ijfshulp. Mag de Belgische kippenhouder vertrouwen hebben in de toekomst. onderlinge bedrijfshulp. Weekblad Over Rechtskundige Dienst Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt KANTOREN AALST 15 MEI 1965. Verschijnt iedere zaterdag Voor de Ontwikkeling en de landsverdediging van de Landbouwers Uitgegeven door de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. 1 Nr 14.25.V3. O. Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. (053) 242.67 Zie vervolg 2' bladzijde 2' kolom) Onze rechtskundige houdt zijn zitdag zondag 30 mei a. s tussen 9 en 11 u. Deze zitdag wordt gehouden in onze aan de Zeebergkaai 5, te AALST 481 264 190 29 514 3 9 362 78 345 178 44ste JAARGANG Nr 2179 (x 1000) 1961 1.550.000 7.750 8.750 1.400.000 1962 1.800.000 9.985 5.515 937.550 1963 1.913.675 9.335 5.165 878.050 14.500 2.580.400 De Koornbioem tl Zeiven Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zi)n verantwoordelijk voor bun omdragen Het overnemen van artikelen zondei aanduiding der bron is verboden inementsprijs 120 rr. 's jaars kan zich abonneren op de intoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S M. Redt U Znven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHT Abot Men Onze krant is ook niet meer van de jongsten in zijn onverpoosde strijd voor de verbetering op ieder terrein van het lot van de landbouwersstand. Toch zou zij niet graag het verwijt op zich laden niet open te staan voor nieuwe, frisse denkbeelden en opvat tingen, van het ogenblik af dat wij me nen dat er wel wat in steekt. Wars van verroeste en ingekanker de vooroordelen lenen wij graag ons oor aan wie ons iets mee te delen heeft, dat ons aanspreekt en dan soms wel ietwat verrassende voor stellen doet. Dit was het geval op dinsdag 4 mei, toen wij in de Standaard een arti kel lazen dat ais titel had Onder linge Bedrijfshulp. Moderne vorm van samenwerking Het opzet ervan was een thema aan te snijden dat zeker in onze tijd van gebrek aan arbeidskrachten en dure uurlonen wel aktueel is namelijk er voor te zorgen dat een landbouwbe drijf zonder onderbreking kan voortge zet worden en aldus te verhinderen dat in een bepaald seizoen van het jaar bijvoorbeeld veel schade zou ont staan. Schrijver begint met de vaststelling te doen dat meer dan 35 van de landbouwondernemingen éénmansza ken zijn, zodat bij om het even welke reden van afwezigheid van de be drijfsleider (denken we aan ziekte en dus arbeidsongeschiktheid, het oproe pen van een noodzakelijke hulp voor de militaire dienst enz.) ernstige ge volgen mogen gevreesd worden. Het is juist dat hij zich afvraagt of de buren altijd op het gepaste ogen blik zullen kunnen inspringen, maar toch zouden we graag zien dat hij zelfs bij het nieuwe stelsel dat hij voorstelt, burenhulp niet zou misprij zen. Jarenlang heeft burenhulp zeker goede diensten bewijzen, al zal dit in de toekomst misschien, met zijn stelsel minder het geval worden, maar we vragen ons af of we hier met een Schriftuurwoord niet zouden mogen zeggen dat we het oude niet in zijn geheel mogen verwerpen maar het goede ervan dienen te behouden dat dan als overgang voor het nieuwe kan dienen en er, als het ware de voort zetting in een nieuw gewaad van zijn kan. De onderlinge bedrijfshulp, zegt schrijver, is een georganiseerde vorm van solidariteit die tot doel heeft, door het ter beschikking stellen aan landbouwondernemingen van een of meerdere bedrijfshelpers, de onder neming op dreef te houden tijdens een periode van tijdelijke arbeidson geschiktheid of afwezigheid van de bedrijfsleider We zijn het met hem eens dat hier bij zich een organisatie opdringt om dat bedrijfshulp in los verband al te onzeker is en omdat men zekerheid zou kunnen hebben beroep op iemand te kunnen doen wanneer men in een geval