HET ZUIVEL VRAAGSTUK.
Weekblad
De toekomst van het
platteland en van de boer.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 8 DECEMBER 1962.
Verschijnt iedere zaterdag
41ste JAARGANG Nr 2054
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Ernstige zorgen in de
Europese Economische Gemeenschap (E.E.G.)
Men kan de toestand op gebied
van zuivalvoortbrenging- en afzet
in West-Europa samenvatten als
volgt stijgende inlandse voort
brenging in West Duitsland, Enge
land, Frankrijk en Italië en uitvoer-
mogelijkheden in Denemarken,
Nederland en België. Daarnaast
groduktieoverschotten in Polen,
weden, Finland, Ierland, Austra
lië, Nieuw-Zeeland, enz. De voor
uitzichten voor boteruitvoer in Eu
ropa zijn weinig rooskleurig. Enge
land en Italië hebben hun boterin-
voer gecontingenteerd, terwijl
Duitsland waarschijnlijk niet vóór
de wintermaanden op de markt
zal komen.
Op de internationale markt zijn
de boterprijzen laag tengevolge
van het overvloedig aanbod.
Wat het melkpoeder betreft is
een zware concurrentie ontstaan
onder de uitvoerende landen Ne
derland, Frankrijk en België. Na
dat de twee laatst genoemde lan
den tot de subsidiëring van de uit
voer van vol en mager poeder-
melk hadden besloten, heeft Ne
derland ook zijn toevlucht tot deze
maatregel genomen om niet van
zijn traditionele markten te worden
verdrongen. Inmiddels heeft de
concurrentie echter haar prijzen
aan deze Nederlandse toelage
aangepast.
Wat de kaas aangaat, heeft Bel
gië, dat een belangrijk afzetge
bied van Nederland is, het inzicht
de produktie nog een grotere uit
breiding te geven door het toeken
nen van hogere fabricagecontin-
genten met staatstoelagen. Neder
land ziet zulks met lede ogen en
heeft de financiële middelen van
het Nederlands Zuivelbureau te
Brussel belangrijk verhoogd tot
uitbreiding van de propaganda
voor de Nederlandse kaassoorten.
Ook Frankrijk heeft zijn kaas-
Rroduktie aanzienlijk uitgebreid,
[adat het gedurende ruime tijd de
invoer van Goudse kaas uit Ne
derland had verhinderd ter be
scherming van de eigen voortbren
ging, heeft het eindelijk, onder de
druk van de Nederlandse tegen
maatregel tegen de Franse wijnen
en reukwaren, opnieuw invoerver
gunningen voor Goudse kaas uit
Nederland toegekend.
Frankrijk is trouwens een te
duchten zuivelnatie aan het wor
den. Tegen 1965 voorspelt men een
stijging van de Franse uitvoer aan
zuivelprodukten met 70%- Dit blijkt
op basis van de cijfers van 1961
geen overdreven verwachting.
Frankrijk zal alleszins alsdan een
gevaarlijke concurrent worden op
de zuivelmarkt.
De uitbreiding van de zuivel-
voortbrenging in Frankrijk schept
ongetwijfeld een nieuwe factor in
het zuivelprobleem dat zich stelt
voor de Europese Economische Ge
meenschap (E.E.G.Het is te voor
zien dat ook de Franse zuivelexpor-
ten op de duur zullen moeten ge
financierd worden met middelen
uit de E.E.G.-Kas wat betekent, dat
er reeds twee grote zuiveluitvoe-
rende landen zullen aanspraak ma
ken op de financiering van uitvoer
naar derde landen.
Ook de Belgische melkpoeder-
voortbrenging moet voor een groot
deel op de wereldmarkt worden af
gezet, om niet te spreken van de
toenemende Belgische produktie
van ongesuikerde condensmelk.
De landen van de Europese Eco
nomische Gemeenschap zullen
dan ook spoedig een gemeen
schappelijk zuivelbeleid moeten
uitwerken willen zij een totale ont
wrichting der zuivelmarkt in West-
Europa voorkomen.
Hoever staat het met dit
gemeenschappelijk zuivelbeleid
Vorig jaar behoorden de melk
en zuivelprodukten niet tot de
landbouwvoortbrengselen waar
voor de Europese Economische Ge
meenschap in eerste plaats een ge
meenschappelijk beleid zou invoe
ren. De Nederlanders waren over
deze regeling niet te spreken en
stelden met kracht de eis dat er
voor melk- en zuivelprodukten iets
moest gebeuren, indien men ver
langde dat Nederland zou mede
werken aan de etappewisseling en
dienvolgens aan de vooruitgang
van de Europese Economische Ge
meenschap.
Onze Noorderburen hadden graag
gezien dat voor de melksector een
volledig reglement zou worden in
gevoerd dat de vereenvoudiging
van alle soorten bescherming tot
één soort, nl. de heffingen zou
hebben herleid en dat bovendien
er zou toe geleid hebben dat Ne
derland niet alleen de financiële
lasten van de overschot van zijn
zuivelproduktie zou moeten blij
ven dragen.
