Onze kinderbijslagen.
Weidekoekjes
Ministerie van Landbouw
DE KOORNBLOEM - 13 juni 1964
(Vervolg van le bladzijde).
(Vervolg van le bladzijde)
«■«■i mBttmeaoEmammmmmamam
Belgisch
Bloemen- en Plantenfestijn
op de Chelsea-Show te Londen.
Onze weidekoekjes kennen een
grote bijval bij de kwekers.
Zij zijn verpakt per 25 kilos en
worden door de dieren gretig
opgenomen.
Wie onze koekjes eens be
proefd heeft koopt deze regelma
tig. Zij geven volledige voldoe
ning op alle gebied.
2
Het FAO-rapport houdt staande dat
dat de Japanse ervaring ook elders
kan toegepast worden maar toch
staan hieraan moeilijkheden in de
weg Japanse bedrijven hebben een
veel grotere uitrusting aan kapitaal
goederen, hetgeen veronderstelt dat
een zeker peil van industrialisatie
bereikt werd waartoe andere Azia
tische landen op dit ogenblik nog niet
zijn gekomen.
Vooral dient men hier rekening te
houden met het hogere ontwikkelings
peil van de Japanse boer. Alle Japan
se boeren kunnen lezen en zijn dus
in staat de technologische vindingen
toe te passen. Zij worden gesteund
door een wijdvertakt netwerk van
overheidsdiensten en samenwerken
de organismen. Zij kunnen zeker zijn
van een geregelde afzet van hun pro-
dukten en hebben dus dank zij de snel
aangroeiende bevolking geen overpro
duce te vrezen, iets wat in onze
Westerse landen niet kan gezegd
worden. Dit is dus een groot voordeel
zodat ze ongestoord met hun techno
logische vooruitgang en hun industri
alisatie kunnen voortgaan.
We spraken daar juist over herhaal
delijk optredende natuurrampen zoals
aardbevingen en wervelstormen. Ja
pan bestaat immers uit een aantal
grotere en kleine eilanden die in een
vulkanisch gebied liggen zodat men
er ook vuurspuwende bergen heeft.
Dit veroorzaakt natuurlijk verliezen
voor de landbouw maar daartegen
wordt de Japanse boer door zijn over
heid beschermd zodat dit geen ge
ringe geruststelling voor hem bete
kent.
Is de Japanse boer tevreden met
zijn landbouwstelsel Verre van
daar, hij is er zelfs zeer ontevreden
mee. En hier komen we dan terecht
bij een oorzaak van ontevredenheid
die we ook in het Westen aantreffen.
Er zijn in Japan zes miljoen boeren
bedrijven maar slechts 3 hiervan
heeft een landoppervlakte van meer
dan 3 hectaren. Een derde van hen
moeten zich dan ook bezig houden
met andere werkzaamheden als
hoofdbron voor hun inkomen en nog
eens 30 zijn, wat men noemt
part-time boeren, die slechts een
klein gedeelte van hun tijd aan het
boeren besteden. Op de meeste be
drijven doet de familie (de Japanners
hebben veel kinderen) het werk, maar
van de jongere generatie wil een
steeds groter deel in de stad gaan
werken. Weer een verschijnsel dus
dat ons niet vreemd voorkomt. De
tijdgeest is dus wel overal doorge
drongen.
De Japanse eerste minister, Haya-
to Ikeda, wil het aantal boerenbedrij
ven in tien jaar met 60 verminde
ren. Nu is het wel onwaarschijnlijk
dat hij zijn doel zal bereiken, maar
toch zijn landbouwdeskundigen het
met hem eens dat het aantal boeren
bedrijven kleiner en hun omvang gro
ter zal moeten worden, alvorens de
Japanse landbouw zo doelmatig mo
gelijk zal zijn. weer een probleem dat
niet enkel aan Japan eigen is.
ling door de Staat van de arbeiders
en van de boeren die op slot van re
kening dan toch ook arbeiders en
geen kleine zijn, maar dan zonder
achturendag en vijfdagenweek.
