Europese Ekonomische Gemeenschap. Voeding van het melkvee. WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS 8 ARBEID ADELT Frankrijk en de Van weide naar staL Zie vervolg 2' bladzijde 3' kolom) Het weideseizoen kon dank zij het mooie najaarsweder nog vrij lang gerokken worden, maar loopt nu onvermijdelijk ten einde. De stilaan kaalgegraasde weiden kunnen voor de voeding van het hoogproduktief melkvee niet meer volstaan. Nu komen bietkoppen, pulp, benevens sommige granen, en gebeurlijk reeds één of an dere nateelt ter beschikking en weldra moet volledig op de wintervoeding overge schakeld worden. Dit is niet zo gemakkelijk; tenminste niet voor diegene die van zijn melkvee de beste resultaten wil bekomen. vanzelf voldaan, wanneer de koeien over wat hooi en stro kunnen beschikken. Het probleem van de mineralen en de vitami nen is al iets moeilijker; maar het komt meestal uutomatisch in orde, wanneer u ervoor zorgt dat de rantsoenen niet te eenzijdig zijn en een afwisseling bevatten van gezondevoeders, zoals silovoer, bieten, rapen, goed hooi, enz. Wie b.v. overwegend aardappelen zou voederen, zou op de duur zeker in mineralen en vi taminen te kort schieten. Likstenen kun nen aan een gebeurlijk tekort aan mine ralen verhelpen, maar vitaminen bevatten ze vanzelfsprekend niet. Het vet mag niet in grote hoeveelheid in het rantsoen aanwezig zijn een minimum is echter wel noodzakelijk. Indien u kwa liteit skrachtvoeder gebruikt, brengt ook deze kwestie geen bijzondere moeilijkhe den mee. Wanneer het krachtvoeder 3% vet bevat, wordt bij gebruik van goed ruwvoeder aan de vetbehoeften van het melkvee voldaan. Bestaat het ruwvoeder overwegend uit bieten en stro, dan is, zeker bij koeien die zeer vetrijke melk geven, een krachtvoeder met 4 of uitzonderlijk zelfs 5 verantwoord Uiteindelijk blijven nog de eiwitten en de koolhydraten over. De eiwitten bestaan uit talrijke verschil lende aminozuren die elkaar niet kunnen vervangen. Minstens een tiental van deze aminozuren zijn voor het rundvee vol strekt onmisbaar. Vermits de aminozuren niet in alle eiwitten in dezelfde verhoudin gen aanwezig zijn, is het van het grootste belang dat men hieraan bij de samenstel ling van het krachtvoeder alle aandacht besteedt. Dit is ook de reden waarom niet ieder mengvoeder zo maar een kwaliteits- krachtvoeder kan genoemd worden. Aan de koolhydraten afzonderlijk geven de voederspecialisten niet zoveel aandacht, maar wel aan het totaal vetvormend ver mogen van het voeder; hieraan gaf men de naam van zetmeelwaarde Het to taal vetvormend vermogen of de zetmeel waarde wordt weliswaar overwegend door de koolhydraten teweeggebracht, maar ook de eiwitten en de vetten spelen hier in een rol. Zie vervolg 2e b'adz. Ie kolom) Indien u uw melkvee behoorlijk wilt uitbaten, moet u niet alleen weten wat uw koeien nodig hebben, maar ook en voor al moet u de verschillende voeders van uw bedrijf, aangevuld met de passende krachtvoeders, zodanig gebruiken dut iedere koe inderdaad de vereiste voeden de bestanddelen ontvangt. Niet te veel, want dat is verkwisting; maar ook niet te weinig, want «de gierigheid bedriegt' de wijsheid Wij willen u helpen opdat u in de hui dige overgangsperiode van de weide naar de stal zo goed mogelijk uw plan zoudt kunnen trekken. WAT HEBBEN DE KOEIEN NODIG? Naast de hoofdvoedingsbestunddelen, namelijk EIWIT, KOOLHYDRATEN (suiker, zetmeelachtige stoffen en ruwe celslof) en VET, moeten in het volledig voedsel ook talrijke MINERALEN en VITAMINEN aanwezig zijn. Dit alles moet bevat zijn in een rantsoen dat te vens voldoende DROGE STOF bezorgt, zodat de dieren een gevoel van