Granen en aardappelen. Van onze botermarkt. Weekblad Voor en door de Landbouwers Het teloorgaan van onze oogsten. Arbeid adelt AALST 7 SEPTEMBER 1963. Verschijnt iedere zaterdag 42ste JAARGANG Nr 2092 Beheer Zeebergkaai 5, Aclst Tel. (053) 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Stcmdsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven do ar de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr H.25.93. O. GAUDRON. Het aanhoudend regenweer van tot hiertoe ongekenden duur zal oorzaak worden dat de onkosten en het werk van een gans jaar voor vele landbouwers verloren gaan. Het is treurig te zien hoe de schone graanoogsten, niet alleen tarwe maar eveneens de voeder- granen die nog te velde staan, door de nattigheid worden bescha digd, en zo er niet vlug droger weder komt totaal zullen worden vernield Nooit sedert mensen geheugen is het gebeurd dat week na week de regenvlagen alles kwamen be derven. Wij hebben nog slecht weder gekend in juli of augustus maar dan kwam toch nog tijdig de zon een reddende hand toesteken. Of dit nu het geval zal zijn valt te betwijfelen, want de wolken blijven ongenadig de hemel bezet ten en tot hiertoe, ik schrijf op 3 september, kunnen wij nog geen beter weer voorzien. In vroeger jaren was dit zeer erg maar met de moderne werk methoden zijn de toestanden heel anders en nog veel dramatischer. Daar zijn de granen die met de pikdorser worden bewerkt en die onmiddellijk dienen gedroogd, waar bij gewoon pikken het graan toch een kans krijgt eens in de schoven en nadien in de schuren te drogen. Het graan van de pikdorser drogen is voor veel boeren totaal onmogelijk, gezien zij de nodige zolders niet bezitten om het open te gieten. Er zouden op dit ogenblik in ieder gemeente een paar droge rijen moeten bestaart die werk zouden vinden om dag en nacht te drogen. Sinds jaren wordt hierover ge sproken. Weinig personen heb ben lust om deze zaak van het dro gen te beginnen omdat dit, naar het schijnt, een zeer ondankbare taak is. En de voorwaarden van graan drogen zijn ook niet zo voordelig voor de landbouwers. De onkos ten van drogen, arbeid en verlies zijn zwaar, zodat de beste tarwe soms minder zou opbrengen dan de minste voedergranen. De enige oplossing dient ge zocht in het oprichten van droge rijen in samenwerking tussen de boeren van één of meer gemeen ten. Als het steeds verder gaat met de pikdorsers, en dit schijnt het geval, dat meer en meer graanvel den op die manier worden be werkt, dan zal de enige uitkomst toch een drogerij worden. Een nationale ramp. Intussentijd is het nog niet zo ver en niemand weet raad om een dadelijke uitkomst te vinden. Het graan is nat en zo er geen spoedige weersverandering komt is het ergste te vrezen. In dit laatste geval wordt het een nationale ramp, waarvan de gevolgen voor de economie van ons land, maar vooral voor de landbouwers, een zware slag zou den betekenen. Het wordt dus ook van natio naal belang dat gezorgd wordt voor de graanoogsten en dat de regering en de diensten van het ministerie van landbouw samen met de gemeentebesturen tussen komen, als raadgevers en als geld schieters om de broodnodige drooginstellingen in 't leven te roepen. En de aardappelen Ook deze oogst loopt gevaar door verrotting der knollen gro tendeels verloren te gaan. En vermits het noodweer over gans West-Europa woedt zal overal hetzelfde onheil voorko men, bijzoverre dat dit reeds wordt waargenomen in den han del, waar de prijzen der eetaard- appelen gevoelig zijn gestegen. Zie vervolg onderaan hierneven). De toestand op de botermarkt is gekenmerkt door een neiging tot verdere prijsstijging. De redenen hiervoor kunnen misschien gezocht worden eensdeels in de geruchten dat het inslaan van boter in het raam van het stockageplan zou stopgezet worden op het einde van de maand augustus en anderdeels in de