Kleine Landbouwbedrijven
Handelsdienst voor Bevoorrading
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Het vraagstuk van de
in België en Nederland.
Mededelingen van de
AALST 16 NOVEMBER 1963.
Verschijnt iedere zaterdag
42<_te JAARGANG Nr 2102
:w
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Dit vraagstuk van het meest
actueel belang trekt meer en meer
de aandacht van de leidende krin
gen der West-Europese landen.
Wij geven hierna de toestanden
voor België en Nederland, zoals wij
deze vinden in Tijd het maand
blad van het V.E.V.
België.
In 1959 telde men in België 96.344
(58,5 landbouwbedrijven tussen
1-5 ha, 52.648 (26,5%) tussen 5-10 ha,
35.188 (17,7 tussen 10-20 ha, ter
wijl de overige 7,3 ingenomen
wordt door de bedrijisklasse hoger
dan 20 ha. Het sterk teruglopen van
het aantal landbouwbedrijven in
België is een bekend feit.
Veelal worden de vroegere uit
baters van 1-5 ha en zelfs hoger
door de nijverheid aangetrokken
dikwijls ook verlaten de kinderen
het landbouwersberoep om als
werkman of bediende 'n broodwin
ning te zoeken. Vernoemd dienen
de onteigeningen voor openbaar
nut als grote opslokkers der kleine
bedrijven hieraan gaan jaarlijks
duizenden ha landbouwgronden
voor de landbouwbevolking verlo
ren. Vele aglomeraties zoeken te
werkstelling voor hun arbeidsbe-
volking en stellen daarom zg. nij-
verheidsgronden met lokkende fa
ciliteiten ter beschikking van de
uitbreidende ondernemingen.
Deze nijverheid vestigt zich prak
tisch uitsluitend in landbouwgebie
den met hoofdzakelijk kleine bedrij
ven en alles wijst erop, dat deze
land- en arbeidslokkende ontwik
keling nog maar in haar beginsta
dium is. Voegen wij onmiddellijk
daaraan toe, dat het sociaal statuut
van loon- of salaristrekkende voor
de kleine boer onmiddellijke en
aanlokkende voordelen biedt.
Stellen wij daartegenover de
schamele en lang op zich laten
wachtende inkomsten van de
kleine landbouwer, dan begrijpt
elke buitenstaander al te goed de
verleiding, die nog niet te oude
landbouwers en alvast de jonge
plattelandsbewoners aantrekt.
De kleine landbouwer die even-
we! voor een gering inkomen (ge
tuige de boekhoudkundige cijfers
aan zijn bedrijf gebonden blijft,
tracht zich te redden door een sterk
opgevoerde intensivering, speciali
satie en omschakeling naar tuin
bouwteelten. De moeilijkheid blijft
echter het gepast combineren van
land met tuinbouwvoortbrengse-
len. Ons inziens kan deze omscha
keling naar tuinbouw echter nooit
een oplossing van het kleine boe-
renvrcagstuk geven. Immérs ook
aan een lonende voortbrenging
van tuinbouwgewassen zijn gren
zen.
De landbouwvoorlichting staat in
België op dit ogenblik voor een
zeer kiese en moeilijke taak. Im
mers, de structuurverandering, die
onze landbouw sedert ettellijke ja
ren kenmerkt, lijkt lang nog niet af
gesloten. De nog steeds uitbreiden
de nijverheid zoekt plaats en ar
beidskrachten. Tot in de verste
hoeken van het land voltrekt zich
deze sociale verschuiving.
Speciale maatregelen om de fa
miliale landbouw in ons lond voor
de toekomst (en de ondergang
te redden (gelijklopend dus met
wat in de vreemde gebeurt) kun
nen buiten, het verstrekken van
goedkoop krediet via een overi
gens zeer goed werkend Landbouw
Investerings Fonds, moeilijk wor
den aangetoond. Men houdt het
van overheidswege blijkbaar bij
wat genoemd wordt een afvloei
ing langs de koude wetten van de
economie
Welk standpunt die nieuwe sa
menleving, zonder familiale land
bouwbedrijven, zou vertonen bij
een mogelijke conjunctuuromslag
is een onbeantwoorde en beang
stigende vraag.
Nederland.
Het antwoord op de vraagWat
is een klein, resp een te klein be
drijf is niet moeilijk. Het aantal
hectaren is daarvoor een ondeug
delijke maatstaf,' voor zover t et
geen akkerbouwbedrijven betreft
of bedrijven die zich toeleggen op
de teelt van groenvoedergewassen.
Een bedrijfstak als de landbouw
moet bestaan van het voorbrengen
van grondstoffen of massavoort
brengselen, al naar gelang men het
noemen wil.
(Het begrip veredelingsbedrijf»
is door de ontwikkeling van tech
niek en wetenschap ondermijnden
derhalve dringend toe aan een
herziening van zijn sociale en eco
nomische betekenis). Een qrond-
stoffen of massaprodukten voort
brengend bedrijf kan alleen be
staan, wanneer het grote hoeveel
heden voortbrengt en dientenge-
(Zie vervolg onderaan hierneven).
over de ekonomische toestand van de landbouw.
