De pachtwet op het getouw. Varkens Denemarken. in WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Nog een paar bemerkingen. Zaterdag 14 januari 1967 46ste jaargang Nr 2263 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN V stichter O.CAUDRON Wij nemen niets terug van wat we, bij wijze van inleiding, in ons vorig ar tikel over dit onderwerp hebben ge schreven, zodat dit eveneens voor de ze bijdrage blijft gelden. We bedoelen hiermee dat we niet voorbarig onze besluiten willen trekken, ook wanneer de nieuwe wetteksten nu besproken worden door de gemengde kommis sies van Kamer en Senaat zodat er wat meer vaart kan achter gezet wor den. Daarbij blijft te bezien of er ook werkelijke verbeteringen worden aan gebracht aan de bestaande pachtwet en of men niet achteruit wil boeren. Wij moeten daarom scherp een oog in het zeil houden opdat we er niet be kaaid zouden afkomen. Tot heden toe gold de wet van 26 juli 1962, waarbij de pachtprijs geblok keerd wordt op 2,5 maal de pacht prijs van 1939. Wij zijn de eersten om toe te geven dat dit coëfficiënt van 2,5 maal de pachtprijs van 1939, niet door de beu gel kan omdat daarf de rechtmatige belangen van dl.chter van het goed niet aan hun trekken komen. Dit coëfficiënt is werkelijk veel te laag, wanneer men rekening houdt met het prijsverschil dat sedertdien is in getreden. Iemand die te goeder trouw is zal dit dadelijk toegeven. Trouwens ik meen niet dat men in vele gevallen zich in feite aan deze berekening heeft gehouden, zodat de meeste pachters zonder tegen te spartelen wel een heel wat hogere pacht zullen betalen, wat dan ook maar billijk is. Het is immers voldoen de eens na te gaan op welke manier de in de wet voorziene geldboeten in zake overtredingen en misdrijven fbv. een minimum van 26 frank voor een wanbedrijf) werden verhoogd bij hun toepassing, ledereen die dergelijke straffen heeft opgelopen kan daarover ■meepraten. Niemand zal zich verzetten tegen het toepassen van een hoger coëffici ënt inzake pachtprijzen en iedereen is bereid daarover eens ernstig te pra ten, maar wat men thans aan het be kokstoven is aan hogerhand is heel wat anders. We menen reeds gezegd te hebben in ons vorig artikel dat de Senaat de tekst van de nieuwe pachtwet heeft goedgekeurd, zodat nog enkel de Ka mer er het hare zal moeten over zeg gen. Welnu de tekst die door de Senaat reeds werd goedgekeurd voorziet zon der meer de afschaffing van de wet van 26 juli 1962, waardoor de pacht prijs wordt geblokkeerd. Hiervoor komt niets in de plaats wat dan als gevolg zou hebben dat de pachtprijzen vrij zouden vastgesteld worden, zonder dat er een onmiddel lijke bescherming voor de pachter zou mogelijk zijn. Deze laatste zou enkel na een peri ode van drie jaar een herziening van de pachtprijs mogen aanvragen, wat ons vrij laattijdig toeschijnt, wanneer we rekening houden met de mogelijke noodlottige gevolgen. Met een volstrekte vrijheid van op leggen van de pachtprijs op een ogen blik dat er grote schaarste bestaat, die nog steeds aangroeit, in de keuze van pachtgronden, kunnen we het on mogelijk eens zijn. Zowel voor als na dient de pachter te worden beschermd tegen een wille keurig opgelegde pachtprijs al zijn we het er volledig mede eens dat die pachtprijs hoger moet liggen dan 2,5 maal de pachtprijs van 1939. Ons inziens zijn hier vele mogelijk heden open wat de vaststelling van de pachtpYijs betreft. Ofwel kan men gaan aanzitten aan de groene tafel en het eens worden over een algemene verhoging van het coëfficiënt ofwel zou, in ieder afzon derlijk geval die pachtprijs moeten vastgesteld worden door een nog in het leven te *oepen organisme, dat vooreerst over uitgebreide bevoegd heden zou beschikken en op de twee de plaats met veel meer kennis van zaken dan een gewone rechtbank over dergelijke aangelegenheden zou kun nen beslissen. En het totstandkomen van een der gelijk organisme is zeer goed moge lijk en naar onze mening dienen be twistingen over pachtkwesties, over (Vervolg 2' bladz. onderaan 3' kolom) - mm Een tweedaags blitzbezoek aan Denemarken iaat niet toe om over dat land een algemeen beeld te vormen zeker niet als reeds een volle dag besteed is aan weten schappelijke discussies over voedersamenstellingen en andere zoötechnische vraag stukken. Toch was er nog de tijd vrij gemaakt om een blik op de praktijk te werpen. Als men weet dat Denemarken circa 8.5 miljoen varkens telt, dat Denemarken ongeveer 12 a 13 miljoen varkens jaarlijks slacht en dat Denemarken meer baconvarkens op de Engelse markt werpt dan Engeland zelf produceert, dan is het wellicht ver klaarbaar dat in Denemarken vooral de varkenshouderij ons interesseerde. HET VARKEN Om te beginnen met het varken zelf dit is typisch Deens en dat wil zeggen zeer lang. Ter vergelijking.: de Belgische slachtzijden meten gemiddeld 80 cm leng te terwijl de Denen spreken van gemiddeld 95 cm. Maar de Denen hebben hun pro- duktie ook hoofdzakelijk afgestemd op de markt. Deze handelsrelatie is trouwens een van de redenen waarom de Denen zorg vuldig afwachten wat de Engelsen zullen doen inzake toenadering met de Euro- markt. De Deense slachtvarkens worden vol gens kwaliteit geklasseerd door gezworen staatsambtenaren en de varkenshouder producent krijgt zijn varkens uitbetaald volgens kwaliteit. Dit is een zeer belang rijke maatregel voor de Deense export, wil zij haar gevestigde faam op de buiten landse markt hoog houden. De fokzeugen zijn er lang, groot en eer der hoog op de poten. Zij vormen zowat het type van het vruchtbaar en langleef- baar moederdier. Droog en stevig been- werk, gezonde uiers, goed van de grond opgetrokken, met veel tepels, gladde en eerder lichte schouders, een fijne en lichte kop op een nogal lange halsdit zijn zoal enkele kenmerken die ons opvielen. Maar werkelijk gespierde ruggen of gevul de hammen, zoals wij dat als Belgen ver langen, konden we ginder niet vinden. Zelfs kregen we af en toe de indruk dat, voor ons Belgisch oog, het zicht van langs achter wat povertjes was en ook dat soms wat losse huidplooien onder kin en tussen achterpoten op neiging tot vetaanleg kon den wijzen. Maar de Denen weten dit goed te camoufleren enerzijds door hun gerant soeneerde voeding en anderzijds door hun laag slacht gewicht (90 kg levend gewicht). (Zie vervolg 2' bladzijde 1'kolom) Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/24 267 Melkrijke zeugen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1967 | | pagina 1