lan dbouw vraag stuk*
Over tarwe en aardappelen*
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
De Goeverneur van West-Vlaanderen over het
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor -de Ontwikkeling en de
^landsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwer sverenigin g
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
{Zie vervolg onderaan hierneven).
(Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom
«533*
De Koornbloem
Abonnementsprijs 120 fr. 's jaar»
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcbeckr. S. M. Redt U Zslven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
Onlangs hield de Goeverneur van
West-Vlaanderen, ridder van Outryve
d'Ydewalle, voor zijn provincieraad
een rede, waarin hij ook de land
bouwproblemen aansneed. Daar de
toestanden op landbouwgebied in de
verschillende gewesten van het land
ongeveer dezelfde zijn, en de land
bouwers overal met dezelfde moei
lijkheden te kampen hebben, lijkt het
ons nuttig, ten gerieve van onze le
zers, zijn rede in het kort samen te
vatten.
In de landbouwsector, een der be
langrijkste van onze nationale econo
mie, heerst een zekere onrust die uit
niet te verwaarlozen oorzaken voort
spruit. Daar is eerst en vooral de on
gelijkheid van het landbouwinkomen
tegenover de verdiensten van de an
dere burgers. Dit inkomen ligt gevoe
lig lager en is een der oorzaken van
de landvlucht der jongeren. Professor
Urbain, die terzake een onderzoek in
stelde, beweert dat het gemiddelde
inkomen van de landbouwer slechts
54 t.h. bedraagt van het inkomen der
zelfstandige arbeiders uit de andere
sektoren van onze economie. Is een
dergelijke vaststelling voor interpre
tatie vatbaar, toch staat het onom-
stootbaar vast dat, niettegenstaande
de verhoging varbüele produktiviteit in
de landbouw, het belang ervan voor
onze nationale economie sterk is
verminderd. Het globale landbouwin
komen stijgt regelmatig, maar niet in
verhouding tot het nationaal inkomen.
Mag de klacht, dat andere midden-
standsgroepen inzake bestaanszeker
heid grotere waarborgen hebben dan
de landbouwers, gegrond zijn, dan
hoeft men toch in te zien dat het
vraagstuk zeer ingewikkeld is, onder
meer door de invloed van de fysiolo
gische wetten en de klimaatsomstan
digheden op het produktiesysteem,
iets wat zich in de andere sektoren
minder of niet doet gevoelen.
Anderzijds stelt zich het vraagstuk
van de hoge lonen in de andere sek
toren, dat een afvloeiing van de ak-
tieve landbouwbevolking voor gevolg
heeft.
Van meester wordt de landbouwer
geleidelijk knecht op zijn eigen be
drijf, wat hem dwingt tot een leven
dat geen enkele arbeider nog zou
aanvaarden.
Is de toekomst van de landbouw
dan uitzichtloos De goeverneur is
van mening dat er voldoende positie
ve punten voorhanden zijn om de toe
komst hoopvol tegemoet te zien.
Daar is vooreerst het fantastisch
kapitaal aan werklust dat de landbou
wer bestendig opbrengt, vervolgens
zijn beroepsfierheid en beroepsge
trouwheid, en ten slotte zijn aanpas
singsvermogen dat niet te onder
schatten is.
Volgens Professor Urbain steeg de
produktiviteit in de landbouw tussen
1953 en 1961 met 70 procent, tegen
50 in de nijverheid. Dit levert het be
wijs dat de landbouw de zaken weet
aan te pakken. Wat echter ontbreekt
is een stevige landbouwpolitiek die
de landbouw op lange termijn een
werkapparaat ter beschikking moet
steilen, dat toelaat de produktiemid-
delen op de meest oordeelkundige ma
nier in te zetten en op die wijze de
kostprijs te verlagen, de arbeidsvoor
waarden te verlichten en de landbou
wer levensvoorwaarden te geven
die hem moeten toelaten hetzelfde
komfort, dezelfde vorming en dezelf
de kulturele en andere ontspannin
gen te genieten als de rest van de
maatschappij.
Anderzijds moet de landbouwer
zelf een inspanning doen om los te
komen uit zijn veel te begrensd mid
den. Wil hij het hoofd bieden en
vooruitkomen dan moeten, evenals in
alle andere takken van de menselijke
aktiviteit, studie en voorlichting voor
hem, vooral voor de jongeren, een be
stendige bekommernis vormen.
Uit een onderzoek ingesteld door
het Westvlaams Economisch studie
bureau blijkt dat, op de 3.464 West-
vlaamse bedrijfshoofden in de land
bouw, er 1.923 (55,5 alleen lager
onderwijs hebben genoten. Dit per
centage is natuurlijk te laag het
landbouwonderwijs geniet nog niet
de belangstelling die het verdient en
die het nodig heeft.
