Operatie Stanleystad.
ouden van dagen.
MOTTEN.
EYZERINGEN.
Grote Jaarmarkt
Een pleidooi voor de
maandag 7 december 1964
te 10 uur voormiddag
Eregift van de heer Burgemeester
45 000 fr. PRIJZEN.
Gebruikt in
Uwe linnenkas
sen steeds het speciaal produkt
om motten te doden. Geen
onaangename reuk meer. Be
schikbaar in al onze magazijnen.
We begrijpen ten volle de verklaring
van Dhr Spaak, wanneer hij zegt dat
het droppen van Belgische valscherm
springers boven Stanleystad, de
zwaarste en de moeilijkste beslissing
is geweest, die hij in zijn lange poli
tieke loopbaan heeft moeten treffen.
Zij die de hel van Stanleystad niet
hebben meegemaakt kunnen tot in het
oneindige nakaarten over het al of
niet noodzakelijke van deze operatie.
Maar dezen die uit de hel verlost wer
den, dank zij onze valschermspringers
zij die weten met welke beesten van
mensen ze ginder te doen hadden
en die er honderden als vee hebben
zien afslachten voor het monument
van Lumumba lag het gesteld bloed
op een bepaald ogenblik tien centime
ter dik)zij bevestigen dat onze para's
juist op tijd gekomen zijn, zoniet had
den ze allen hetzelfde lot ondergaan.
Lot waaraan, helaas, sommigen toch
niet ontsnapt zijn.
Het ging hier dus niet om een mili
taire operatie, maar wel om een lou
ter humanitaire actie. Het kwam er op
aan een duizendtal Belgen en Ameri
kanen van een gewisse en afschuwe
lijke dood te redden. En daarom gaat
ook onze dank en onze bewondering
naar deze jonge soldaten en naar de
Amerikanen die deze redding hebben
mogelijk gemaakt.
Dat een regering bekwaam en in
staat kan zijn troepen voor louter hu
manitaire doeleinden in te zetten,
wordt natuurlijk niet begrepen door
deze landen, die reeds herhaaldelijk
het bewijs geleverd hebben dat ze tot
humanitaire daden niet in staat zijn
en er ook hun hand niet voor omdraai
en.
Is het niet potsierlijk dat een land
als Rusland tegen de actie van de Bel
gische regering protest aantekent om
dat ze zo gezegd een inmenging zou
zijn in de binnenlandse aangelegenhe
den van een ander land. Zij vergeten
hierbij dat de wettige regering van
Congo de actie had toegelaten, en zij
vergeten vooral wat zij zelf gedaan
hebben in Hongarije in 1956 en bij het
inpalmen van Lithauen, Letland en Est
land in 1941. Van inmenging in de bin
nenlandse aangelegenheden van een
land gesproken.
Dat Soviet-Rusland geen het minste
belang hecht aan het leven der meer
dan duizend blanken die in Stanley
stad als gijzelaars waren opgesloten,
begrijpen we maar al te zeer na al
de afslachtingen in eigen land en in
Hongarije.
Dat de satellieten er dezelfde me
ning op nahouden als hun meesters in
Moskou, verwondert ons niet, maar
dat mensen in ons eigen land, zoals
de communisten in de Kamer v. Volks
vertegenwoordigers, er eveneens een
dergelijke mening op nahouden, dat
gaat ons petje te boven. Daar hebben
wij maar een woord voor: walgelijk
en het bewijs tot welk een knecht
schap deze heren gebonden of ge
vallen zijn.
Over hetgeen er in Stanleystad ge
beurde, lezen we in Elseviers Week
blad van de hand van H.A. Lunshof,
o.m. het volgende:
De Belgen kunnen terecht trots
zijn op hun para's.... Het opsluiten van
mensen met het doel van anderen iets
af te dwingen is een wrede zaak. Het
ging hier meer dan om gijzeling alleen
Men heeft letterlijk gedreigd 1600
blanken aan riemen te zullen snijden,
wanneer niet aan de eerste de beste
rebellen-' regering voldoening werd
gegeven. En men heeft een aantal
blanken aan riemen gesneden.