verzadi ging kunnen bekomen. Aan de behoefte aan droge stof wordt Donderdag 11 november Sint-Maartensjaarmarkt te AALST Vrijdag 12 november Jaarmarkt St. LIEVENS-HOUTEM U zijt allen hartelijk W E L K O AA op de stand van REDT U ZELVEN Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 Zoals onze lezers weten heeft Frankrijk zich in de schoot van de Europese Economische Gemeenschap, EEG, gekeerd tegen de voorstellen van de Commissie die er op gericht wa ren nog vóór het jaar 1970 over te gaan tot het in het leven roepen van eigen gemeenschapsmiddelen, die het zouden mogelijk maken dat de EEG als een volwaardig en onafhankelijk zelf standig organisme zou kunnen optre den. Dit was in tegenstelling met de vroegere Franse houding, die er naar streefde zo snel mogelijk voor ge meenschappelijke inkomsten te zor gen. Frankrijk stelde nu volgende eisen 1) De Raad van Ministers zou be slissingen moeten nemen over de fi nanciering betreffende het gemeen schappelijk landbouwbeleid en deze zouden zich moeten uitstrekken over de gehele overgangsperiode 2) de financiële gevolgen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zouden reeds vanaf 1 juli 1967 voor zoveel mogelijk produkten volledig door het landbouwfonds gedragen worden 3) de bijdrage van een bepaald land voor het landbouwfonds zou gro ter dienen te zijn naarmate het meer landbouwproducten uit derde landen zou invoeren. Frankrijk heeft grote stoffelijke be langen op het spel staan bij het tref fen van deze beslissingen. Flet land beschikt immers over bijna de helft van het landbouwareaal van de EEG en kan zijn landbouwproduktie nog aanzienlijk verhogen. In de landbouwkroniek van dit num mer zullen onze lezers daarover de mening kunnen vernemen van de heer Sauvy, die met gezag hierover spre ken kan. We verwijzen er dan ook uit drukkelijk naar. Reeds op dit ogenblik heeft Frank rijk voor sommige landbouwvoort- brengsels uitvoeroverschotten. Voor een verdere expansie zijn er echter ruimere afzetmogelijkheden nodig, die alleen kunnen gevonden worden in 'n vlugge totstandbrenging van de ge meenschappelijke landbouwmarkt. Wanneer Frankrijk dan op de we reldmarkt afzet zou moeten vinden te gen de daar geldende lage prijzen zou de gemeenschap de daarbij geleden verliezen moeten goedmaken. Frankrijk verlangt dus wel een vlug gere schepping van een gemeen schappelijk landbouwbeleid in de EEG met al de gevolgen er aan verbonden die voor Frankrijk uiterst voordelig zijn, maar het wil niet dat men daar aan andere beslissingen zou koppe len van politieke aard, die b.v. de macht van haar Parlement zouden be knotten. Om het duidelijker te zeggen Frankrijk wenst wel een economische vergemeenschappelijking, vooral dan in de landbouwsector, maar wil niet horen van een politieke, supranationa le Europese gemeenschap. Welke was nu tegenover het Franse standpunt dat van de andere lid-Sta- ten van de EEG Nederland staat op het vrij logische standpunt dat aan het Europese Parle ment grotere bevoegdheden dienen verleend te worden, wat dan vanzelf sprekend een zekere beknotting van de souvereniteit van de nationale parlementen zal meebrengen. Neemt men deze gevolgen niet aan dan komt er een zekere gespletenheid in de werkzaamheden .van de EEG, waarbij dan vaak een kink in de kabel kan ko men bij de uitvoering van bepaalde besluiten. Duitsland steunt het verlangen van Nederland en heeft daarbij nog ande re eisen geformuleerd, die niet van aard zijn Frankrijk te bevredigen, na melijk op het gebied van een gemeen schappelijke handelspolitiek en de Kennedy-ronde.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1965 | | pagina 1