Een belangrijke proefneming
LAND- EN TUINBOUW
Weekblad
Voor m door de? Landbouwers
Arbeid adelt
in de Franse landbouw.
Het inkomen uit
in België en Nederland.
AALST 23 JANUARI 1965
Verschijnt iedere zaterdag
44ste JAARGANG Nr 2163
E -heer Zeebergkaci 5. Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor d© Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwer»
Uitgegeven door de
Landbouwersvereniging
REDT 17 ZELVEN
Nr H.25.93
O. CAUDRON.
Het gebied van Revermont is gele
gen in het Ain-Departement, in de
zuidelijke uitlopers van het Jurage-
bergte, tussen de Rhöne en de Saö-
ne. Het was eenmaal een bloeiende
druivenstreek. Maar wegens de in
voer van goedkopere druiven uit het
Zuiden (vooral uit Algerië] ging deze
teelt helemaal ten onder. Men schat
dat er zowat 25.000 ha grond sedert
het begin van deze eeuw verlaten
werden. De boeren verlieten daarom
nog de streek niet, ze bleven voort
sukkelen en leefden meer dan een
generatie lang een armmoedig be
staan, uitsluitend van de opbrengst
van het melkvee dat zij in hun weiden
in de onmiddellijke buurt van de boer
derij lieten grazen.
Met een dergelijk armoedig be
staan nam echter de moderne boeren-
jeugd geen genoegen meer. Na de
oorlog werd er een poging gedaan om
door ruilverkaveling en het opnieuw
in gebruik nemen van verlaten gron
den menswaardige levensvoorwaar
den te scheppen. Maar de versnippe
ring van de bruikbare gronden was
zo hopeloos dat er ten slotte werd
van afgezien.
In 1959 meende een jonge boeren
zoon, met name Camus, een goedko
pe formule te hebben gevonden om
de landbouw in de streek te doen her
leven, namelijk met het inrichten van
gemeenschappelijke weiden. Elf ge
meentebesturen werden onmiddellijk
bereid gevonden het initiatief te steu
nen en brachten zelf ettelijke honder
den hectaren gemeentegronden aan.
In verschillende van deze gemeen
ten werden vennootschappen opge
richt waar ieder aandeelhouder kon
in worden. Een aantal woeste gronden
werd samengebundeld tot een gebied
van 80, 100 of meer ha, dat met prik
keldraad (7 tot 8 km) werd afgezet.
Het struikgewas en het onkruid werd
met bulldozers en scheikundige mid
delen vernietigd, er werd mest ge
strooid en gras gezaaid waar het
moest en na enkele maanden konden
de eerste dieren in de weiden worden
geplaatst.
De organisatie.
Dat een dergelijk systeem van ge
meenschappelijke beweiding aan een
aantal strenge regelen is onderwor
pen is vanzelfsprekend; enkele van de
voornaamste hiervan luiden
iedere grondeigenaar ontvangt
bij de aanvang een vergoeding voor
de aangebrachte grond, doch heeft
van dat ogenblik af alleen nog een
recht van voorrang op de aandeelhou
der niet-grondbezitter voor het plaat
sen van dieren in de weide. De voor
waarden zijn echter dezelfde
voor elk dier dat in de weide
wordt geplaatst moet door de veeuit
baters een kostgeld worden betaald
(50 tot 75 Fr naargelang het gewicht)
verhoogd met 5 Fr verzekeringskosten
(Franse Fr natuurlijk).
elke deelnemer is verplicht twee
dagen arbeid per geplaatst stuk rund
vee te presteren in het bedrijf; hij kan
zich aan deze verplichting enkel ont
trekken mits betaling van een vergoe
ding van 32 Fr voor niet geleverde ar
beid (2 Fr per uur)
Resultaat.
De uitslag van dit alles bleek zo
goed te zijn dat er op dit ogenblik
reeds acht dergelijke gemeenschap
pelijke weiden zijn aangelegd, waar
bij meer dan 800 ha woeste gronden
opnieuw in gebruik werden genomen.
Nu zal het waarschijnlijk reeds over
de 1000 ha zijn, want het gaat steeds
vooruit. Zelfs beboste berghellingen,
waar het gras nog welig groeit tus
sen het niet te dichte struikgewas
worden in de operatie betrokken. Op
plaatsen die minder geschikt zijn
voor rundvee worden gemeenschap
pelijke .weiden voor schapen aange
legd.