van nood verkeert. Maar hier menen wij dan te kunnen aansluiten bij het oude en er naar te verwijzen dat om allerlei pract- ische redenen die bedrijfshulp zal die nen gezocht te worden in de buurt schap en op die manier bedoelen we dat het oude geleidelijk in een nieu we vorm kan overgaan. Hoe stelt schrijver zich nu in begin sel een dergelijke onderlinge bedrijfs hulp voor «De hulpkracht wordt door een aan tal landbouwers samen op de een of andere manier aangenomen en ver goed Nu weten we wel dat schrijver dit enkel in theorie bedoelt te zeggen en hij de moeilijkheden van de praktijk niet zal onderschatten. Graag zouden wij zien dat onze landbouwers genoeg solidariteit zouden opbrengen om der- Het valt niet te loochenen dat onze kippenhouderij een moeilijke tijd doorworstelt. Het uitblijven van een ernstige verbetering van de eier markt heeft bij vele kwekers aanvan kelijk ontgoocheling verwekt, die uit- Evolutie van het binnenlands verbruik Eigen produktie (1) 2.728.032 2.630 Uitvoer (1) 315.266 385 Invoer (2) 40.169 40 Totaal verbruik 2.452.934 2.285 Verbruik per inwoner/jaar 267 Wij menen dat niet zozeer de prijs, dan wel de eetgewoonten van de consument bepalend zijn voor het aantal eieren dat er verbruikt wordt. Dientengevolge mag normaal een po sitief resultaat verwacht worden van de reklamekampagne die door de N.D.A.L.T.P. (Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwproduk- ten) gevoerd werd om het verbruik van eieren te stimuleren. Let wel dat het verbruik in Bel gië per hoofd gunstig ligt ten opzichte van onze Euromarktpartners Italië I60 stuks, Frankrijk 195, Duitsland 234, Nederland 203. Indien het aan tal overal tot 250 kon worden opge trokken zou hierdoor een meerbe- b. Evolutie in de E.E.G. (in 1000 T) 1961 Prod. Uitv. Inv. eindelijk naar moedeloosheid is over geslagen zal het dan nooit meer goed worden voor ons? Is kippenhou- den een verloren zaak? Laten we samen even de toestand ontleden. 1.149 2.994.443 2.791.940 2.835.647 i-171 499.486 752.239 631.495 (.842 52.818 48.109 15.298 1.819 2.547.775 2.087.810 2.219.449 249 275 225 238 hoefte van ruim 20% ontstaan. Uitvoermogelijkheden a. De Belgische uitvoer steeg van 12 van de produktie in 1959 tot 22 in 1963. De prijsvorming op de binnenlandse markt is dan ook sterk gebonden aan de uitvoermogelijkhe den. In de eerste acht maanden van 1964 bedroeg de uitvoer bijna 397 mil joen stuks, tegen 439 miljoen in de zelfde periode van het vorige jaar of een vermindering van 10 Gezien de geringe elasticiteit van de binnenlandse vraag, heeft een ge ringe daling van de uitvoer steeds 'n sterke druk op de producentenprijzen tot gevolg. 1962 1963 Prod. Uitv. Inv. Prod. Uitv. Inv. 511 219 561 166 178 44 180 36 530 10 11 580 2 12 370 81 411 49 348 172 299 132 (Zie vervolg 2de bladzijde le kolom) 1960 1.302.000 6.510 7.990 1.278.400 Evolutie van de binnenlandse produktie (x 1000) 1959 Gespecial. bedrijven eiproductie 1.165.500 aantal hennen 6.300 Niet gespecial. bedrijven aantal hennen 10.200 eiproductie 1.530.000 Totaal aantal hennen 16.500 eiproductie 2.695.500 1. Er is een zeer duidelijke en snel le verschuiving vast te stellen van de productie van niet gespecialiseerde bedrijven naar gespecialiseerde. We mogen aannemen dat deze evolutie doorgaat en dat het percentage dat sedert 1959 respectievelijk 38%, 44%, 47%, 64% en 64% bedroeg, binnen 16.500 15.500 14.500 2.950.000 2.737.550 2.791.725 afzienbare tijd 70% en meer kan be dragen. 2. Door de verhoging van de leg- capaciteiten van de hennen werd de vermindering van de totale hennen- stapel opgevangen en wordt een na genoeg gelijkblijvende produktie ge noteerd. Duitsland B.L.E.U. Frankrijk Italië Nederland

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1965 | | pagina 1