Boeren in Nood
OPROEP
MASSA BETOGING
Weekblad
te NINOVE
De sociale achteruitstelling
van de landbouwers.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
tot alle landbouwers
AALST 8 SEPTEMBER 1962.
Verschijnt iedere zaterdag
41ste JAARGANG Nr 2041
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Stadsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Zie verder in dit blad
(lste bijdrage).
Volgens de definitieve cijfers van
de landbouwtelling gehouden op
15 mei 1959 is het aantal beroeps
landbouwers en veefokkers sedert
1950, dit is in 9 jaar tijds, gedaald
met 37.000 eenheden of met 18
Bij vergelijking met 1950 vermin
derde de uitgebate oppervlakte
met 4 Anderzijds vermeerderde
de gemiddelde uitgebate opper
vlakte per bedrijfshoofd van 7 ha
92 in 1950 tot 9 ha 30 in 1959 (het
betreft hier de gemiddelde opper
vlakte over gans het land). Dit wijst
er op dat de afvloeiing vooral
plaats had bij de kleine boeren om
redenen welke wij hierna verder
zullen behandelen.
In dezelfde tijdspanne (1950- 59)
nam het aantal beroepstuinbou
wers af met ongeveer 600 eenhe
den of 5 De totale uitgebate
oppervlakte bleef echter vrijwel
ongewijzigd de gemiddelde op
pervlakte van het tuinbouwbedrijf
schommelt tussen 1 ha 05 in 1950 en
1 ha 09 in 1959.
Deze afname van actieve of wer
kende personen in de landbouw is
geen nadeel voor zover zij enkel
de werkkrachten omvat die in de
landbouw vrij komen tengevolge
van de uitbreiding van de mecha
nisatie en de gedwongen stopzet
ting van het bedrijf of de kleine
boeren die hun bedrijf ingevolge
de economische ontwikkeling en
zijn te geringe oppervlakte niet
meer renderend kunnen houden,
omdat zij het niet kunnen over
schakelen naar gespecialiseerde
en voldoende opbrengende teel
ten dit alles natuurlijk op voor
waarde dat zij in de nijverheid, het
ambacht of een ander beroep een
behoorlijk bestaan kunnen vinden
voor hen en hun gezin.
In dit verband evenwel dient
betreurd, dat de arbeidskrachten
die van de landbouw overgaan
naar de nijverheid veelal onge
schoolden zijn die piet alleen zich
met de minste lonen moeten tevre
den stellen, maar ook bij crisis het
eerst zonder werk vallen.
Wij kunnen onze landbouwers
dan ook niet genoeg aanbevelen
hun kinderen die in het landbouw
bedrijf geen bestaan kunnen vin
den of er niet wensen te blijven
degelijk vakonderwijs te geven.
Ten bate van de landbouwers die
op latere leeftijd gedwongen zijn
hun bedrijf op te geven vragen wij
dat zij in de gelegenheid worden
gesteld een omscholing te onder
gaan voor het vak waarvoor zij
aanleg hebben.
Wij kunnen toch vaststellen dat
voor bepaalde bedrijfstakken, zo
als het bouwbedrijf, interessante
toekomstmogelijkheden voor ge
schoolde arbeiders bestaan die na
korte tijd kunnen worden gevormd
in de omscholingscentra en waar
voor onze werkzame boeren zeker
in aanmerking komen.
Deze voortdurende vermindering
van actieve personen in de land
bouw moet nochtans binnen rede
lijke grenzen blijven om de levens
krachtige bedrijven staande te
houden. Men mag inderdaad het
gevaar van de veroudering van de
landbouwbevolking die ermede
gepaard gaat niet onderschatten.
In een bijdrage van de gekende
landbouweconomist professor C.
Boon in De Standaard van 29
mei 1.1. wordt op dit gevaar gewe
zen. Deze bijdrage bevat een ver
gelijkend staatje tussen de actieve
personen in en buiten de landbouw
waarin de actieve bevolkingsgroep
van 30 tot 65 jaar gelijkgesteld
wordt met 100.
