DE BOEREN
PULLORUM
Weekblad
Arbeid adelt
Voor en door de Landbouwers
en de nieuwe regering.
Rechtskundige Dienst
KANTOREN
een ziekte uit de oude doos
AALST 12 JUNI 1965.
Verschijnt iedere zaterdag
44ste JAARGANG Nr 2183
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. (053) 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Stcndsverdediging van de Landbouwers
Uit
Lanc!
1
gegeven door de
lbouwersvereniginq
ÜEDT U ZELVEN
Nr 14.25.93
O. CAUDRON.
Onze rechtskundige houdt zijn
zitdag zondag 27 juni a. s
tussen 9 en 11 u. Deze zitdag
wordt gehouden in onze
aan de Zeebergkaai 5.
te AALST
Je Koornb oem
Abonnementsprijs 120 ft. 's jaar*
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postche
Handt
ckr. S. M. Redt U Zelvcn
■lsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden
De titel van dit artikel luidt vrij
voorbarig, want iedereen geeft er
zich wel rekenschap van dat die vor
ming van een nieuwe regering niet
van een leien dakje zal lopen en dat
er langs die weg wel eens diepe kar-
resporen zouden kunnen liggen, waar
in de wagen van Staat kan blijven
steken.
Immers de nieuwe samenstelling
van Kamer en Senaat is van dien aard
dat de grootste tegenstellingen op zo
wat elk gebied eerder toegespitst
zijn, zodat het vinden van een verge
lijk op haast onoverkomelijke moei
lijkheden stuit.
Nu, het kind moet er komen, al
moest het met de keizerssnede wor
den gehaald, want nieuwe verkiezin
gen, waarover bij de eerste indruk
ken wel gesproken werd zouden niet
veel oplossen maar de moeilijkheden
maar vergroten omdat bepaalde rich
tingen dan nog eens extra zouden be
klemtoond worden.
Maar hoe zit het nu met de boeren
en de nieuwe regering die er mor
dicus komen moet Wat zeggen
vooreerst de meeste landbouwbladen
hierover
Wel, we hebben kunnen vaststellen
dat velen er zich in verkneukeld heb
ben dat de oude, nu verdwenen rege
ring, een flinke afstraffing gekregen
heeft maar dat ze geen groot vertrou
wen stellen in de nieuwe ploeg die
uit de verkiezingen zou kunnen voort
komen, wanneer ze rekening houden
met een aantal mogelijkheden en
vooral met de nieuwe samenstelling
van Kamer en Senaat.
Wij menen dat bij deze omzwaai
de mistevredenheid van de landbou
wers wegens de door de vorige re
gering gevoerde landbouwpolitiek
sterk tot uiting is gekomen, nameiljk
in deze negatieve zin van opruiming
met het oude, al laten we in het mid
den of hun reactie wel altijd de goe
de kant is uitgegaan.
Wij weten, wanneer we dit schrij
ven, dat dit niet de mening is van het
orgaan van de Belgische Boerenbond,
dat zich, onzes inziens ten onrechte,
meent te kunnen verheugen over het
trouw blijven van zijn leden aan de
regeringspartij van het vroegere be
wind, dat door de B.B. met hand en
tand verdedigd is geworden. Maar
wat er in het kieshokje door die boe
ren gebeurd is zullen we maar God
en de maalder laten uitmaken.
Een ding weten wij alvast dat het
zaak is dat de boeren geen ogenblik
hun waakzaamheid mogen laten in
sluimeren en menen dat het nieuwe
gespan beter aan hun wagen zal trek
ken dan het vorige gedaan heeft, zon
der dat het nodig zal zijn er eens flink
de zweep te laten overstriemen of,
om het met een technische term uit
te drukken, zonder de tractor op volle
kracht te gebruiken.
Iets waarop vooral de aandacht
moet gevestigd worden is het sociaal
statuut van de zelfstandigen en in
de loop van de voorbije week, de
week waarin wij dit artikel neerpen
nen, werd dit van onverdachte zijde
nogmaals in het licht gesteld in De
Standaard
Daarin werd onderstreept dat het
sociaal statuut of de sociale zeker
heid van de zelfstandigen, dus ook
van de landbouwers drie luiken om
vat die een gezonde koördinatie hard
nodig hebben.
Deze drie luiken zijn dan de ziek
teverzekering, de pensioenwet en de
wet op de kinderbijslag.
Wij hebben in ons blad deze drie
wetten reeds duchtig aan de tand
gevoeld wat het verschil van toepas
sing en van voordelen betreft voor de
loontrekkenden en voor de zelfstan
digen en met cijfers aangetoond dat
daarin nog wraakroepende toestan
den bestaan die nodig moeten weg
gewerkt worden, zodat wij hierop niet
dienen terug te komen.
