Acht miljoen boeren
te veel
Handvest van de Landbouwstand.
Burelen en
Magazijnen gesloten.
Weekblad
Arbeid adelt
Voor en door de Landbouwers
Nog over het
AALST 20 JULI 1963.
Verschijnt iedere zaterdag
42bte JAARGANG Nr 2085
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uit
Lcmc
1
gegeven door de
lbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Enkele maanden geleden liet zich
Professor Coppée, de Vice-Voorzit
ter van de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal, deze uitspraak
ontvallen tijdens een voordracht in
Den Haag. Er zouden volgens hem
in de Europese Economische Ge
meenschap (dus in de zes landen te
zamen) acht miljoen boeren te veel
zijn, en hij voegde erbij dat de be
perking inzake voortbrenging van
kolen slechts kinderspel zou zijn
vergeleken bij de beperkingen op
landbouwgebied die de volgende
jaren zouden noodzakelijk blijken.
Het is mogelijk dat Professor
Coppée over gegevens beschikt
die een dergelijke pessimistische
uitspraak rechtvaardigen, toch zou
men voorzichtig dienen te zijn met
dergelijke uitspraken. Voorgaande
jaren heeft de Hoge Autoriteiteit
voor Kolen en Staal ook voorge
houden dat er veel te veel kolen
voortgebracht werden, en op grond
hiervan werden bij ons en elders
vele mijnen gesloten.
Waartoe een dergelijke onvoor
zichtige politiek geleid heeft, heb
ben we de voorbije winter aan den
lijve kunnen gevoelen
Stel u voor dat de Europese Ge
meenschap op landbouwgebied
een gelijkaardige politiek zou
gaan volgen, tot welke katastrofale
gevolgen dit zou kunnen leiden op
gebied van de voedselvoorziening.
Inzake landbouwprodukten is te
veel toch nog te verkiezen boven
te weinig
Zo er in de Europese Gemeen
schap acht miljoen landbouwers
moeten verdwijnen, dan betekent
zulks ook het wegvallen van vele
bedrijven, waarvan de weerslag
diep zou aangevoeld worden, niet
alleen door de landbouw bevol-
king, maar ook in vele andere sek
toren en eveneens op de arbeids
markt.
Het is waarschijnlijk dat in de
landbouw, evenals in de andere
takken van de economische bedrij
vigheid, zich verdere aanpassingen
zullen voltrekken, en dat de bewe
ging die we sinds jaren vaststellen
verder zal uitdeinen, of ze echter
een dergelijke katastrofale vorm
zal aannemen valt te bezien. Wen
selijk blijkt het echter in geen ge
val, en het zou zeker een zeer ge
vaarlijke politiek zijn van de Ge
meenschap indien ze maatregelen
zou treffen om dit doel te bereiken.
Wat is nu de toestand op land
bouwgebied Ousy, in zijn studie
L'Agriculture et le Marché Com
mun geeft de volgende cijfers
België 345.000 10
Duitsland 4 781.C00 20%
Frankrijk 5.135.000 26%
Italië 6.691.000 35%
Luxemburq 35.000 26
Nederland 509.000 12
De 6 landen 17.496.000
24%
Naar de vooruitzichten van Pro
fessor Coppée zou dus het aantal
landbouwers in de Gemeenschap
met de helft moeten verminderen.
Aldus zou het percentage van de
Verenigde Staten dicht worden be
naaerd, waar de landbouwers 12%
uitmaken van de totale aktieve be
volking.
Hier weze echter onmiddellijk
aan toegevoegd dat, zoals uit bo
venstaande cijfers blijkt België niet
in de eerste plaats bedoeld wordt.
Bij ons bedraagt de oppervlakte
landbouwgrond reeds meer dan 5
hectaren per aktieve arbeidskracht
en zulks met een dichte veebezet
ting. Deze verhouding kan niet als
slecht worden bestempeld en be
hoedt ons ook voor scherpe daling
in de toekomst.
Maar wat de Gemeenschap in
haar geheel betreft, indien de
Amerikaanse verhouding als een
ideaal wordt beschouwd, en men
dit zal trachten te bereiken door
allerlei bestuurlijke en door de
opgelegde maatregelen, dan is de
vrees gegrond dat de gemeen
schap der zes een sociale ver
gissing zou begaan, het zou de om
schakeling betekenen van de land
bouw, daar waar deze nu het fami
liaal bedrijf als grondslag heeft.
Daarom kan men de zwartgallige
uitlatingen van Dhr Coppée als
ongelukkig beschouwen. Er be
staan vele redenen om te twijfelen
aan de gegrondheid en de om
vang van zijn voorspelling; ook op
het gebied van de kolenmarkt
werden reeds ernstige vergissin
gen begaan dit weze een aan
sporing tot voorzichtigheid inzake
landbouwbeleid.