Voor het eerst sinds Cuba heeft het
Westen 24 uur lang van zich afgesla
gen tegen een geboefte dat onze
zendelingen en missionarissen, en
hun eigen stamverwanten tracht uit
te roeien. Maar het mocht vooral niet
militair lijken Wij moesten ons voor
al in de ogen van de wereld veront
schuldigen. Het heeft weinig geholpen
Moskou heeft de actie reeds ge
brandmerkt als kolonialistisch en im
perialistisch omdat de wrede dood
achter het IJzeren Gordijn sinds de
glorierijke dagen van de oktoberrevo-
utie een graag geziene gast is....
De VN hebben destijds troepen
gezonden, hebben het leven van hun
secretaris-generaal op het spel gezet
om Tsjombe te verdrijven. Nu heerst
hij, oppermachtig naar het schijnt, en
dat is maar goed ook, want hij is de
beste van allen. Vanzelfsprekend is
hij niet door vrije verkiezingen aan de
macht gekomen. Zijn gezag berust op
wat ook in het verleden aan onze
staatsvorming ten gronde lag; op
overwinning. Wij wensen hem die van
harte toe, omdat het ons althans om
de negers gaat....
Nu, wij hebben de rebellen op het
Loemoembaplein in Stanleystad be
zig gezien. Daar zijn blanken en ook
negers aan riemen gesneden. Het
heeft ons even geschokt. Wij hebben
ons met de pet in de hand veront
schuldigd, dat wij zo vrij waren een
paar honderd mensen het leven te
redden. Wij hebben neemt u het ons
niet kwalijk gestameld....
Niettemin, terwijl de Nederlandse
regering begrip toonde voor de Bel
gische houding is het ons een be
hoefte de Belgische valschermsprin
gers en de Belgische regering van
harte te danken eindelijk te hebben
gedaan wat te lang verzuimd is: met
de vuist op tafel te slaan.... hopelijk
wordt de rest van de wereld er wak
ker door.
Onlangs hield men in ons land De
Week voor de Ouden van Dagen om
bij middel van enkele schuchtere ini
tiatieven de aandacht van de bevol
king te trekken op het lot van de
ouden van dagen, die in ons land een
tamelijk groot deel van de bevolking
vertegenwoordigen. Velen staan on
verschillig tegenover het lot dat vele
van deze mensen beschoren valt, niet
tegenstaande ze, indien ze geluk van
leven hebben, eens de massa van deze
uitgestotenen zullen moeten vergro
ten.
In onze westerse landen is het niet
zo, zoals bij de meeste oosterse vol
keren, dat de ouderdom als een gena
de, als een eer aanschouwd wordt en
een familie het als een hoge gunst
waardeert een ouderling dak en on
derkomen te mogen verschaffen. Bij
ons geldt nog al te dikwijls de over
weging hoe ontmaken we ons van
een oude vader of een oude moeder.
Meer in de steden dan te lande, wat
enigszins begrijpelijk is, omdat te
lande de woningnood niet zo groot is
en er door ouden van dagen nog nut
tige hulp kan verleend worden op het
land of op de hofstede.
Er zijn in ons land vele ouden van
dagen; van alle landen van de E.E.G.
bezit België het grootste procent be
jaarden. Meer dan 12 t.h. van onze
bevolking is ouder dan 65 jaar, en dit
procent stijgt voortdurend in 1947
was het nog maar 10.7 t.h.
Het stijgend aantal bejaarden doet
de uitgaven voor pensioenen, ziekte
verzekering, openbare onderstand
ieder jaar aanzienlijk aangroeien, wat
steeds grotere tekorten veroorzaakt in
verschillende sectoren van de maat
schappelijke zekerheid, evenals de
noodzakelijkheid de bijdragen voortdu
rend te verhogen.
