Handvest van de Landbouwstand. De Missie en de Hulp Mededeling. Weekblad Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers Nog over het aan de onderontwikkelde gebieden* AALST 18 MEI 1963. Verschijnt iedere zaterdag 42<„te JAARGANG Nr 2077 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Uit Lanc gegeven door de lbouwersvereniging JEDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. (4de bijdrage). Inzake landbouwbeleid zijn de beslissingen van de regering om zo te zeggen dag voor dag genomen geworden. Zij blijken louter lap middelen te zijn, waardoor men wil voorkomen dat de prijzen van de landbouwvoortbrengselen te sterk dalen of dat die van de levensmid delen te hoog oplopen, dit laatste omwille van de zogenaamde in dexpolitiek Alleen de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een landbouwfonds voorziet in enkele, overigens zeer algemene maatregelen bestemd om de prijzen en inkomsten te steu nen, terwijl sommige parastatale instellingen de markt van de land bouwproducten trachten in te rich ten als een tak van handel of ze te regelen. Het gaat hier om de Nationale Dienst voor de Afzet van Land- en Tuinbouwprodukten, de Nationale Zuiveldienst en de Handelsdienst vooi' Ravitaillering. De werking van overheidswege tot opvoering van het nettoinkomen van de landbouwer door inkrim ping van de produktiekosten en ra tionalisering van de produktie is meer negatief gebleken. Ons land staat merkelijk ten achter op het stuk van structuurbe leid ten gunste van de landbouw en deze toestand zal zeker niet verholpen worden door de uiterst voorzichtige wet van 15 februari 1961 tot oprichting van een Land bouwinvesteringsfonds in toepas sing te brengen. Het recht van voorkoop is thans door een wet bezegeld geworden maar het is al lang door de gebeur tenissen achterhaald en overigens zeer onvolledig. Trouwens in de berichten die wij nog vorige week lazen in sommige landbouwbladen blijkt dat vooral in Waals Brabant de notarissen zich met man en macht inspannen om deze wet te saboteren en te fnuiken. Ook nadat de pachter verklaard heeft te wil len kopen tegen de laatst geboden prijs durven ze nog voortgaan met de verkoop en hogere prijzen uit lokken. Onze wetgeving betreffende de fjachtovereenkomsten, een zeer be- angrijke wetgeving, gelet op het feit dat 67,7 van onze landerijen gepacht worden, is verouderd en wordt regelmatig door de eige naars en zelfs door de pachters overtreden. De pacht- en de ver koopwaarde van de akkers liggen schromelijk boven de overeenkom stige «billijke pachtprijs» en op- brengstwaarde. In vergelijking met de naburige landen liggen die be dragen veel te hoog. Onze landerijen zijn op overdre ven wijze verkaveld (in 1959 was het gemiddelde aantal percelen per bedrijf 6de gemiddelde opper vlakte van elk perceel1 ha 34 a de toestand is het ellendigst voor de kleine bedrijven.) Deze toestand is echter niet te verhelpen met een verplichte ruilverkaveling. De wet van 25 juni 1956 voert immers slechts een halfverplichte contrac tuele ruilverkaveling in. Ze wordt overigens in een al te traag tempo ten uitvoer gelegd. Het Ministerie van Landbouw heeft weliswaar volgend tijdsche ma voor de tenuitvoerlegging van de ruilverkaveling vastgesteld 1961 3600 ha 1962 8000 ha. 1963 12000 ha s 1964 160C0 ha 1965 20.000 ha en vanaf 1966 25000 ha per jaar. Maar nu reeds wordt dit schema niet meer gevolgd en het gestelde doel zal nooit bereikt worden in dien men niet tot de versnelde op leiding van technici in ruilverkave lingsaangelegenheden overgaat (landbouwingenieurs, landbouw kundigen, landmeters) en indien men de tot nu toe gevolgde wer kwijze niet grondig wijzigt. Op het stuk van de gezondma king van de gronden, van de ver betering van de door de landbou wers gebruikte wegen, van de ver nieuwing van de boerenwoning zijn de pogingen die gedaan wer den te schuchter en blijkt het in grijpen van de overheden weinig doelmatig te zijn. Het onderwijs, de onderzoekin gen en de vulgarisatie op land bouwgebied zouden erbij winnen als zij werden uitgebreid, in over eenstemming gebracht, gerationa liseerd. De regeling inzake landbouw krediet blijkt verouderd