{Zie vervolg 2e bladzijde 2' kolom
Een reeds lang gekende bacterie
ziekte, pullorum, steekt de laatste
tijd weer de kop op, voornamelijk in
mestkuikenkoppels.
Dank zij systematisch doorgevoer
de sanitaire maatregelen was deze
ziekte, die zich kan ontpoppen tot een
echte gesel voor de pluimveehoude
rij, reeds jaren terug nagenoeg voor
100 uitgeroeid in ons land.
Op de grotere, goed geleide bedrij
ven, gespecialiseerd op gebied van
pluimveehouderij, waar deze tak de
voornaamste of zelfs de enige tak
van bedrijfsinkomsten uitmaakt,
kwam men deze ziekte niet meer te
gen.
De enkele, eerder sporadische ge
vallen welke nog voorkwamen, deden
zich om zo te zeggen alleen voor op
kleinere, minder goed geleide bedrijf
jes waar de hygiëne meestal fel te
wensen overliet.
Het belang van pullorum was in ons
land zeer miniem geworden.
De laatste maanden hoorden we
echter terug meer over deze ziekte
en zoals wij reeds hoger schreven bij
mestkuikenkoppels.
Bij dergelijke koppels wordt de
ziekte gekenmerkt door een verhoog
de uitval gaande tot 10 of meer,
uitzonderlijk 50 een zeer ongelijk
opgroeiende koppel, met veel achter
blijvers en dieren zonder slachtwaar-
de en veel dieren met verdikkingen
aan de gewrichten, voornamelijk de
hakken.
Waar ligt nu de oorzaak van het
opnieuw oplaaien van deze ziekte
Om hierop een antwoord te geven
is het nodig dat wij nog eerst een
woordje zeggen over de cyclus van
deze ziekte.
Pullorum is een besmettelijke ziek
te, welke niet alleen bij kuikens of
poeljen voorkomt, maar ook bij vol
wassen dieren, zij het bij deze laatste
onder de vorm van een chronische
of slepende aandoening met ontste
kingsletsels van de geslachtsorganen.
Het vrouwelijk dier speelt voor de in-
stanhouding van de ziekte de voor
naamste rol.
Dit komt omdat besmette hennen
lijden aan eierstokontsteking, de ei-
produktie gaat meestal toch door en
zo komt het, dat een zeker percenta
ge van de gelegde eieren met de mi
croben van deze ziekte besmet zijn.
Volgens bepaalde onderzoekers
schommelt het percentage besmette
eieren gelegd door een besmette kip
tussen 3 en 30
Deze grote variatie is het gevolg
van meerdere faktoren of omstandig
heden, zoals de graad van besmet
ting waaraan de kippen hebben bloot
gestaan, het feit of de dieren al of
niet met geneesmiddelen, antibiotica,
behandeld werden enz....
Hoe dan ook, besmette dieren leg
gen een zeker aantal besmette eieren
en wanneer zulke eieren worden ge
bruikt als broedeieren, dan geeft dit
als resultaat besmette kuikens.
Tevens gaan tijdens het bebroeden
van zulke eieren de kiemen erin aan
wezig zich zeer snel vermenigvuldi
gen, want de temperatuur van de
broedmachien is voor hen de optima
le temperatuur voor groei en daaren
boven vormt de dooier voor hen een
zeer goede voedingsbodem, zodat een
zeker percentage van dergelijke be
smette kuikens reeds afsterft in het
ei.
Een aantal van deze kuikens echter
ziet wel de kans om uit te sluipen en
onder deze kuikens treedt de ziekte
op tijdens de eerste dagen en gaat
dan meestal gepaard met een aan
zienlijke sterfte.
Tijdens hun ziekte scheiden deze
kuikens met de mest een enorm aan
tal bacteriën uit, waardoor andere ge
zonde kuikens nu ook op hun beurt
kunnen besmet worden.
Niet alle besmette kuikens sterven,
na verloop van enkele weken houdt
de sterfte praktisch op, doch niet de
besmetting zelf, i.a.w. deze dieren
blijven smetstofdrager.
Bij overlevende dieren of dieren op
latere leeftijd besmet, gaat de be
smetting zich dan lokaliseren in wel
bepaalde organen, onder andere de
geslachtsorganen, bij hanen de teel
ballen, bij hennen de eierstok.
Als dergelijke hennen op hun beurt
geslachtsrijp zijn geworden, gaan ook
zij een zeker aantal besmette eieren
voortbrengen en zo herhaalt de ge-
(Zie vervolg 2 bladzijde 1' kolom)