Het familiebedrijf Carnaval De landbouwbevolking Weekblad gesloten Voor en door de Landbouwers in de Euromarkt. Arbeid adel t in de landbouw» AALST 8 FEBRUARI 1964, Verschijnt iedere zaterdag 43ste JAARGANG Nr 2114 BeheerZeebergkaai 5, Tel. (053) 242.67 Aclst Voor de Ontwikkeling en de Stcmds verdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25,93. O. CAUDRON. (Zie vervolg 2e bladz. 3e kolom) Ter gelegenheid van de Car navalfeesten te Aalst zullen onze burelen en magazijnen zijn op dinsdag 11 februari. 330.000 4.300.000 6.200.000 25.000 450.000 3.430.000 <Z>e vervolo 2' bladz. 1' kolom t De Koornbloem Abonnementsprijs 120 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Red*. U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonrer aanduiding der bron is verboden Het is niet de eerste maal dat wij in onze krant dit onderwerp aansnij den en de laatste maal dat dit ge beurde, namelijk in ons hoofdarti kel van 4 januari van dit jaar, hebben we daarover een vrijwel ontmoedi gende toon laten horen en naar we menen terecht. Ten minste wanneer door de regering, maar dan ook drin gend, want het is vijf voor twaalf, geen doeltreffende maatregelen wor den genomen om de teleurgang van het landbouwbedrijf in het algemeen en van het familiebedrijf in het bij zonder te verhinderen. Op de Grüne Woche (Groene Week) te Berlijn gewijd aan de land bouwproblemen werd ook door onze Minister van Landbouw, de heer Hé- ger, het woord gevoerd. Hij heeft er een lans gebroken voor het behoud van het familiebedrijf, nadat hij eerst andere oplossingen, zoals de vertika- le integratie van de Amerikanen en de horizontale gelijkschakeling van de kommunisten van de hand had ge wezen. Hij ook heeft het natuurlijk noodzakelijk geoordeeld eraan toe te voegen dat dan eerst verschillende voorwaarden dienden vervuld te wor den en er zelfs een totale omme keer moest komen in het bedrijf vooral wat de afzet van de produkten betreft. Is het waar, zoals sommigen het voorhouden dat het familiebedrijf, dat anderzijds op bepaalde terrei nen veel voordelen biedt, gedoemd is om onherroepelijk te verdwijnen Zij die alles in het werk stellen om maar liefst de hele boerenstand over te hevelen naar de grootnijver heid zaaien systematisch ontmoedi ging en stellen de zaken aldus voor dat men tegen de stroom toch niet kan oproeien en dat dit de onafwend bare gang van de geschiedenis zou zijn. Misschien doen we in dit ver band er goed aan eens even onze blik te laten weiden over de staats grenzen en te zien hoe het in dit op zicht er elders mee gesteld is, alvo rens een definitief vonnis te vellen. Hoe staat het vooreerst met de arbeidskrachten die in de landbouw werkzaam zijn Op honderd arbeids krachten werken in België 8 man in de landbouwsektor, in Nederland 10 man, in West-Duitsland 13 man, in Frankrijk reeds 24 en in Italië zelfs 28 man. Toch is het voor die mensen in het buitenland mogelijk daar hun kost te verdienen. Volgens het rege- land- en tuinbouwekonomie van 7 no vember 1963 bedraagt de gemiddel- ringsverslag over de evolutie in de de bedrijfsoppervlakte in de land- en tuinbouwsektor 6,2 ha. Dit gemiddel de stijgt tot 9,3 ha voor de beroeps- landbouwbedrijven, daalt tot 1,5 ha in de gelegenheidssektor en bereikt 1,1 ha voor de beroepstuinbouwbe drijven. In West-Duitsland heeft 25 van de bedrijven een bedrijfsoppervlakte kleiner dan 2 ha, bij 21 ervan ligt deze oppervlakte tussen de 2 en de 5 ha, terwijl de kategorie 5-10 ha nog eens 20 groepeert. Dit betekent dat 66 van de West-Duitse bedrij ven onder ons eigen gemiddelde blijft. Er moet dus ook bij ons moge lijkheid bestaan om onze bedrijven renderend te maken, indien onze re gering er werkelijk mee begaan is, maar we vragen