toekenning aan België- van een bijkomend kontingent van 320 ton boter voor uitvoer naar Enge land. De botervoorraad beliep per 15 augustus 1963 7.577 ton, waarvan 6.926 ton inlandse boter, 10 ton Ne derlandse en 632 Luxemburgse boter. Sinds einde juli is de globale stock dus met 769 ton aangegroeid. We nemen de gelegenheid te baat om een overzicht te geven van de zuivelverwerking van het vorig jaar. Deze campagne 1961 - 1962 was ten einde gelopen in het teken van de vraagstukken van de voorraden en van het uitvoerover schot. De rust die er heerste was dus maar schijn en het feit dat de richtprijzen werden bereikt bewijst eenvoudig het succes van de maat regelen ter regularisatie van de markt. Het peil van de wintervoorraden per 31 maart-1.510 ton-kan dan ook niet eenvoudig worden verge leken met de 1.860 ton van vorig De aardappelvelden die ver schillende malen besproeid wer den boden het langst weerstand aan de gevreesde ziekte, maar ten slotte werden zij ook overvallen door de plaag. Terloops dient gezegd dat som mige soorten zeer sterk weerstaan zodat zij de aandacht verdienen voor de toekomstige beplantin gen. Bij deze variëteiten zal ook minder uitval zijn door ziekte. Toch kregen wij nog geen vol ledig overzicht over de opbreng sten en de bijzondere hoedanig heden van de late soorten, zodat het oordeel heden nog niet kan gevormd worden. Laat ons hopen dat de schade in de aardappelvelden minder groot zal zijn als bij de graan oogst. De eerste weken zullen wij hierover meer kunnen zeggen. jaar op hetzelfde tijdstip. Het jong ste plan voor het aan de man bren gen van de voorraden sloeg in be ginsel slechts op 5.0C0 ton en dien de beperkt te worden tot de nor male behoeften van de binnenland se markt gedurende de winter. Het vermoedelijk overschot op het voorzien verbruik, welke de gangbare behoeften van de voeding en van de wintervoorra den dekt, moest direct door de Handelsdienst worden gemobili seerd en uitgevoerd naar gelang er uitvoerkansen opdoken. Hierdoor werd belet dat overschotten te lang op de markt zouden drukken, ter wijl de kwaliteitscontrole werd ge centraliseerd en de propaganda voor de Belgische boter in het buitenland beter kon worden ver zorgd. Men zou dus bij de wintervoor raden de hoeveelheden van de Handelsdienst moeten voegen, evenals de tonnematen in door voer in Italië. Nog belangrijke hoe veelheden moesten afgezet wor den vooraleer men het nieuwe sei zoen in gunstige voorwaarden zou kunnen inzetten. Ons grondvraagstuk bleef noch tans de uitvoer van ons boterover- schot verbonden met het netto in- voeroverschot voor de andere zui- velvoortbrengselen. De algemene gegevens zijn be kend. Onze melkveestapel steeg in een ritme van meer dan 10.000 kop pen per jaar in de loop van de jongste jaren om per 15 mei 1961 het cijfer te bereiken van 1.022.000 koeien. Daar de opbrengst per kop geregeld lichtjes verhoogt, steeg de melkvoortbrenging met 10 tussen 1953 en 1960. Zeker kon die verhoging geheel worden opgeslorpt door het grote re verbruik van melk en haar af geleide producten, maar 't vraag stuk zit hem in het feit dat de hoe veelheid melk die in boter wordt omgezet vast blijft en nog steeds de enorme verhouding van 60 vari de zuivelbalans vormt. Daaruit volgt dat de 90.000 ton boter die in ons land worden voort gebracht, niet geheel op de bin nenlandse markt kunnen geplaatst worden. Gedurende de jongste tien jaar heeft de boter geregeld veld verloren in het voordeel van de margarine die goedkoper is en van een doelmatiger publiciteit profi teert. Men zal zich in dit verband her inneren hoe men op zeer betwist- [Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom) De Koornbloem 4 Abonnementsprijs 96 fr. 'b jaar» Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr M5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1963 | | pagina 1