Is België het land met het goofste
aantal bejaarden, het is ook het land
waar de voorzieningen ten voordele
van deze bevolkingsklasse 't slechtst
zijn. Op dit gebied staan we merkelijk
ten achter bij de andere landen, voor
al bij Nederland en de Skandinavische
landen, waar er van overheidswege
meer gedaan wordt om het lot van de
bejaarden dragelijker te maken.
Onze pensioenregeling, bijvoor-
beeld, zou dringend dienen herzien te
i worden. In een tijd dat de mensen
langer leven en langer gezond blij
ven, zitten we nog opgeschept met
een pensioenregeling die dateert uit
de 19e eeuw, uit een tijd dat slechts
weinigen 65 jaar oud werden. Op onze
dagen is het niet meer aan te nemen,
en ook niet menselijk, dat gezonde en
werkbekwame mensen op 65 jaar ver
plicht zijn met pensioen te gaan met
de bepaling dat ze hun pensioen zul
len verliezen indien ze nog verder be
taalde arbeid verrichten. Vele bejaar
den verrichten dan ook zwart
werk, maar staan dan gedurig aan het
gevaar blootgesteld overgedragen of
aangeklaagd te worden. In Zweden,
waar iedereen pensioen krijgt op 65-
jarige ouderdom, ongeacht zijn in
komsten of zijn fortuin, wordt dit pen
sioen met 6% verhoogd, indien de be
trokkene wil blijven voortwerken!
Ook inzake tehuizen voor bejaarden
staat men in Nederland en in de
Skandinaafse landen veel verder dan
bij ons, niettegenstaande vele lof
waardige initiatieven die vooral door
congregaties van kloosterzusters ge
nomen werden.
Er zijn eerst en vooral te weinig te
huizen voor bejaarden (de bestaande
zijn allemaal volzet en hebben lange
wachtlijsten), en er zijn er vooral te
weinig voor begoede en gefortuneer
de ouden van dagen, waar ook gehuw
de paren hun toevlucht zouden kun
nen nemen. Men kan niet verwach
ten, vragen of verlangen van ouderlin
gen uit de burgerij dat ze hun intrek
zouden gaan nemen in tehuizen waar
minder begoeden hun toevlucht von
den en waar ze zouden moeten samen
leven met mensen van een gans an
dere mentaliteit, die daarom niet
slechter, maar toch anders zijn. Het
samenleven zou er onmogelijk wor
den. Evenals het niet te aanvaarden
is, zoals dit in de meeste tehui
zen het geval is, dat gehuwde paren
zouden gescheiden worden de man
in de mannenafdeling, de vrouw in de
vrouwenafdeling.
Op dit gebied is bijvoorbeeld in
Zweden de toestand helemaal anders:
de tehuizen bestaan daar uit kamers
en appartementen, met restaurant en
recreatiezaal, met een ziekenverpleeg
ster aan het huis verbonden, en zo
meer.
In dergelijke tehuizen moet ook aan
de ontspanning en aan de bezigheid
der bejaarden gedacht worden, wan
neer ze er zelf niet een hebben of
zoeken. Hoe oud ook, het geluk van
deze mensen zal maar volkomen zijn,
indien ze nog iets te doen hebben, of
zich voor iets nuttigs weten.
Hier en daar werd er in ons land
reeds 'n poging gedaan om aldus de
bejaardenhulp te humaniseren. Zo
kunnen we, bijvoorbeeld, wijzen op
het zeer modern'e rustoord dat op aan
dringen van de bisschop van Brugge
gebouwd werd te Sint Andries, waar
begoede ouden van dagen, alleen
staand of gehuwd, kamers en apparte
menten aangeboden worden, voorzien
van alle modern komfort, en waar ge
dacht wordt aan de bezigheid en de
ontspanning van de inwonenden.
Dergelijke initiatieven zouden na
volging moeten vinden en steun ont
vangen van de overheden, want et
bestaat op dit gebied in ons land een
werkelijke behoefte.