1 Er worden dan verder door deze
landbouwersorganisaties bepaalde
punten voorgesteld die zouden dienen
verwezenlijkt te worden en die we
graag bijtreden. Laat ons echter ho
pen dat het geen loutere streefpun-
ten blijven. Aldus wordt voor het der
de kind een maandelijke bijslag ge
vraagd van 1000 F. Op het ogenblik
bedraagt deze, zoals we zagen nog
maar 500 F terwijl hij voor de loon-
trekkenden 918 F beloopt. Men ver
langt ook de aanpassing van de bij
slag van de levensduurte. Dat is van
zelfsprekend niet meer dan billijk.
De tijd dat de mensen meenden dat
een frank toch een frank blijft is
reeds lang voorbij omdat ze thans ter
dege weten wat nog de koopkracht
van de frank betekent en hoeveel
frank ze dienen uit te geven, in ver
gelijking met vroeger, voor een be
paalde zaak of dienst. De bijslag zou
dus, in andere woorden dienen gekop
peld te worden aan het indexcijfer.
De boeren worden door de index reeds
genoeg bedot om er in een enkel ge
val van te kunnen genieten. Men
vraagt ook de maandelijkse deelbaar
heid van de bijdragen. Op dit ogen
blik betaalt men altijd de bijdragen
per ondeelbaar half jaar. Het zou ze
ker billijker zijn dat de bijdragen al
leen zouden moeten betaald worden
vanaf de maand waarin men de be
roepsbezigheden begint en ander
zijds tot en met de maand waarin de
beroepsbezigheid beëindigd wordt.
Verder wordt op dit ogenblik veel aan
dacht besteed aan het lot van de ge
handicapte kinderen. Deze vergen
meer zorgen en uitgaven ofschoon
geen enkele moeder haar ongelukkig
kind zou willen missen al denken an
dere personen er anders over. Wel
nu voor deze kinderen wordt enkel
het gewone bedrag der kinderbijsla
gen uitbetaald. Er wordt nu voorge
steld dat dit bedrag per kind 1.284,25
F per kind zou bedragen. Ook voor
de wezen van moederszijde wordt
slechts het gewone bedrag der kin
derbijslagen uitbetaald hoewel het
onbetwistbaar is dat het vaak voor
komt dat men voor hen naar een be
taalde hulp moet uitzien, vooral dan
wanneer er nog geen oudere kinde
ren zijn. Hier wordt voorgesteld voor
het eerste en het tweede kind 1.003
F te betalen, voor het derde kind
1.019,75 F en voor het vierde en de
volgende kinderen 1.049 F. Voor kin
deren van invaliden stelt men voor
het eerste en tweede kind 843,25 F,
voor het derde 1.000 F, voor het vier
de en de volgende 1.049 F. Wij op
peren de veronderstelling dat het hier
over werkelijke, zowel burgerlijke als
militaire invaliden gaat en dat men
nauw zou letten op de mogelijke mis
bruiken. Het ligt voor de hand dat
dit begrip nog al rekbaar is maar dat
bij werkelijke invaliditeit dient
ter hulp te worden gekomen. Voor de
meisjes wordt op dit ogenblik na het
einde van hun schoolplicht of wan
neer ze in feite thuisblijven uit de
school geen bijslag uitbetaald. Er
wordt voor hen gevraagd dat deze
meisjes wanneer ze meehelpen in het
huishouden ook recht zouden geven
op een bijslag tot wanneer ze de
leeftijd van 21 jaar bereikt hebben.
Eindelijk wordt nog gevraagd de kin
derbijslag te behouden tot de leeftijd
>van 25 jaar voor studenten-leerlin-
voor zelfstandigen althans tot 21 j.,
want voor de loontrekkenden is het
sreeds 25 jaar geworden. Dit zal na
tuurlijk meer geld kosten maar de
gemeenschap heeft reeds al te lang
haar plichten tegenover de boeren
stand schromelijk verwaarloosd om
nu eens wat dieper in de zak te mo
gen tasten. Trouwens zijn de opge
somde voorstellen nog alleen maar
toekomstmuziek waarvan de verwe
zenlijking nog niet voor de deur staat.
We herinneren ons immers maar al
te goed het lot van dat voorstel van
een belasting te heffen op de mar
garine, dat een stillen dood gestor
ven is.