Indien het verkeerd is onze boe
ren de Euromarkt voor te stellen als
een Eldorado, moet men hen an
derzijds ook niet de schrik op het
lijf jagen.
(12de bijdrage).
Ditmaal zullen we het hebben,
althans als inleiding, over de we
tenschappelijke uitrusting van de
landbouw. E)e wetsbeschikkingen
die onlangs getroffen werden over
het kultureel verlof kunnen ook van
toepassing zijn voor onze landbou
werszonen en het is goed dat we
dit niet uit het oog zouden verlie
zen, doch daarbuiten los van het
onderwijs in dagscholen moet de
technische vak en economische
opleiding van de landbouwers zo
spoedig mogelijk opgevoerd en
veralgemeend worden.
Een inspanning tot betere inrich
ting en samenbundeling dringt
zich op en daartoe moet een Na
tionaal Centrum voor Landbouw
onderzoek opgericht worden. Het
is zaak dit onderzoek uit te breiden
onder meer op het gebied van de
landelijke economie (boekhouding
en beheer van de bedrijven, het in
de handel brengen van de produc
ten en het onderzoek van de afzet
cjebieden....) evenals op dat van de
voortbrenging van dieren en voe
der.
De verspreiding van de vooruit
gang op landbouwgebied moet
worden bevorderd onder leiding
van een Nationale Raad voor
Landbouworganisatie door de uit
breiding van studie- en voorlich-
tingsgroepen samengesteld uit
landbouwers (cfr. Centres d'Etu-
des techniques et agricoles in
Frankrijk) en de versnelde uitbrei
ding van het kader van de land-
bouwtechnici en monitors (een de
zer laatsten per gemeente of vere
niging van gemeenten).
Er moet een verband worden ge-
In overeenstemming met de van
kracht zijnde voorschriften betref
fende de wettelijke feest en rust
dagen, zullen we onze magazijnen
en burelen sluiten op
maandag 22 juli e.k.
Onze zaakvoerders en kliënten
worden verzocht daar rekening
mee te houden.
legd tussen het onderwijs, het land
bouwonderzoek en het doordrin
gen van dit alles tot bij de land
bouwers Dit contact is inderdaad
onontbeerlijk. Het mag echter niet
berusten op de goede wil van de
enkelingen doch het dient op een
organische en administratieve leest
te worden geschoeid.
Laten we het nu hebben over
een uiterst dringend vraagstuk,
namelijk dit van de landbouw
markten. Vooreerst weze opge
merkt dat het, om zeker tot een
lotsverbetering van de landbouw
te komen - zonder aan de belangen
van de andere arbeiders te scha
den en ook zonder dat doel tegen
te werken door een soms kortzich
tige politiek inzake het indexcij
fer van de kleinhandelsprijzen der
voedingswaren - ten zeerste ver
eist is dat de Minister van Econo
mische Zaken en de Minister van
Landbouw samen worden belast
met de reglementering en de ge
zondmaking van de economische
activiteiten waarvan de landbouw
zijn uitrusting en zijn grondstoffen
betrekt, evenals van de activiteiten
die erin bestaan de landbouw- of
voedingsvoortbrengselen te kopen,
te verwerken en te verdelen.
Het is van belang dat gezorgd
wordt voor evenwicht tussen vraag
en aanbod naar landbouwproduk
ten, met name door een oordeel
kundige gerichtheid van de voort-
brengsten (taak van het Bureau
voor Landbouwordening en oriën
tatie, hierin bijgestaan door het
Oriëntatie-, Regularisatie- en Ga
rantiefonds voor de landbouw
markten) en door de bevordering
van de verkoop zowel in het bin
nen als in het buitenland.
Bij het richting geven aan cultu
ren en teelt dient natuurlijk te wor
den uitgegaan van de mogelijkhe
den inzake de afzetgebieden, zo
dat een goede kennis van deze af
zetgebieden van aanzienlijk be
lang is. Dat richting geven is on
mogelijk
1) indien de verdelingstelsels, op
enkele uitzonderingen na, verward,
willekeurig en verouderd blijven
2) indien de voortbrengers van
landbouwprodukten zich niet. groe
peren, er niet toe gebracht worden
zulks te doen en weigeren zich te
onderwerpen aan gedragsregelen
waardoor het hun mogelijk wordt
gemaakt een werkelijke macht op
de markt te veroveren
(Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom).
De Koornbloem
\<fp\
Abonnementsprijs 96 fr. janrs
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcbeckr. S. Ni. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
Verhouding tot
Aktieve land- en totale aktieve
tuinb. bevolking bevolking