Zie vervolg 3' bladz. J' kolom
In het Nederlands «Landbouw
kundig Tijdschriftverscheen een
artikel van de hand van prof Hof
stee, waarin hij de huidige toestand
van het platteland ontleedt en
daarbij vaststelt, dat er zich vrij be
langrijke veranderingen aan 't vol
trekken zijn. Hoewel hij vooral de
toestanden in Nederland op 't oog
heeft, zijn de gedachten, die hij
ontwikkelt, ook van belang voor
onze landbouw. Bij nader toezien
zullen wij trouwens vaststellen dat
de meeste problemen voor Neder
land even sterk voor België gelden.
Waarschijnlijk gaat het hier om
vraagstukken, die in grote trekken
voor gans West Europa actueel zijn.
Prof Hofstee stelt vast dat er de
laatste tijd heel wat aan 't veran
deren is op het platteland.Deland-
man heeft gemerkt dat hij niet
meer terug kan naar de oude toe
stand van vroeger, maar langs de
de andere kant vertrouwt hij het
nieuwe nog niet, omdat hij niet
weet waar dit nieuwe hem zal lei
den Vandaar dat er voor 't ogen
blik een vrij grote onzekerheid
heerst.
Vroeger stelden zich voor de
plattelander, voor zijn manier van
doen, weinig vraagstukken. Deze
was door een traditie van genera
ties voorgeschreven, ja zelfs uitge
groeid tot een tweede natuur. De
traditie heeft nu vrijwel uitgedaan
en de plattelander is nu wel
bereid bepaalde veranderingen in
zijn leven te gaan overwegen en
zelfs aan te nemen. Maar juist om
dat hij niet precies weet waar hem
dat zal leiden staat hij wantrouwig
en onzeker.
Door de verbetering van de ver
keersmiddelen, waardoor stad en
platteland meer dan vroeger met
elkaar in aanraking zijn gekomen,
heeft er nu een veel groter wissel
werking tussen beide plaats. Het is
daarbij niet te verwonderen dat die
wisselwerking een vrij eenzijdig
karakter heeft, in die zin, dat de in
vloed van de stedeling groter is op
de plattelander dan omgekeerd.
Het is immers zo, dat de platte
lander stilaan begint te verlangen
naar een levensstandaard en een
levenswijze die toch ietwat verge
lijkbaar moet zijn met deze van de
stedeling. Waar vroeger het platte
land in zichzelf volaoening vond,
gaat men nu verder zien en stede
lijke levensgewoomten in overwe
ging nemen en wellicht naboot
sen.
De landarbeider verlangt een
loon dat met dat van de industrie
arbeider kan vergeleken worden,
terwijl de zelfstandige boer moei
lijk ten achter kan blijven bij de
landarbeider en dan ook een inko
men vraagt dat ten minste toch dat
van de arbeider evenaart. Het ver
laten van kleine bedrijven is hier
voor een illustratie
Prof. Hofstee meent dat door de
huidige verschuivingen in onze
samenleving de landbouwbevol
king de eerste 25 jaar nog stelsel
matig zal afnemen tot de helft van
het huidig peil. Vele kleine boer
derijen zullen nog verdwijnen, ter
wijl de overblijvende groter zullen
worden.
Door een steeds meer vestigen
van stedelingen op het platteland
zal er steeds groter vermenging
zijn tussen die twee bevolkings
groepen, wat groter eisen zal stel
len voor de aanpassing langs bei
de zijden, maar vooral van de kant
van de landbouwer.
Prof. Hofstee vraagt zich af, in
verband met de grondige verande
ringen die zich op het platteland
voltrekken, of het gezinsbedrijf
zich staande zal kunnen houden.
En juist omwille van deze vraag
leek ons het artikel van prof Hof
stee de moeite waard om het even
te bespreken.
Hoe zijn de vooruitzichten voor
het gezinsbedrijf Het beantwoor
den van deze vraag is niet alleen
voor Nederland van belang, maar
voor gans West Europa. De zes lan
den van de Europese gemeenschap
zijn wel akkoord gekomen over de
noodzakelijkheid het familiale be
drijf te handhaven, maar een ak
koord is maar waard voor wat het
uiteindelijk tot stand brengt. Gerust
stellen kan die overeenkomst dus
voorlopig zeker niet.
In Nederland zijn er reeds ernsti
ge verschijnselen te zien van een
bedenkelijke ontwikkeling naar
het industrieel grootbedrijf dat een
rechtstreekse concurrent wordt
voor het gezinsbedrijf. Als voor
beelden spreekt men van slacht-
kuikenproduktie op grote schaal,
ook van plannen van een vleesfa-
briek om zelf de nodige zwijnen te
gaan houden, zodat ze niet meer
afhankelijk zouden zijn, voor wat
aanvoer, prijs en kwaliteit betreft,
van hun traditionele leverancier
het familiaal bedrijf.
Er is zelf spraak van melkerijbe-
drijven, die er aan denken zelf hun
eigen veestapel op te zetten om
Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom)
w jmyipwm
De Koornbioem
Abonnementsprijs 96 fr. jaar»
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcbeckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr H5.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden