan in België en worden in gezinsverband of fami liaal uitgebaat. De Belgische ex ploitaties vertonen gedeeltelijk een industrieel karakter. Tot de toepassing van teeltme thodes volgens het Amerikaans ty pe was de teelt eerder verouderd en woren de opbrengsten zeer wis selvallig. Sedert 1950 zijn de teelt methodes meer wetenschappelijk de opbrengsten meer stabiel en ze ker. De opbrengsten voor een ton aangewende paarden-mest zijn ge stegen van 50 kg tot 180 kg padde stoelen gemiddeld. De moderne ex ploitatie vergt wel is waar hogere produktiekosten en een ruimer in vestering van kapitaal benevens ernstige technische kennissen van de kweker, doch de opbrengsten zijn merkelijk hoger en veel regel matiger. Dit belet nochtans niet dat soms zware tegenslagen in de voortbrenging worden ondergaan. De afzet van de produktie. 65 der voortbrenging in de Beneluxlanden wordt volgens kon- trakt met de voortbrengers ge kocht door gespecialiseerde groot handelaars, 35 wordt verkocht door de veilingen waar andere groothandelaars zich bevoorraden. Bedoelde kontrakten worden doorgaans per perioden van drie en zes maanden gesloten tegen overeengekomen prijzen. Deze re geling laat de producent toe een meer regelmatig tempo van pro ductie te bepalen. De groothande laars zijn meermaals ook financieel betrokken in de uitbating en zijn aldus samen met de voortbrengers betrokken bij de produktie. (Zie vervolg 2' bladzijde 2' kolom). Ten einde te voldoen aan de wet zullen wij ons personeel verlof ge ven voor de WEEK van 1 tot en met 8 juli Wij trekken de aandacht van de belanghebbenden op deze maat regel. Zij gelieven zich tijdig te voor zien van voeders, meststoffen, sproeistoffen, enz. De Bestuurder. Ons blad DE KOORNBLOEM zal ook om dezelfde reden op 7 juli niet verschijnen. In het maandblad Kali-Briefe een uitgave van het Internationaal Kali-instituut (Z wit er land) ver scheen een lezenswaardige bijdra ge waarin, over de periode 1950- 1960 de ontwikkeling wordt be sproken van een drietal aktuele feiten, die met elkaar in enge be trekking staan, nl. de aangroei van de wereldbevolking en de daar mee samenhangende groeiende behoefte aan voedsel, de land bouwproductie en het meststoffen- verbruik, dat een verregaande in vloed heeft op de productiviteit van de landbouw. 1) Bevolkingsaangroei en voedselpositie. Een der meest opvallende ge beurtenissen onzer eeuw is de uit gesproken snelle aangroei van de wereldbevolking. Waar bij het be gin van de vorige eeuw het aantal mensen ongeveer 1,5 miljard be droeg, bereikte men in 1930 een 2 miljard, wat op een ganse eeuw slechts een vermeerdering van een half miljard uitmaakt. Amper 30 jaar nadien, dus in 1960 schat men de wereldbevolking reeds op 3 miljard, wat 1 miljard meer betekent. In de veronderstel ling dat d e bevolkingsaangroei zich in hetzelfde tempo voortbe weegt schat men dat de wereld te gen het einde van de 20ste eeuw 5 tot 6 miljard mensen zal moeten herbergen. Wat betekent dat de bevolking in de loop der 20sle eeuw ongeveer verdriedubbeld zal zijn. De bevolkingstoename is echter niet in alle werelddelen dezelfde. Wat bv. ons eigen land te zien geeft, waar de Viaamse bevolking nog toeneemt en de Waalse bevol king afneemt, ziet men in 't groot over de ganse wereld. Waar de aangroei in de ontwikkelde in dustriestaten van Europa (vooral dan West Europa) en Noord-Ame- iika onder het gemiddelde ligt, steekt deze van Azië, Afrika en Zuid Amerika daar aanzienlijk bo ven. Het is een feit dat de vooruitgang op hygiënisch gebied, nl. op ge bied van de bestrijding van be smettelijke ziekten en op het ge bied van de kinder- en moeder- sterfte hier een grote rol speelt. De grootste bevolkingsaangroei kent men in China. Al de landen waar men een sterke groei der be volking meemaakt staan pas op de drempel van de industrialisatie (Japan uitgezonderd) en hebben doorgaans nog alle het karakter van landbouwstaten. Daarbij zijn ze nauwelijks in staat hun groeien de bevolking voldoende te voeden en kleding te verschaffen. Ook voor vele gebruiksartikelen is dat het geval. Volgens gegevens van de FAO zouden nog 40 tot 50% van de mensen over de ganse wereld on voldoende gevoed zijn. Vooral in Azië en Afrika is ondervoeding al gemeen. Men rekent dat hier jaar lijks zo wat een 40 miljoen mensen van honger omkomen. Ontwikkeling der bevolking Europa 394,3 421,3 USSR 203,0 210,5 10 Noord en Centraal Amerika 216,4 260,1 Zuid Amerika 110,4 136,2 Azië 1272,9 1646,0 Afrika 197,9 249,2 Oceanië 12,9 13,4 Europese Gemeenschap 155 169 145 USA 152 180 19 Indië 358 403 133 China 547 697 72 Japan 83 94 254 Totale wereldbevolking 2407,9 2936,7 De vraagstukken waarvoor de landbouw zich geplaatst ziet om hier voor een toereikende voeding te zorgen zijn zeker niet te onder schatten. Het staat vast dat de voedselproductie zal moeten verhoogd worden. En dat zal in de gebieden met tropische oerwouden zeker heel moeilijk gaan. (Zie vervolg 2e bladzijde le kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaara Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor bun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden, 1950 1959 aantal men miljoen miljoen per km2

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1962 | | pagina 1