te zijn het bedrag van de aan de landbou wers toegestane leningen is niet in verhouding met de lastige econo mische toestand waarin deze sec tor verkeert en vooral niet tot de eisen welke gesteld worden door de modernisering van het bedrijf, die wegens de ontwikkeling van de conjunctuur onontbeerlijk qewor' den is. Zie vervolg onderaan hierneven.) In de loop der laatste jaren is er zeer veel gesproken geworden over de zo noodzakelijke hulp aan de onderontwikkelde gebieden. Deze hulp is zelfs het voorwerp geworden van een strijd tussen Oost en West het gaat er om wie het meest zal geven om de sym pathie van deze in ellende leven de volkeren te winnen, en ze aldus in het vaarwater van deze of gene ideologie te loodsen. Op de keper beschouwd gaat het er niet zozeer om de ellende van deze mensen te lenigen, maar wel om op hen te kunnen rekenen, eventueel als ka- nonnenvlees, in geval er een we- reldkonflikt zou uitbreken. Bij tienduizenden hebben de Sovjets hun ontwikkelingsmen sen over de wereld uitgezonden ze zitten in Indonesië, in India, in Congo, in Cuba, in Zuid Amerika wat ze in de meeste van die plaat sen uitrichten blijft door de band een geheim, maar ze beschikken over veel geld, geld dat dan ge woonlijk gebruikt wordt voor doel einden die met ontwikkeling niet veel uitstaans hebben. Tenslotte moet nog de aandacht gevestigd worden op de tekortko mingen van onze wetgeving t.o.v. het onderlinge hulpbetoon in de landbouw, de groeperingen van voortbrengers, de samenwerking. Ons huidig statuut inzake samen werking berust hoofdzakelijk op de wet van 18 mei 1873. Deze wet heeft aanleiding gegeven tot de ergste afwijkingen. Er wordt geen duidelijk onder scheid gemaakt tussen de naamlo ze vennootschap en de samenwer kende vennootschap en feitelijk wijkt deze wet af van het ware be grip samenwerking. Er zijn in deze wet leemten buitensporige bepa lingen en onnauwkeurigheden. Ze is trouwens op en top versleten en aftands geworden. Men vergeet in deze wet dat de mens vóór het kapitaal gaat. Het is dan ook onzinnig aan te knopen bij het statuut van de naamloze vennootschap. Hierme de zijn we aan het einde gekomen van de oorzaken van de wantoe standen in de landbouw en van het tgt heden toe gevoerde landbouw beleid. We willen echter niet enkel kritiek uitoefenen maar ook op bouwend werk verrichten. We stel len ons dan ook voor dit in volgen de bijdragen te zullen doen. De Amerikanen hebben dan ge voeld dat ze in deze niet mochten ten achter blijven en zij hebben over een paar jaren hun Vredes- korps opgericht, bestaande uit enkele duizenden jonge vrijwilli gers, die zich ter beschikking stel len om technische hulp te gaan bieden in de onderontwikkelde de len van de wereld. En zo werd er ook, in navolging van het Amerikaanse voorbeeld, in de Raad van Europa een voorstel ingediend voor de oprichting van een Europees Vredeskorps dat en in Afrika, en in Zuid Amerika technische hulp zou gaan verle nen. We willen de goede bedoelingen bij dit alles niet in twijfel trekken, maar we staan twijfelachtig ten overstaan van de uitslagen die het zal opleveren. Heel waarschijnlijk zullen er wel enkele idealisten ge vonden worden om dienst te ne men in deze vredeskorpsen maar de meerderheid zal het te doen zijn om een baantje of een avontuur in verre landen. Al deze mensen zullen goed moeten be taald worden en het zal heel wat geld kosten reeds vóór er aan ern stig werk zal kunnen gedacht wor den. Men krijgt daarbij de indruk dat nu, eindelijk, met de hulp aan de onderontwikkelde gebieden komaf wordt gemaakt, en dat hetgeen vroeger gedaan werd niet veel om het lijf had. En dat is toch een volledig valse voorstelling van de zaken. Tiental len jaren vóór er ooit sprake was van hulp aan de ontwikkelings gebieden zijn tienduizenden mis sionarissen, katholieken en prote- (Zie vervolg 2' bladzijde 1kolom). Onze burelen en magazijnen zullen volgende week gesloten zijn 1) op donderdag 23 mei (O. H. Hemelvaart) 2) op vrijdag 24 mei Onze zaakvoerders gelieven daar rekening mee te houden. De Koornbloem Abonnementsprijs 96 fr. jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1963 | | pagina 1