De goeverneur stelde vervolgens
nog enkele andere middelen voorop,
die eveneens kunnen bijdragen tot de
Naar we vernemen, hebben de drie
grote landbouworganisaties zich over
een aantal landbouwvraagstukken ge
bogen en er, zoals een arts dat doet
de diagnose van gesteld, in andere
woorden de ziektetoestand van on
derzocht.
We mogen hierbij wel van ziek
tetoestand spreken vermits zij tot
het besluit komen dat de hopeloze
toestand van de tarwemarkt een
spoedig en daadwerkelijk ingrijpen
van de regering vereist, ten einde
de binnenlandse oogst werkelijk tot
zijn waarde te brengen en dit voor
het begin van de volgende oogst,
d.w.z. voor einde augustus
De Regering zit hier met een pro
bleem opgeschept dat ze niet zo ge
makkelijk zal kunnen oplossen. Er is
inderdaad op dit ogenblik tarwe te
veel in 't land. Waaraan ligt dat, al
thans gedeeltelijk Welnu, over kor
te tijd zal het ministerieel komitee
voor ekonomische en sociale koördi-
natie zijn goedkeuring dienen te
hechten aan een overeenkomst die
gesloten werd tussen de minister van
landbouw, vertegenwoordigers van
de minister van ekonomische zaken,
van de maalderijen, de tarwehande-
laars, de landbouwkoöperatieven en
de landbouworganizaties, met het
oog op de likwidatie van het tarwe-
overschot van de oogst 1963.
Bij de jongste telling van de stocks
is gebleken dat de maalders zoveel
Franse tarwe hebben aangekocht dat
288.000 ton van onze eigen tarwepro-
duktie niet werd opgenomen. Het ligt
voor de hand dat men deze toestand
had dienen te voorkomen, maar dit
is nu wel mostaard na de maaltijd.
Men heeft nu geprobeerd aan de ge-
gezondmaking van de landbouw, zo
als de bevordering van kwaliteitspro-
dukten, de drinkwatervoorziening, het
onderhoud van de onbevaarbare wa
terlopen, de gezondmaking van de
waterzieke gronden, het aanleggen
van waterreserves, de strijd tegen de
waterbevuiling, het modernizeren van
het landbouwwegennet en de land-
bouwwoningbouw.
Alleen uit deze laatste opsomming
blijkt overduidelijk dat er nog heel
wat te doen valt opdat de landbouw
in optimale voorwaarden zou kunnen
werken.
schapen toestènd zoveel mogelijk te
verhelpen.
Daarom werd er overeengekomen
dat deze tarwe zal worden opgekocht
tegen 546 F per kwintaal in april,
551 F in mei en 555 F in juni. Om nu
aan de maalderijen toe te laten deze
prijzen aan de voortbrengers te be
talen, zal de regering aan de maal
ders opnieuw een kompensatiever-
goeding toekennen. Dadelijk kan men
zich hierbij de vraag stellen waar
zal men het geld halen om deze sub
sidies te betalen Zal men hier nog
maals het Landbouwfonds voor aan
spreken Dat kunnen we moeilijk
aanvaarden want vorig jaar is daar
tegen reeds heftig verzet gerezen.
Zal de Staat, d.w.z. wij allemaal, de
gemeenschap er moeten voor op
draaien Wij menen dat de Regering
hier voor de zoveelste maal tekort ge
schoten is en wij zeggen dat niet
lichtzinnig. Er was inderdaad over
eengekomen dat de maalderijen vol
ledige vrijheid zouden hebben inzake
de aankoop van vreemde tarwe, maar
er was een voorwaarde aan verbon
den. Die voorwaarde was dat de
maalderijen de totale produktie van
inlandse tarwe zouden opkopen.
Wanneer wij de vraag stellen
waarom die overeenkomst niet nage
leefd werd dan denken wij dat meri
de voorkeur gegeven heeft aan de
belangen van de grote handelaars in
graan boven die van onze eigen land
bouwersstand. In dit verband hebben
de landbouworganisaties vastgesteld
dat de andere lidstaten van de EEG
'over een doeltreffende marktorgani
satie beschikken, terwijl België zijn
enig wapen uit de handen werd ge
slagen, namelijk de verplichte inmen
ging van inlands graan. Er moet naar
een oplossing worden gezocht opdat
België met gelijke wapens de kon-
kurrentiestrijd zou kunnen aanbinden.
Wat de aardappelen betreft hebben
we nogmaals een hartig woordje te
zeggen tot onze grote «boerenvriend»
Minister Spinoy, die nog altijd meent
dat hij het mogelijk maakt door zijn
anti-landbouwpolitiek socialistische
landbouwers te kweken. In 't Staats
blad van 9 april verscheen namelijk
een besluit van onze beruchte minis
ter van ekonomische zaken betref
fende de groothandel in aardappelen