AARDAPPELEN- DE LANDBOUWPOLITIEK Nog belangstelling voor Rcchtskundige Dienst KANTOREN WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Het rooien van de aardappelen, zelfs van de half-vroege zoals Bintje, is in dit abnormaal jaar nog niet ten einde, of reeds wordt uw aandacht gevraagd voor de aflossing in 1966. Immers, ook volgend jaar zullen de meesten onder u opnieuw aardappelen zetten en in dit geval hebt u er alle belang bij nog vóór de winter het plantgoed van uw keuze te betrekken en het zelf te bewaren tot aan de planttijd. Meestal immers kunnen de plantaardappelen nergens beter overwinterd worden dan bij de goed oplettende boer zelf. grond nodig hebben voor het winnen van groenvoeder voor het melkvee, weinig of geen grond meer beschikbaar hebben voor aardappelteelt. Alles bijeen mogen wij veronderstellen dat nog een vrij groot aantal boeren een perceel zullen voorbehouden voor het win nen van vroege aardappelen, zoals Eer steling hierna kan immers ook nog een goede nateelt gewonnen worden. Vermits de zandleemgronden zich zeer goed lenen tot het rooien met de aard- appelopzakker en deze gronden tevens zeer goed geschikt zijn voor het leveren van prima konsumptieaardappelen, menen wij dat de teelt van goede konsumptie aardappelen, zoals Bintje, in de zandleem- streek op zijn huidig peil kan behouden blijven. Het spreekt van zelf dat, naast een gepaste bemesting, ook de regelma tige bespuitingen tegen de aardappel plaag en het tijdig doodspuiten (vóór de plaag in het loof zit) moeten toegepast worden. Alleen in deze omstandigheden en mits de prijzen behoorlijk zijn, kan de aard appelteelt als hoofdgewas nog enigszins interessant zijn. In de lichtere zandgronden moet men zich allicht beperken tot de teelt van vroe ge aardappelen, voor zover het vlug ver warmende gronden betreft, ofwel tot de teelt van veelopbrengende industrie- of ex portaardappelen, b.v. Rekord, Alpha, Vo- ran... Plantgoed van verscheidene goede en ge kende variëteiten kan straks bij Redt U Zeiven betrokken worden. De beschrijving van deze variëteiten volgens de Neder landse beschrijvende rassenlijst 1965 vindt Li elders in dit nummervoor zover deze eigenschappen U nog niet zouden bekend zijn. U hebt er alle belang bij uw plantgoed nog vóór de winter te betrekken en het zelf in de beste omstandigheden te over winteren. Daartoe maakt U best gebruik van kiem bakjes. Giet dus de plantaardap pelen onmiddellijk bij ontvangst in uw kiembakjes. Plaats de bakjes steeds in een koele, luchtige en goed verlichte plaats. Pet er evenwel bijzonder op dat ze steeds buiten vorst ge vaar staan. Op deze manier bekomt V tegen de planttijd mooie planten met sterke korte scheuten. Wij wensen U voor volgend jaar meer geluk met het weer en alle succes met uw nieuwe plantaardappelen. In praktisch alle landen van West-Euro pa wordt de laatste jaren een gevoelige achteruitgang van het aardappelareaal vastgesteld. In België b.v. is de oppervlak te sinds I960 geslonken van ongeveer 80.000 ha tot nauwelijks 60.000 hater wijl rond 1900 nog ongeveer 200.000 hu met aardappelen beplant werden. De voornaamste oorzaak van deze algemene achteruitgang is zeker het toenemend te kort aan arbeidskrachten. Daartegenover stelt zich de noodzaak om uiterst sterk te mechaniseren, wat alleen mogelijk is op de grote bedrijven of bij loononderne- mers. Dit brengt in elk geval mee dat de kostprijs van de aardappelen gevoelig ge stegen is. Of de prijzen de laatste jaren eveneens en evenredig gestegen zijn,... dat is een ander paar mouwen Enerzijds is naast de gedaalde produk- tie ook de vraag naar aardappelen ge daald immers er worden minder aard appelen in de veevoeding gebruikt en ook bij de West-Eurpese mens daalt het aard- appelverbruik. Het blijkt dat de Belgen rond 1900 ongeveer 200 kg aardappelen per kop en per jaar verbruikten op dit ogenblik schijnt het jaarlijks verbruik per inwoner tot ongeveer 120 kg geslonken te zijn. Wat er ook van zij, België moet in elk geval een gedeelte van zijn aardap- pelproduktie uitvoeren en dat is, helaas, een sterk wapen in de hand van onze op eenvolgende, hekrompen indexregerin gen De reeds herhaaldelijk toegepaste kunstgrepen van onze boerenminnende re geerders zijn er in België mede de oor zaak van dat de belangstelling voor de aardappelteelt met de jaren achteruitgaat. Wij hopen, samen met u, dat de aard appeloogst 1965, die in uiterst moeilijke en onaangename omstandigheden gebeur de, tenminste tegen behoorlijke prijzen van de hand zal geraken Wij vermeldden het reeds dut, ingevolge