Wij laten hier enkele officiële cij
fers volgen over de ekonomische
toestand van de landbouw gedu
rende het jaar 1962 1963, zoals die
medegedeeld werden door de
Handelsdienst voor Ravitaillering.
Voor de tarwe bracht de oogst
van 1962 een hoeveelheid van
813.000 ton in de handel, terwijl
163.000 ton werden uitgevoerd en
48 000 ton ontaard. De uitvoer ge
schiedde met teruggaven van 267 F
per 100 kg. De ontaardingskosten
beliepen 118 F per 100 kg. Er wer
den stockage-premies verleend
aan de handel en aan de maalde
rijen voor eentolaal van 166.169.C00
F. De voorheffingen die door de
schatkist geïnd werden bij de in
voer van inheemse broodgranen
brachten 900 miljoen F op.
Het grootste gedeelte van deze
ontvangsten werd aan de maalde
rijen uitgekeerd om een verhoging
volge grote geldomzetten behaalt.
De omvang van de geldomzet geeft
nl. het antwoord op de vraag :^wat
is een groot, wat een klein en wat
een te klein bedrijf
Door omschakeling naar volle-
gronds en glastuinbouw en door
intensivering hebben vele kleine
gemengde bedrijven zich weten te
handhaven en werken vooralsnog
met een behoorlijke winst. Vooral
de uitbreiding van de varkens en
kippenstapel greep op de kleine
bedrijven plaats en heeft reusach
tige vormen aangenomen (bv. ver
meerderde de Nederlandse var-
kersstapel in de laatste 10 jaar met
ca. 1 miljoen stuks).
Inmiddels is ook gebleken, en dat
voegen wij er persoonlijk aan toe,
dat vele bedrijven in Nederland
zich blijven instandhouden door
kapitaalreserve en dat ook daar de
arbeidinkomens in de landbouw, in
verhouding tot de verdiensten en
prestaties in andere beroepen, vrij
laag tot matig zijn.
Voor de nieuwe Nederlandse re
gering komt de landbouw op de
tweede plaats, na de woningnood,
volksvijand nr 1, die in 1970 zou
moeten verdwenen zijn. Opgericht
werd een Ontwikkelings en Sane
ringsfonds (voor kleine bedrijven),
dat regelmatig van voldoende fi
nanciële middelen zal worden
voorzien, terwijl voorts ruilverka
veling e.d. met nog minstens de
helft zal worden opgevoerd.
van de broodprijs te verhinderen.
Deze tussenkomst bedroeg 817 mil
joen, wat overeenkomt met een
toelage van 231 F per zak voor een
hoeveelheid van 353.000 ton. Het
geheel van de kosten die door de
Handelsdienst voor Ravitaillering
aan de tarwesektor besteed wer
den, beloopt voor de oogst 1962,
1.473 miljoen F.
Wat de oogst 1963 aangaat kun
nen ramingen en vooruitzichten
moeilijk gemaakt worden rekening
gehouden met de schade die aan
de bezaaiingen werd aangebracht
ingevolge de strenge winter (50.000
ha wintertarwe dienden omge
ploegd) de korte hitteperlode in
juli 1963 de 34 ononderbroken re
gendagen, waarvan 27 in augus
tus.
De oogstresultaten verschillen
dan ook zeer van streek tot streek.
Aldus zijn er in Haspengouw zeer
goede opbrengsten, in Henegou
wen bevredigende opbrengsten, in
de Vlaanderen, middelmatige en
zeer slechte opbrengsten (zeer be
langrijke hoeveelheid gekiemde
granen).
Een zeer voorzichtige reming
geeft een opbrengst van 800.000
ton. Er werd besloten 100.000 ton
uitte voeren, wat reeds in uitvoe
ring is. De hoeveelheid die op de
hoeve zal weerhouden werden
bedraagt circa ICO.OOO ton.
Daar de inlandse tarwe van de
oogst 1963 van midden oktober af
zal benut worden, zullen de 600.C0O
ton die waarschijnlijk in de han
del gebracht worden, volstaan om
de behoeften aan inlandse tarwe
te dekken tot 1 september 1964.
Wat de brouwerijgerst betreft
heeft de Handelsdienst voor Ravi
taillering aan de mouterij 315 mil
joen F aan terugbetalingen uitge
keerd, voortkomend van de heffin
gen bij de invoer om een prijsstij
ging van het bier te vermijden.
Een woord over de boter. Voor
het zuiveljaar werd de richtprijs
bereikt, dank zij de gevolgde poli
tlek in de zuivelsektor. Voor het
zuiveljaar 1962 bedroegen de tus
senkomsten 304 miljoen F. In het
zuiveljaar 1963 werd, over het al
gemeen de richtprijs bereikt. De
politiek van 1962 werd voortgezet.
Zij strekt ertoe de voortbrenging
en de afzet van melkdirivaten aan
te moedigen en aan de botermarkt
een normaal verloop te geven. De
iZie vervolg 2' bladz 1' kolom
De Koornbloem
abonnementsprijs 96 fr. jaars
Men kan zich abonneren op de
p -«Kantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zelvec
Handelsregister Aal3t Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden