De|hachelijke toestand
HET KUNSTMEST
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adel
t
in de landbouw.
in het wereldgebeuren.
AALST 15 FEBRUARI 1954.
Verschijnt iedere zaterdag
43ste JAARGANG Nr 2115
BeheerZeebergkaai 5,
Tel. (053) 242.67
Aalst
^oor de Ontwikkeling en de
S tadsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14,25.93.
O. CAUDRON.
[Zie vervolg 5e bladz. Ie kolom)
De Koornbloern
Abonnementsprijs 120 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt 11 Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonr'er
aanduiding der bron is verboden.
Op dit ogenblik is de algemene
toestand op landbouwgebied bij ons
zo onheilspellend geworden dat «Het
Boerenfront» gemeend heeft, en te
recht, aan de Heer Minister van
Landbouw en aan de Heer Minister
van Economische Zaken op 5.2.1964
volgend telegram te moeten sturen.
Het Boerenfront, in kader van
syndikale actie, protesteert tegen
het drukken van prijzen van varkens
vlees (M.B. 4.2.64) voor zover deze
maatregel nadelige invloed kan uit
oefenen op prijs aan producent. Eist
dat zuivelprodukten aan voortbren
ger betaald worden tegen prijzen die
ten minste gelijk zijn aan kostprij
zen
Zonder te willen vooropstellen
dat de kostprijs van melk niet hoger
zou zijn dan 4,50 F per liter aan
3,3 vet, eisen wij dat deze prijs
als gemiddelde zou worden toege
past voor het seizoen dat aanvangt
op 1 april 1964
Vragen meer rechtvaardigheid bij
het bepalen van vetgehalte, gelever
de hoeveelheid en kwaliteit van de
melk. Betreuren dat de regering
geen maatregelen treft ten over
staan van verlieslatende prijzen van
eieren, aardappelen en ander land
en tuinbouwprodukten
Met beide handen onderschrijven
wij dit meer dan gerechtvaardigd
prostest waarin de vinger op de
meest schrijnende wonden van dit
ogenblik gelegd wordt, namelijk de
toestand inzake varkensvlees, de
melk, de eieren en de aardappelen.
Van het telegram zouden we zelfs
zeggen dat het in bewoordingen ge
steld is die veel te zacht zijn en veel
te bescheiden, vooral waar gezegd
wordt over de zuivelprodukten
tegen prijzen die ten minste ge
lijk zijn aan kostprijzen. Wij zou
den menen dat men ook een be
hoorlijke winst mag vragen voor zijn
arbeid en zijn produkten en niet al
leen maar moet terug ontvangen
wat men er in gestoken heeft. Kun
nen de boeren soms van wind en
water leven Welke stand zou hier
mee vrede nemen
Het heeft er trouwens enkele da
gen geleden in de Senaatsvergade
ring bovenarms opgezeten toen er
moest gestemd worden over de be
groting van het Ministerie van Eko-
nomische Zaken, met aan het hoofd
ons aller vriend Spinoy. Wij zouden
echter wensen dat dit ook zou ge
beuren bij de bespreking van de be
groting van Landbouw. Toch is het
hoogst typerend dat de landbouw-
vertegenwoordigers verplicht zijn
hun wrevel over het landbouwbeleid
van de Regering in het algemeen te
uiten door tegen te stemmen tegen
de begroting van Ekonomische Za
ken. Kan men een sprekender be
wijs hebben dat onze Minister van
Landbouw als een braaf hondje aan
de leiband loopt van zijn Baas de
Minister van Ekonomische Zaken
Wie vertegenwoordigt de Minister
van Landbouw eigenlijk en wiens
belangen zou hij op de eerste plaats
moeten verdedigen, die van de ar
beiders of die van de boeren We
zouden daarop moeten antwoorden
die van het algemeen, maar dan toch
zeker niet eenzijdig die van de arbei
ders zoals hij dit thans doet, ver
mits hij op het eerste gefluit van de
Minister van Ekonomische Zaken
volijverig komt toegelopen om zijn
Baas terwille te zijn.
Het is nog wel eens vroeger ge
beurd dat leden van de meerder
heidspartijen die de regering sa
menstellen tegen de begroting van
een of ander departement hebben
gestemd ten teken van protest, maar
nog nooit is er een massaal optre
den geweest zoals ditmaal het ge
val was. Inderdaad, 27 CVP-Senato-
ren, onder wie al de landbouwver-
tegenwoordigers hebben tegen de
begroting van Ekonomische Zaken
gestemd, die slechts met 95 stemmen
tegen 41, bij 6 onthoudingen werd
goedgekeurd. Men mag zeggen dat
dit een kaakslag is voor Minister Spi
noy en, indien hij geen olifantshuid
had dan zou hij de gevolgtrekking
hieruit opmaken en zijn ontslag aan
bieden.