Het gevolg van dit alles is, dat zon
der noemenswaardige arbeidspresta
ties en zonder grote kosten (afgezien
van de aankoop van jong vee voor
sommigen) aan ettelijke boeren een
niet te versmaden neveninkomen
werd verzekerd. Behalve hun melkvee
rond de boerderij (10 a 15 stuks ge
middeld), hebben allen nu ook nog 'n
aantal stuks rundvee rondlopen in de
gemeenschappelijke weiden, waarvan
de opbrengst vlug is berekend wan
neer men weet dat na het eerste sei
zoen (nochtans de droge zomer van
1959) de gemiddelde vleesaanwinst
7 ie vervolg onderaan hierneven
Door het secretariaat-generaal van
Benelux Economische Unie wordt ge
regeld een statistisch kwartaalbe
richt uitgegeven dat af en toe in de
vorm van een overdruk in ruimere
kring wordt bekend gemaakt. Aldus
werd een studie gewijd aan het in
komen uit land- en tuinbouw in Bel
gië en Nederland, dit voor een tijd
perk gaande van 1948 tot 1963.
We vinden er een aantal gegevens
bijeengebracht over de voortbrengst,
het verbruik van bedrijfsbenodigdhe-
den en diensten en het agrarisch in
komen in België en Nederland.
Het doel van deze berekeningen is
een samenvattend statistisch over
zicht te geven van de betekenis van
de land- en tuinbouw in de volkshuis
houdingen van de twee landen. De
cijfers geven een beeld van de struc
tuur van de land- en tuinbouw, als
mede van de rechtstreekse bijdrage
van de land- en tuinbouw tot het na
tionale inkomen en de ontwikkeling
van het agrarisch inkomen in de be
schouwde periode.
Hierbij dient dan op de eerste
plaats gewezen te worden op de be
rekeningsmethode en dient men ge
beurlijk op de verschillen te wijzen
om werkelijk een en dezelfde maat-
stof te kunnen aanleggen.
De verschillende sectoren van het
landbouwbedrijf worden hierbij afzon
derlijk ontleed, namelijk akkerbouw,
tuinbouw en veehouderij.
per dier over de ganse weideperiode
van april tot oktober 600 gr per dag
bedroeg.
Gezien de grote mogelijkheden die
op gebied van rundvleesproduktie in
de Euromarkt nog bestaan, dient men
er zeker rekening mede te houden dat
dit systeem in de komende jaren ook
op andere plaatsen in Frankrijk toe
passing zal vinden.
Het systeem kan natuurlijk slechts
daar werken waar bruikbare gronden
ter beschikking liggen, zoals dit in
Frankrijk nog op vele plaatsen het
geval is.
Laat ons beginnen met de akker
bouw. Tot de akkerbouw is gerekend
de voortbrenging van granen en stro,
peulvruchten, oliehoudende zaden en
vezelgewassen, aardappelen, wortel
en voedergewassen, klaver en hooi,
tabak en hop, landbouwzaden.
In beide landen wordt de totale pro-
duktie in hoeveelheid geraamd door
vermenigvuldiging van de jaarlijks ge
telde beteelde oppervlakten met de
geschatte opbrengst per ha. In Neder
land verdeelt men deze cijfers naar
bestemmingscategorieën met behulp
van statistische gegevens van ver
schillende aard uitvoercijfers uit de
in-uit-en doorvoerstatistiek, gegevens
van het Hoofdproduktschap voor Ak-
kerbouwprodukten betreffende de
verwerking, inlichtingen omtrent de
verwerking in de nijverheid volgens
de jaarlijkse produktiestatistieken, ra
mingen betreffende de zaadbehoefte
en steekproefsgewijze verzamelde ge
gevens omtrent de voorraadwijzigin-
gen over de periode 1954-1956. Na
1957 publiceert het Produktschap
voor Granen, Zaden en Peulvruchten
maandgegevens over het eigen ver
bruik op de boerderij en afzet aan de
handel voor tarwe, rogge, haver en
gerst. Voor de voornaamste peul
vruchten en handelsgewassen wordt
de totale afzet per maand in een per
centage van de oogst gegeven. De
voorraadwijzigingen kunnen dus wor
den bepaald.
In België maakt men dergelijke tot
in bijzonderheden gaande berekenin
gen alleen voor tarwe, aardappelen
en suikerbieten. Wat de aardappelen
betreft wordt de belangrijkste com
ponent van de brutoproductie, met na
me het menselijk verbruik, geraamd
op grond van een geschat verbruik
per inwoner. Voor alle andere produk-
ten worden de interne leveringen en
de brutoproductie rechtstreeks ge
schat. In bepaalde gevallen, met na
me voor nijverheidsgewassen is de
brutoproduktie gelijk aan de totale
produktie.
De hoeveelheden worden vervol
gens omgerekend tot waardecijfers
(Zie vervolg 2e bla iz. Ie kolom)
De Koornbloem
Abonn mentsprijs 120 fr. 'a jaar»
Men san zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postckeckr. S. M. Rem U ?,ei-u*u
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De mede-verKers z,)n
verantwoordelijk voor bun oijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.