Dit staatje ziet er uit als volgt
De veroudering van de actieve
landbouwbevolking is dus zeer uit
gesproken en zij komt nog sterker
tot uiting wanneer wij weten, dat
op het aantal personen in de land
bouw werkzaam, ruim 14 de
leeftijd van 65 jaar overschreden
hebben. Het verlaten van het land
bouwbedrijf door de jongeren gaat
volgens de heer Boon gepaard met
de geleidelijke uitschakeling van
een reeks, in hoofdzaak kleine be
drijven. Aan de hand van een ruim
enkwest of onderzoek in het Vlaam
se land alleen werd vastgesteld,
dat van de bedrijven waar de be
slissing reeds viel over het al dan
niet voortbestaan, in de groep van
1 tot 3 ha 72 der bedrijven zon
der opvolger zijn, de groep van 3
tot 5 ha. 46 en in de groep van
5 tot 10 ha. 29
Deze landvlucht heeft niet alleen
economische oorzaken, waaron
der in de eerste plaats de ongun
stige geldelijke opbrengst sedert
meerdere jaren van het bedrijf,
doch ook en in grote mate de ach
teruitstelling van de landbouwers
ten opzichte van de loontrekken-
den bij de toepassing van de socia
le wetten.
Onze landbouwers en vooral on
ze kleine boeren vergelijken op dit
gebied niet zonder bitterheid hun
toestand met deze van de loontrek-
kenden.
Het minimum uurloon van de
niet geschoolde arbeider of hand
langer is thans 28 tot 30 fr. De ar
beiders genieten de arbeidsweek
van 45 uren, bijna 12 werkdagen
dubbel betaald verlof per jaar, een
dagelijkse vergoeding van omtrent
110 fr voor een gehuwde arbeider
gezinshoofd ingeval van werkloos
heid welke in talrijke sectoren
wordt aangevuld door een belang
rijke vergoeding voor bestaansze
kerheid, betaald loon voor een tien
tal feestdagen per jaar zonder deze
dagen te moeten werken, betaald
loon voor afwezigheid op het werk
wegens bepaalde familieaangele
genheden (het zo genaamd kort
verzuim), gezinsverlofgeld, behoor
lijke vergoedingen bij ziekte en
werkonbekwaamheid, het gewaar
borgd weekloon bij ziekte, 80 tot
100 van zijn normaal loon bij ar
beidsongeval en kinderbijslagen
die merkelijk hoger liggen dan de
ze toegekend aan de landbouwers
en de zelfstandigen.
De onkosten van het sociaal ver
zekeringsstelsel ten voordele der
arbeiders, hierbij rekening gehou
den met de invloed van de loon
grens voor toepassing van bepaal
de bijdragen, bedragen in totaal
43,80 van het uitbetaalde loon.
Hiervan wordt 34,95 hetaald
door de werkgever en slechts
8,85 door de arbeider.
Voor de bedienden bedraagt de
totale uitgave voor de sociale ver
zekeringen 33,75 van de uitbe
taalde wedde, waarvan 28,20
gedragen wordt door de werkge
ver en 5,55 door de bediende.
Het betreft hier de sociale zeker
heid in de brede betekenis van het
woord omvattende de bijdragen te
storten aan de Rijksdienst voor
Maatschappelijke zekerheid (ou-
derdomspensioen en overlevings-
rente, ziekte- en invaliditeitsverze
kering, verzekering tegen werk
je vervolg 2' bladzijde 1' kolom)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 96 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
oostkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 14.25.93.
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER j De medewerkers zijn
O. CAUDRON. 1 verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
Leeftijdsgroep
30 tot 40 jaar
40 tot 50 jaar
50 tot 65 jaar
Totaal
actieve actieve
bevolking bevolking
in landbouw buiten landbouw
23 0/0 32 0/0
27 o/0 28 o/0
50 o/0 40 o/0
100 o/o 100 o/0