De Opfok van Kuikens. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Weekblad Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers Hoever staan wij met het AALST 16 FEBRUARI 1963. Verschijnt iedere zaterdag 42bte JAARGANG Nr 2064 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de SUmdsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Of de kweker de opfok van leg hennen op 't oog heeft of die van vetkuikens, in beide gevallen is de bedoeling dezelfde winst maken. Hoofdzaak is dus met een mini mum aan kosten en met een mini mum aan uitval, dieren te kweken, die een bevredigende productie en dan ook een behoorlijke winst ge ven. Is het vooropstellen van deze re gel gemakkelijk, toch is hij in wer kelijkheid niet altijd zo eenvoudig in toepassing te brengen. Het valt niet te ontkennen, dat nog talrijke kwekers, niettegenstaande alle goede wil, het gestelde doel niet bereiken en aan het sukkelen gaan wat er op wijst dat een of ander verkeerd is gelopen. Het weze ons dan ook toegela ten, met de kennis waarover wij, door jarenlange ondervinding be schikken, te trachten een helpende hand te bieden, om door samen werking tot een meer renderend bedrijf te komen. Het wellukken van de opfok en daarmede de opbrengst van het bedrijf is afhankelijk van drie hoofdfactoren 1) Van gezonde, sterke kuikens, afstammend van gezonde, vitale en productieve ouderdieren. 2) Van de kweker, die instaat voor de voeding, de verzorging en de huisvesting. 3) Van de voederfabrikant, die de voeders levert. Deze drie factoren vormen als het ware een driepikkel, waarop het hele bedrijf steunt. Breekt een der pikkels, dan valt de gehele zaak en blijft de gehoopte winst achter wege. 1) De keus der kuikens. In het streven steeds maar hoge re opbrengsten te bekomen, wor den aan de dieren, en hier bedoe len wij de fokhennen, steeds maar hogere eisen gesteld. Was men vroeger tevreden met een jaarge middelde van 140 eieren, zo wilmen er tegenwoordig 220 of liefst nog meer. De stijgende productie is groten deels te danken aan de jarenlange en zorgvuldige selectie op de eier- Ieg in de selectiebedrijven, waar alleen de beste legsters in aanmer king komen voor de voortplanting. Is het vermogen een groot aan tal eieren te leggen in hoofdzaak erfelijk, hetzelfde geldt voor vitali teit en weerstand tegen ziekten. Het volstaat daarom niet alleen aandacht te besteden aan het pro ductievermogen. Want een hoge productie stelt zulkdanige eisen aan het gehele organisme, dat zwakke dieren, ondanks hun erfe lijke aanleg voor die hoge produc tie, deze nooit zullen kunnen be reiken. Selectie op vitaliteit en weer standsvermogen tegen ziekten is dus even gebiedend Daarom neme men uitsluitend kuikens uit eieren van fok- of ver- meerderingsbedrijven, die een on verbiddelijke selectie toepassen op productie en op vitaliteit. Daar aan mede te werken is de taak van iedere broeier. Want slechts met gezonde, vitale kuikens, vrij van besmettelijke of erfelijke ziekten, is men in staat een rendabel pluimveebedrijf op te bouwen. De grondslag van een pluimvee bedrijf dient dus gevormd te wor den door dieren, die én een be hoorlijk legvermogen en tegelijker tijd een sterk gestel hebben, waar door ze in staat zijn een hoge pro ductie lang vol te houden en ziek ten af te weren. 2) De taak van de kweker. Voor het fokken en houden van pluimvee heeft men in de eerste plaats vakkennis nodig. De opvat tingen dat iedereen als hij wil, daar mede wel wat verdienen kan, heeft al meningeen geld gekost. Begin dus niet zonder enige vak kennis en tracht die steeds zoveel mogelijk uit te breiden. Lees goede vakliteratuur, ga eens rondneuzen bij anderen en probeer overal en altijd kennis en ervaring op te doen. Hoe beter vakman men is, hoe meer behoefte men heeft om steeds bij te leren. Iedereen met goede wil is in staat zijn vakkennis uit te breiden en alleen zij die menen reeds alles te weten, zullen nooit werkelijk goede vakmensen wor den. Vakkennis alleen is echter voor de pluimveehouder nog niet vol doende. Hij moet tevens over een grote dosis toewijding en nauwge zetheid beschikken. Want in de praktijk blijkt dagelijks, dat de min ste onoplettendheid of zorgeloos heid, lelijke gevolgen kan hebben. De kweker zal moeten zorgen voor passende huisvesting, dege lijke en stipte verzorging en, in sa menwerking met zijn voederleve