Onze kinderbijslagen»
Over landbouw in Japan.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 13 JUNI 1964.
Verschijnt iedere zaterdag
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25,93.
O. CAUDRON.
Zie vervolg 2bladz 1' kolom
De Koornbloem
Abonnementsprijs 120 fr. 's jaar»
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zfln
verantwoordelok voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
De mensen op leeftijd onder ons
zullen zich nog het ontstaan en het
zich vlug verspreiden herinneren van
het mooie lied van de nog altijd in
leven zijnde bard Emiel Hullebroek
Hemelhuis Wij hebben dat toen
met.overtuiging meegezongen omdat
wij leefden naar de beginselen die er
in vervat en verheerlijkt werden.
Zou men armoe lijden om een mond
je meer Och, waar mensen strijden
helpt de Heer Wij beaamden toen
volmondig het gezegde dat ieder
kind fijn lepel meebracht.
En toch werd er toen nog niet eens
gesproken over ondersteuning van de
grote gezinnen en over kinderbijsla
gen. Wij willen het nog onverlet la
ten dat wij toen en ook nu nog voor
konijnen werden uitgekreten.. Lie
ver dat dan koekoeken Wij zijn in
ieder geval thans niet gedwongen een
beroep te doen op alle mogelijke
vreemde nationaliteiten om een uit
stervend volk wat langer in leven te
houden. Wel hebben we ons even de
ogen uitgewreven wanneer we gele
zen hebben over periodieke onthou
ding, het stelsel Ogino-Klaus-Van der
Velde en thans weer de pil Zijn
wij dan de stommelingen en de stum
pers geweest en hebben zij die het
nu daarover hebben gelijk Volgens
sommige publicaties is men er zelfs
niet ver van af ons wegens onze kin
derrijkdom als een soort misdadi
gers te bestempelen die de ont
ploffing van de bevolkingstoename
bewust in de hand werken. Nu mogen
we, tussen haakjes wel zeggen dat
althans in ons land van die ontplof
fing nog maar weinig te bespeuren
valt, integendeel, zouden we zeggen.
Maar we willen het hier hebben
over het huidige stelsel van de kin
derbijslagen. Wij hebben zowat de
indruk dat in het bestel van de maat
regelen van de Rijksmaatschappelijke
Zekerheid het beloop van de kinder
bijslagen en het verschil tussen de
bedragen uitgekeerd aan loon- en
weddetrekkenden en deze aan zelf
standigen dus ook aan de landbou
wers als een duchtig wapen gebruikt
wordt om de boerenstand nog wat
meer te verkleinen en arbeiders voor
de fabrieken te vinden. Hiertoe is
een eenvoudige vergelijking voldoen
de. Wat is de huidige toestand? Een
loon- of weddetrekkende ontvangt
voor 't eerste kind 457,25 F p. maand,
terwijl een landbouwer slechts 170 F
krijgt. Voor het tweede kind zijn deze
bedragen respectievelijk 562,50 F en
230 F voor het derde kind 918 F en
500 F. Eerst sinds 1 januari 1964 is er
gelijkschakeling van het vierde kind
af. Er zijn thans machtige boeren or
ganisaties die zich krachtdadig wil
len gaan bezig houden met het pro
bleem van de kinderbijslagen en
daarbij voorstellen doen die we deels
toejuichen maar, wat de bedragen be
treft, onvoldoende vinden. Het valt
ons daarbij op dat ze de bedragen van
de kinderbijslagen door loon- en wed
detrekkenden genoten niet vergelijken
met die van de zelfstandigen en zelfs
uitdrukkelijk verklaren dat ze niet het
inzicht hebben de toestand van de
loontrekkenden te willen navolgen
De reden die ze hiervoor opgeven
schijnt ons nog al duister te zijn.