De plantengroei die in de vrije
natuur sinds alle tijden bestaat,
heeft grond, water, zonnelicht, lucht
;en warmte nodig om te bestaan.
Wanneer een van deze elementen
ontbreekt zullen de planten ofwel
sterven, zoniet slecht gedijen.
Zo zien wij in onze streken bij
wintertijd dat de planten in een
slaap of rusttijd komen terwijl zij in
landen waar de winters onbekend
zijn steeds het jaar door groeien en
bloeien.
Een zekere warmtegraad evenals
het zonnelicht en de lucht zijn voor
de planten onontbeerlijk, en ook de
grond om wortels te schieten en het
water om de planten toe te laten
sappen te maken en voedingsstoffen
op te zuigen.
In genoemde omstandigheden le
ven de planten en verschaffen voed
sel aan mensen en dieren en grond
stoffen voor velerlei gebruik.
Men wist reeds in de middeleeu
wen dat de groei der planten kon
aangewakkerd worden door het toe
dienen van allerlei afvallen, van stal
mest ale en meer.
Het is gekend dat reeds in die tijd
as, voortkomende van het branden
van turf, uit Holland werd ingevoerd
en door de landbouwers als mest en
grondverbetering gebruikt. Ook
bracht men in de beirputten oliekoe
ken die na smelting ook ais bemes-
ting op het land werden gebracht.
Men wist eveneens de vruchtbaar
heid der gronden te verhogen door
het braakscelsel. Dit bestond erin de
gronden gedurende een of twee
jaar gedurig om te werken ten ein
de water en lucht te laten indringen.
Deze gronden werden slechts om de
twee of drie jaar bezaaid.
In de minder ontwikkelde landen
kennen de landbouwers nog op he
den slechts deze enige manieren van
boeren en vandaar hun geringe op
brengsten.
HET KUNSTMEST.
Het is ruim honderd jaar geleden
en om juist te zijn in 1860 dat een
zeker zout, in Chili gedolven, naar
Europa werd verscheept dat, naar
men zegde de kunst bezat de plan
ten een betere groeikracht te geven.
Proeven bewezen dat het waarheid
was en van af dat ogenblik was het
kunstmest gevonden.
Dit zout bevatte, buiten nog enkele
vruchtbaarmakende stoffen, vooral
stikstof. Na enkele proeven die van
de eersten dag verrassende uitsla
gen gaven werd het chilizout, ook
chilisalpeter of Chilinitraat genaamd,
gretig door de meest vooruitstreven
de landbouwers gekocht.
Rond 1870 kwamen Belgische za
kenlieden op het gedacht een ander
kunstmest in te voeren en wel name
lijk de Guano van Peru.
Deze meststof wordt gevonden op
zekere eilanden en plaatsen aan de
kusten der Stille Oceaan waar miljoe
nen vogels sinds duizende jaren ver
blijven.
Dit kunstmest, dat eerder een na
tuurlijke meststof is gezien het hier
uitwerpselen van vogels geldt, maak
te ook grote ophef en werd vlug on-
aer de naam van Guano door de land
bouwers gekocht en gebruikt.
Het bleek evenwel niet voldoende
de plantengroei aan te wakkeren met
stikstof alleen want men wist toen
reeds dat potas, fosfoorzuur en kalk
eveneens onontbeerlijk waren. Er
diende dus verder gezocht.
Het potaszout werd heel toevallig
ontdekt. Het was in het jaar 1851
dat men bij boringen in de zoutmij
nen van Stassfurth in Duitsland op
zoutlagen kwam die niets te maken
hadden met het gewoon keukenzout
dat men aldaar uitdolf. Ontledingen
bewezen dat men te doen had met
potasmest die men voor de planten
groei dringend nodig had, zodat de
potaszouten vlug in de handel ver
schenen.
Het derde voornaamste element
het fosfoorzuur werd gezocht en ver
kregen door het malen van de afval
len dei ertsen waaruit ijzer werd ge
smolten. Dit afvalprodukt bevat het
fosfoorzuur dat de planten hoogst no
dig hebben en daarenboven een
groot deel kalk.
Het was in het jaar 1879 dat de
Engelse geleerde Sir Thomas, die het
twee jaar te voren had gevonden, ge
legenheid kreeg zijn procédé op de
planten te beproeven. Deze proef
(Zie vervolg 2C bladz. 1' kolom.)