rancier voor een volwaardige voe ding. (Zie vervolg 2' bladzijde 4' kolom) (Ill en slot). Dit is dus een politiek op langere termijn. Nu zullen natuurlijk ook hoge eisen aan de landbouw zelf worden gesteld, om door eigen in spanning van de boeren en van de organisaties de mogelijkheden uit te buiten die in de toekomst kun nen worden geschapen. Deze gehele structurele ontwik keling van de West-Europese land bouw veronderstelt een marktpo- litiek die het mogelijk maakt om bij de verhoging van de produkti- viteit een redelijk inkomen en een redelijk bestaan te vinden. Betreffende het vraagstuk van de markt, staan we ook aan het be gin. Er zijn belangrijke besluiten genomen. Wij hebben besloten dat er in 7 V» jaar tijd één Gemeen schappelijke Markt zal zijn voor een groot aantal produkten, met één mechanisme, met één bescher ming naar buiten, met één ge meenschappelijke politiek naar binnen een gemeenschappelijke politiek van prijzen, van garanties, van afzetregelingen. Dit betekent een zeer grote stap vooruit. Als voorbeeld wil ik aanhalen de gra nen. In deze sector is nog niet één po litiek bereikt, er zijn nog verschil lende prijzen, de Duitse prijs is nog niet de Franse of omgekeerd, en de Belgische nog niet de Neder landse, maar als eerste stap zijn de bovenste en onderste prijzen vast gesteld en daartussen hebben de regeringen nog de keuze eigen prijzen vast te stellen. Als ze deze keuze gedaan heb ben, dan is het mechanisme daar om te zorgen dat zonder contin genten en zonder bijzondere maat regelen, maar slechts door een hef- fingsstelsel, de markt zich vrijelijk kan ontplooien. Wij kennen dus éen organisme, één gemeenschappelijk stelsel dat alle landen toepassen het mecha nisme is hetzelfde. Dat wil zeggen dat van de ene dag op de andere, en dat is geweest van 30 juli tot 1 augustus, de Regeringen hun na tionaal mechanisme hebben om gezet in een gemeenschappelijk mechanisme. Dit is een uitermate belangrijke stap, welke de Ministers en de na tionale administraties voor grote vraagstukken heeft gesteld. Na on geveer zeven weken ervaring mag ik vaststellen dat deze overgang in het algemeen soepel is verlopen, dat we geen grote verstoringen zien, en dit was niet helemaal ze ker in juni en juli. Op het ogenblik kunnen we vaststellen dat de handel zich heel geleidelijk ontwikkelt en ik geloof dat grote verrassingen althans zijn uitgebleven. Maar dit wil niet zeg gen, als we een gemeenschappelijk mechanisme hebben, dat de poli tiek dezelfde zal zijn of dezelfde is. Er zijn nog verschillende prijzen. Het grote vraagstuk ligt dus vóór ons. Hoe komen we tot deze éne markt, hoe komen we tot één Euro pees piijzenpeil Als U mij vraagt hoever zijn we dan zeg ik dus het mecha nisme is daar, alle nationale rege ringen passen hetzelfde systeem toe of dezelfde verordeningen die gemeenschappelijk zijn. Wij heb ben echter niet één niveau van prijzen en in de landbouwpolitiek is het prijzenpeil uitermate belang rijk. Voor ons ligt de eerste opgave nu succesievelijk in 7 l/2 jaar tijd de stappen naar de gemeenschap pelijke prijzen te doen. Deze prij- zenharmonisatie zal gebaseerd moeten zijn op een aantal beginse len. Wij hopen in de komende maanden aan de Regeringen en aan de Ministerraad de prijzencri- teria te kunnen aanbieden, dit zijn de grondslagen voor de prijzenpo litiek. Wij hopen dat de Ministerraad en de Regeringen in de loop van dit jaar deze prijzencriteria zullen aanvaarden, opdat wij in de ko mende jaren de eerste stap naar de harmonisatie van de prijzen zouden kunnen doen. Dit zal in de eerste plaats een harmonisatie moeten zijn van de graanprijzen, een verlaging van het Duitse prijzenniveau dat voor Europese omstandigheden te hoog is, en een verhoging van het Fran se prijzenniveau dat ook voor Eu ropese omstandigheden te laag is. België bevindt zich tussen de twee en over het algemeen ligt België dus ten aanzien van wat zijn prij zenpeil betreft, niet zo ongunstig in West Europa in de kring van de Zes Landen. Deze prijzenpolitiek, gebaseerd op de criteria die we moeten ont werpen, zal zodanig moeten zijn dat zij de doeleinden van redelijke inkomensvorming, maar ook de re- Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. 's jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonde' aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1963 | | pagina 1