Oordeel zelf maar wat ze schrijven
De waarheid is echter niet zo een
voudig. In feite volgt ons programma
de sociale zekerheid van de loontrek
kenden maar in zoverre, dat hierdoor
de sociale gelijkberechtiging van de
standen bereikt wordt en ten tweede
in zoverre dat bij de loontrekkenden
de werkelijke dekking van de sociale
risico's verwezenlijkt is Begrijpt u
dat, boeren Voor mij is dat enkel
wat woordenkramerij en schijnbare
geleerdheid die geen putten vult en
ons enkel de wenkbrauwen doet fron
sen. Er wordt trouwens toegegeven
dat uit bepaalde wetenschappelijke
studies is gebleken dat er geen ver
schil bestaat tussen de kost per
kind op de leeftijd van 6 jaar volgens
het beroep dat door de ouders uitge
oefend wordt
Wij hebben nu juist in ons artikel
willen laten uitschijnen dat de kloof
die er reeds bestaat tussen het in
komen van de boer en het inkomen
van een loontrekkende die volgens
zijn ontwikkeling en prestaties met
hem mag vergeleken worden en die
reeds breed en diep is, nog breder
en dieper wordt gemaakt op het ge
bied van de sociale tegenmoetkomin-
gen die de kinderbijslagen zijn. Er
kan niet genoeg de nadruk worden
gelegd op het verschil van behande-
(Zie vervolg 2e bladz. 2e kolom)
De Japanners zijn ons niet meer
zo vreemd en zelfs in onze streek heb
ben ze een van hun ondernemingen
gevestigd, maar toch kennen wij ze
beter als pientere en nijvere manne
tjes in de nijverheid en de wetenschap
die er een slag van weg hebben het
beste op dit terrein in het Westen
zich eigen te maken en te volmaken
en eveneens ais mensen die geen ho
ge eisen stellen aan het leven en zich
dan ook met een karig loon tevreden
stellen. Veel minder zijn ze ons be
kend als landbouwers. We ontlenen
hier thans aan het tijdschrift Finan
cial Times (Financiële tijdingen)
enkele gegevens over hun stelsel van
landbouw. Ook daarin blijken ze hele
pieten te zijn. In Japan is de rijst- en
tarwe-opbrengst per hectare twee
maal zo groot als het gemiddelde van
de Aziatische landen en viermaal zo
groot als in sommige van deze ge
bieden. In feite is de opbrengst van
alle gewassen in Japan groter dan in
welk ander Aziatisch land ook. En Ja
pan bereikt dit buitengewoon hoge
peil ondanks een korter landbouwsei-
zoen en lagere temperaturen dari in
de andere landen, ondanks aardbevin
gen en wervelstormen, ondanks ook
kleine en verbrokkelde boerenbedrij
ven op gronden van geringe vrucht
baarheid en met voor een landbouw
gebied de grootste bevolkingsdicht
heid ter wereld.
Een landhervorming is, volgens een
studie van FAO, getiteld Farm deve
lopment in Japan (Boerderijontwik
keling in Japan) hiervan een van de
belangrijkste oorzaken. Na de tweede
wereldoorlog is 80 van de pacht-
landerijen (ongeveer 1.8 miljoen hec
tare) verkocht geworden aan boeren
zonder land met te kleine bedrijven,
benevens ruim 1 miljoen hectare lan
derijen van de staat, namelijk onont
gonnen land en weideland. Ook
schonk de overheid grote toelagen
aan de uitvoering van programma's
van landontginning, toen Japan niet
langer meer voedingsmiddelen kon
invoeren uit Korea en Formosa. We
weten immers hoe vooral de jongste
tijd de Koreanen en vooral de stu
denten van Zuid-Korea zich verzetten
tegen het hernemen van normale be
trekkingen met Japan. We hebben dit
op het beeldscherm meermaals kun-
i nen zien. Ze worden tot dit verzet
aangespoord wegens de jarenlange
Japanse bezetting die zeker niet heel
zacht geweest is.
In Japan werd in tien jaar tijd nog
eens bijna 2.2 miljoen hectare grond
extra in gebruik genomen voor voed-
selproduktie.
Tegelijkertijd werden uitgebreide
besproeiings- en draineerwerkzaam-
heden uitgevoerd, waardoor het mo
gelijk werd twee of drie gewassen
achter elkaar te verbouwen op gron
den, waar vroeger slechts eenmaal
werd geoogst. Bijna twee derde van
het landbouwareaal wordt tweemaal
per jaar bebouwd.
Hierbij dienen we toe te geven dat
de Japanse landbouw niet zoveel zou
voortbrengen, als de technologie van
dit land niet zo ver was gevorderd.
De nationale landbouwproefstations
hebben zaaigoed ontwikkeld waarmee
de oogst van enkele gewassen bijna
is verdubbeld. Ook is de mechanisa-
tiegraad van de landbouw geleidelijk
toegenomen in vergelijking met het
jaar 1956 is het aantal arbeidskrach
ten in de rijst- en tarweverbouwing
met respectievelijk 10 en 20
gedaald. Ook is de teelt der gewassen
met een betrekkelijk geringe waarde
verminderd, ten gunste van hoog
waardige zoals vruchtbomen en pro-
dukten voor nijverheidsverwerking.
In het jaar 1958 bedroeg het gemid
delde boereninkomen in Japan vol
gens deze studie van de FAO 500 dol
lars en bijna 85 hiervan werd ver
kregen uit de opbrengst van gewas
sen. De rest kwam dan uit het kwe
ken van zijderupsen en uit veehouderij
Japan is de voornaamste leverancier
van zijde voor de Westerse wereld.
Toch menen we dat het land zal moe
ten afrekenen met de mededinging
der kunstzijde, maar we zijn overtuigd
dat ze dit wel voorzien en we zijn er
schier zeker van dat ze zelf hierin het
initiatief nemen en zelf kunstzijde
gaan produceren, want zo zijn ze nu
eenmaal.
Er is geen enkele reden waarom
Japan zijn technische kennis niet zou
uitvoeren naar andere Aziatische lan
den. Evenals deze landen is ook Japan
afhankelijk van de rijst. Van de te
velde staande gewassen maakt rijst
meer dan 60 uit.