ons af of dit het ge val is. Te oordelen naar de jongste uitlatingen van ons aller boeren- vriend de heer Spinoy, Minister van Economsche Zaken, op een toe spraak enkele dagen geleden te Cha- telet gehouden wil hij de landbou wers weer eens een pad in hun korf zetten. De grote oorzaak van het duurder worden van het leven ligt volgens hem weer eens in het feit dat de landbouwprodukten te duur verkocht worden. In zijn toespraak vinden we zelfs een pareltje. Van loonstop voor de arbeiders kan er volgens hem geen spraak zijn. De lo- Te Brussel wordt, van 16 tot 23 fe bruari 1964, de tweede Internationa le Week van de Landbouw ingericht. Deze manifestatie staat onder de ho ge bescherming van Z.M. Koning Boudewijn; zowel officiële als priva te instanties nemen eraan deel. Dergelijke gebeurtenis biedt een gelegenheid bij uitstek om het zoek licht te richten op bepaalde aspecten van de landbouw en tuinbouw, op zijn mogelijkheden en problemen. Daarbij dient aan de groeiende inte gratie van de landbouw der zes lan den in de tot stand komende Euro- markt bijzondere aandacht geschon ken te worden. Onder de in dit verband direct in de geest opkomende vragen, beho ren wel de volgende wat betekent de landbouw in de Euromarkt; is hij een teken van macht of onmacht welk gedeelte van de bevolking van de Euromarkt leeft en werkt in de landbouw Hoe evolueert die toestand Het is onze bedoeling in dit arti kel enkele gegevens en problemen aan te halen in verband met het laat ste punt Omvang en evolutie van de landbouwbevolking in de Euro markt In de huidige Euromarkt met haar meer dan 170 miljoen inwoners neemt de landbouwbevolking een zeer belangrijke plaats in. Er mag aangenomen worden dat de land bouwbevolking 25 a 30 t.h. van de to tale bevolking uitmaakt; de actieve bevolking van de EEG is voor onge veer 20 t.h. in de landbouw werk zaam. Per land beschouwd zag de situatie er in 1961 uit als volgt Land België Frankrijk Italië Luxemburg Nederland West-Duitsland TOTAAL Totale actieve bevolking (1) 3.600.000 18.800.000 19.800.000 130.000 4.200.000 25.000.000 71.530.000 Actieve bevolking landbouw (2) 14.735.000 (2) in t.h. van (1) 9,17 22,87 31,31 19,23 10.71 13.72 20,60 De landbouw mobiliseert dus een belangrijk gedeelte van de in de Euromarkt voorhanden zijnde werk krachten; een eeuw geleden was nog meer dan de helft van de actieve bevolking in de landbouwsector werkzaam. Wat een fundamentele verandering En dit niet alleen in het patroon van de globale ekonomie, waar handel en industrie de belang rijkste sectoren zijn geworden, maar ook binnen de landbouwsector zelf. Inderdaad, de meer dan 70 miljoen ha voor de landbouw nuttige opper vlakte worden door een van jaar tot jaar dalend aantal mensen geëxploi teerd. Weliswaar daalt ook deze nut tige oppervlakte, maar in veel gerin gere mate, daarbij stijgt ook de in tensiteit alsmede de kwaliteit der produktie van de veeteelt, de tuin bouw en de akkerbouw. Dit verschijnsel doet zich reeds verscheidene jaren in de meeste Europese landen voor. In de zes Euro- marktlanden, die de jongste tijd een merkwaardige expansie van handel en nijverheid kennen, wordt dit feno meen van afvloeiing van de actieve be volking uit de landbouw, samen met een rationalisatie van de landarbeid, nog geaccentueerd. Hoe krijgt nu een van jaar tot jaar in aantal dalende landbouwbevolking het klaar om een stijgend volume, samen met meer kwaliteit, te produ ceren Door voortdurende rationali satie van de produktievoorwaarden en produktiemethodes. Rationalisatie betekent veel meer dan mechanisatie; deze laatste is eerder een onderdeel van het geheel van maatregelen om een gegeven

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1964 | | pagina 1