Terwijl in het Gentse de voorberei
dingen van de vijfjaarlijkse Floraliën
stilaan meer en meer aan intensiteit
beginnen te winnen, heeft de Konink
lijke Maatschappij voor Landbouw en
Plantenkunde uit Gent, onder de be
zielende en kundige leiding van haar
voorzitter Graaf de Kerckhove de
Denterghem, met de medewerking
van de Nationale Dienst voor Afzet
van Land- en Tuinbouwprodukten en
onder de auspiciën van het Ministerie
van Landbouw, dit jaar in het buiten
land, tot hiertoe geen enkele gelegen
heid laten voorbijgaan, niet alleen om
de standing van onze niet-eetbare
tuinbouwprodukten hoog te houden
en daardoor de afzet op internationale
markt te rugsteunen, maar ook om de
aandacht van nu af reeds te vestigen
op de topgebeurtenis van 1965, die
van 24-4 tot 3-5, voor de 25e maal
in de stad Gent zal doorgaan.
In deze optiek heeft de Belgische
bloemen- en plantensector, na de
«Wiener Internationale Gartenschau»,
de Internationale Floraliën te Parijs
en de Ideal Home Exhibition te
Londen, in de Engelse hoofdstad
deelgenomen aan de «Chelsea Show»
De Chelsea Schow is een ma
nifestatie welke nu reeds sedert 1913
weliswaar met onderbrekingen tijdens
beide wereldoorlogen, jaarlijks tij-
dens de maand mei wordt ingericht
door de Royal Horticultural Society» i
een zeer hoogstaande vereniging die
net zoals onze KoninklijkeMaatschap- j
pij voor Landbouw en Plantenkunde er
zich toe beijvert eep centrum te zijn
voor wetenschappelijke en technische
vulgarisatie voor al wie zich met
tuinbouw bezig houdt, en van ontwik
keling en aanmoediging voor alle tak-
,ken van de tuinbouwsector. Deze
tentoonstelling, die zich afspeelt in
het hart van Londen, langs de boor
den van de Teems, op de terreinen
van het Royal Hospital Chelsea
is met de jaren uitgegroeid, niet al
leen tot de enige en naar Engelse tra
ditienormen, beste, jaarlijkse bloe
men- en plantenschow, maar tevens
met zijn gemiddelde van een kwart
miljoen bezoekers, tot één der meest
vooraanstaande gebeurtenissen in
het mondaine leven van de Engelse
hoofdstad.
De laatste jaren werden ook buiten
landse deelnemingen door het verle
nen van gunstvoorwaarden, aange
trokken. Zo noteerde men in 1963 de
aanwezigheid van Frankrijk, Neder
land en de Westduitse Bondsrepubliek
Dit jaar waren samen met ons land
inzendingen tentoongesteld van de
Vereniging der Nederlandse Bloemis
terij en van Franse zijde, van het Co
mité des Pépiniéristes Exportateurs
de la Vallée de la Loire.
Belgische Bloemen- en Planten-
weelde, voorbode van de Gentse -
Floraliën 1965.
Aldus kan men de twee stands be
titelen die naar de ontwerpen
van de zeer gekende architekt Y. Nu-
bourgh, professor aan de Tuinbouw
scholen te Vilvoorde en te Anderlecht
enerzijds in open lucht, onder de be
naming Belgian Floralies Garden
en anderzijds in de overdekte ruimte,
onder de vorm van een bloemenwin
kel, werden verwezenlijkt door een
collectieve inspanning vanwege de
meest vooraanstaande Belgische kwe
kers, onder de leiding van Graaf de
Kerckhove de Denterghem. Op een
oppervlakte van 410 m2, in openlucht
hadden de Belgische exposanten een
tuin aangelegd die op een duidelijke
manier aan het publiek aantoonde hoe
men aan een goed opgevatte tuin, de
meest innige genoegens kan beleven.
Lag buiten het accent op de tuin,
dan ging het in de overdekte stand
om de opsmuk van het woningin
terieur.
Op een oppervlakte van 137 m2
hadden de verschillende Belgische
producenten als het ware in een kijk
kast het beste bij mekaar gebracht
van wat zij het buitenland te bieden
hebben, in een schikking die van veel
vanmanschap getuigde.
Ook hier ontbraken de weelderige
azalea's niet, naast de ficus, de phi-
lodendron, de sanseviera en zovele
andere, die er met de geurige snij
bloemen een communauteit vormden
van een zeldzame schoonheid.