het steeds nijpender tekort aan arbeids krachten, een uiterste mechanisatie z.ich meer en meer opdringt. De kosten van vol-automatische aardappelrooiers kunnen echter alleen door grote bedrijven gedra gen worden. De kleinere bedrijven moe ten ofwel zich tevreden stellen met een geringere en goedkopere mechanisatie, gepaard met goedkopere arbeidskrachten (b.v. vakantiegangersofwel moeten zij beroep doen op loonwerk. Daarbij is het nog zo, dat kleine bedrijven, die al hun van de Europese Economische Gemeenschap. Onze rechtskundige houdt zijn zitdag zondag 31 okt. a. s. tussen 9 en 11 u. Deze zitdag wordt gehouden in onze aan de Zeebergkaai 5, te AALST. (Zie vervolg 2' bladzijde V kolom Aalst 16 oktober 19S5 44ste jaargang Nr 2200 Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O.CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 Het plantgoed goed overwinteren. Betekenis van de aardappelteelt Wie verbouwt nog aardappelen In de beide vorige nummers van on ze krant hebben we telkens een arti kel gewijd aan de vraagstukken van de Europese landbouw, zoals die be handeld werden door de heer Jacques van Lierde op de Landbouwdag van de Jaarbeurs der Vlaanderen te Gent. De ze zeer degelijke verhandeling beperk te zich tot een bespreking van de toe standen binnen het eigen staatsver band. De heer B. Heringa daarentegen had zijn studie uitgebreid tot de landbouw politiek zoals die diende gevoerd te worden in een ruimer verband, name lijk in dat van de EEG. Zeggen we al dadelijk dat ze werd voorgebracht in een kruimige en verzorgde taal, die we jammer genoeg hier nog niet ge wend zijn te horen. Wel was zijn verhandeling, in te genstelling met de vorige van de heer van Lierde, meer opgevat als een aan gename, gezellige keuvelarij waarin af en toe een kwinkslag niet ontbrak. Ze vond trouwens een gehoor dat hierdoor aangenaam verrast werd. Hij stelde vooreerst vast dat on danks het feit van de totstandkoming van de EEG met haar grotere verschei denheid van landbouwprodukten en een veel groter aantal van binnen landse verbruikers een landbouw beleid niet kon gemist worden. Daarbij diende het gemeenschap pelijk landbouwbeleid rekening te hou den met de structuur van de land- bouwproduktie in de gehele Gemeen schap. Deze omstandigheden brengen met zich dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid, in vergelijking met het landbouwbeleid zoals dit vóór de inwerkingtreding van de EEG in de verschillende landen werd gevoerd, betrekking heeft op een veel groter aantal produkten, terwijl het karak- ter en de intensiteit van dit beleid een aanpassing moet ondergaan. Ook het prijzenpeil waarop dit be leid moet worden gericht zal niet het zelfde zijn als voordien, met als ge volg een wijziging die van invloed is zowel op de produktie als op het ver bruik. Niet alleen zullen de regerin gen zich hieraan moeten aanpassen, tezamen met de landbouworganisa ties, maar ook noodzaakt zulks een aanpassing door de individuele land bouwer aan de nieuwe marktstruc tuur. Wanneer wij verder in ogenschouw nemen de modernisering en de me chanisering van de landbouw, dan is een versnelling van deze aanpassing door de boer zelf een dringende nood zaak. Teneinde de producenten in de gelegenheid te stellen zich aan deze gewijzigde toestand op versnelde wij ze aan te passen, zal een gezamenlij ke krachtinspanning uitgaande van de Gemeenschap in het kader van de structuurpolitiek, onvermijdelijk zijn. Deze aanpassingen beperken zich niet alleen tot de produktie zelf maar strekken zich uit tot de structuur van de markt. Ofschoon in de laatste decennia in zeer belangrijke mate wijzigingen in de marktstructuur hebben plaats ge vonden, vereist de situatie in de Ge meenschap, mede op grond van haar gewestelijke verschillen, ook op dit terrein de invoer van modernere ver delingsmethoden. Landbouw, handel en nijverheid zul len door gezamenlijke inspanning tot verbetering daarvan moeten komen. Het is met het oog hierop dat de Com missie van de Europese Economische Gemeenschap voorstellen heeft ge daan en nog verder aan het uitwerken is voor de totstandkoming van o. a. producentenorganisaties. De gezamenlijke verantwoordelijk heid die de regeringen dragen voor het landbouwbeleid in de Gemeen schap en het totaal ontbreken van maatregelen aan de landsgrenzen der deelnemende landen leidt tot het be sluit dat een gezamenlijke financiering van het landbouwbeleid een wezenlijk onderdeel vormt van de opbouw van de Gemeenschap.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1965 | | pagina 1