De verbouwing van graangewassen
in Engeland
De commercialisatie van varkensvlees
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
Een intensieve kuituur
(Vervolg 2' bladz. onderaan 1' kolom)
Hierna een samen- dting van de voordracht, gehouden op 13 januari 1967 door
de heer Ir. M. DERWA, Hoofdingenieur-Direkteur bij het Ministerie van Land
bouw, ter gelegenheid van een studievergadering, die werd georganiseerd door het
Interprofessioneel Komitee ter Verdediging van de Veehouderij (I.K.V.V.) v.z.w.,
Parochiaan straat, 27, Brussel en overgenomen uit de Maandelijkse Berichten, nr. 10,
van bovengenoemd Komitee.
Meer en meer wint de mening veld dat
de traditionele methoden van commercia
lisatie van het varkensvlees niet meer be
antwoorden aan de vereisten van de mo
derne tijd. Het verdwijnen van de econo
mische grenzen tussen de landen van de
E.E.G. en de nieuwe distributievormen
hebben een gewijzigde toestand in het le
ven geroepen.
De producent moet worden betaald in
verhouding tot de kwaliteit van zijn
produkten en hij moet zeker zijn een re
gelmatige afzet te vinden.
De vermindering van de kostprijs moet
niet éénzijdig doorgevoerd worden in het
productiestadium maar eveneens in alle
tussen stadia en namelijk door een ratio
nalisatie van de distributiekanalen van
vlees.
De vleeshandelaar wenst grote, homoge
ne loten te kopen en zulks op regelmatige
tijdstippen, in een minimum van tijd en
met de minste risico's. Een commerciali-
satiesysteem, dut aan deze vereisten zou
beantwoorden, zou onze positie gevoelig
versterken bij hezoeken naar afzetmark
ten in het buitenland en zou tegelijk een
uitbreiding van de produktie toelaten.
VOOR- EN NADELEN VAN BILATE
RALE KONTRAKTEN.
De eerste pogingen om een bilateraal
kontrakt te sluiten tussen gegroepeerde
producenten en één of meerdere groot
handelaars in vlees hebben slechts gedeel
telijk resultaten afgeworpen, omdat de wet
van vraag en aanbod niet volledig speelt.
Op dit ogenblik laat het vetmestings-
kontrakt de vleesgrossier in zekere mate
toe de moeilijkheden te overwinnen, wel
ke hij ondervindt wanneer hij zich be
voorraadt langs varkenshandelaars.
Er rijzen evenwel nieuwe moeilijkheden
wanneer de vleesgrossier beroep moet
doen op een derde om het kapitaalte
vinden, welke hij moet inzetten bij de pro
ducent, die zelf niet beschikt over de no
dige financiële middelen. In dit geval ziet
de producent zich bovendien verplicht een
gedeelte van zijn onafhankelijkheid prijs
te geven. Hij wordt in feite een loontrek
kende zonder hiervan de sociale voordelen
te genieten. Het systeem levert dus niet de
verhoopte resultaten op
DE VLEESVEILINGEN.
De eerste verkoop langs een vleesvei
ling werd gehouden op 27 juli 1965.
Daarna hebben de landbouworganisaties
hun belangstelling getoond voor deze nieu
we vorm en thans volgen de andere lan
den van de E.E.G. de evolutie van de
vleesveilingen van dichtbij.
KENMERKEN.
De vleesveilingen zijn coöperatieve ven
nootschappen voor de gezamenlijke ver
koop van geslachte varkens, waar kopers
en verkopers elkander ontmoeten.
De rechten en de plichten van de leden
zijn vastgelegd in de statuten van een sa
menwerkende vennootschap, die op alle
punten beantwoorden aan de vereisten van
de wet. De onkosten worden gedekt door
de afhouding van een bepaald bedrag op
de verkoopprijs per varken. In geval van
winst op het einde van het boekjaar wordt
deze tussen de leden verdeeld prorato van
de geleverde varkens.
WERKING VAN DE VEILINGEN.
Na het slachten worden de karkassen
geklasseerd in II kategorieën. Deze wor
den bepaald op grond en rzijds van de
conformatie (hesp en ribstuk) en ander
zijds volgens de dikte van het rugspek.
Na de klassering worden de karkassen
gegroepeerd in een aantal loten.
REAKTIES VAN DE VERSCHILLEN
DE SEKTOREN.
...Volgens de reakties kunnen de
varkensmesters worden ingedeeld in 3
categorieën
a) De mesters, die het belang hebben in
gezien van de koöperatieve vennootschap,
in de zin dat ze bevrijd zijn van iedere
zorg betreffende de afzet van hun produk
ten. wat hen toelaat de produktie op hun
bedrijf met kennis van zaken in de juiste
richting te oriënteren.
b) De mesters, die zich niet kunnen ont
doen van hun oude gewoonten en die hun
deelbewijs van 1.000 fr. als verloren be
schouwen, daar waar het in feite een goe
de belegging geldt.
c) De mesters, die slechts beroep doen op
de veiling, nadat ze eerst getracht heb
ben hun produktie langs de traditionele
weg te verkopen.
Naast deze kategorieën blijven dan nog
de eeuwig ontevredenen over.
DE VLEESGROSSIERS
Bij de oprichting van de veilingen heb
ben zij een afwachtende houding aange
nomen en waren eerder wantrouwig. Na-
di >ben ~ij Icngzarric:hand beslist zich
te bevoorraden langs de veilingen
a.BELANGRIJKE GROSSIERS,
GEEN EIGEN SLACHTHUIS
ZITTEN.
Deze bevoorraden zich slechts gedeelte
lijk, maar dan op regelmatige wijze, langs
de veilingen.
b. GROSSIERS, DIE EIGENAAR ZIJN
VAN EEN SLACHTHUIS.
Deze bevoorraden zich slechts spora
disch langs de veilingen, maar zijn ak
koord om het belang ervan te erkennen.
[Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom
DIE
BE-
aterdag 18 maart 1967
46ste Jaargang Nr. 2272
ffyweerfteu-*>•-
Jaarabonnement 120 F
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O. CAUDRON
Beheer
Zeebergkaai 5
Aalst
Tel. 053/24 267
Nu de intrede van Groot-Brittanje
in de EEG nog altijd druk besproken
wordt, ofschoon, zoals we vroeger
reeds geschreven hebben, de vooruit
zichten dat het tot een positief resul
taat zal komen, nu niet bepaald gun
stig zijn menen we toch andermaal
onze aandacht te mogen wijden aan
een uitzending van de BBC over de
verbouwing van graangewassen in dit
land.
Die spreker voor de Engelse Radio
begon met te zeggen dat het nog niet
zo lang geleden is dat men in Enge
land, om het eens gemeenzaam te zeg
gen, op zijn achterste poten ging
staan, wanneer er sprake was van het
verbouwen van graangewassen jaar
na jaar op één en hetzelfde perceel.
Men was er toen van overtuigd dat
men voor graangewassen zich streng
moest houden aan wisselbouw om ge
regeld een hoog rendement te kunnen
hebben. Thans weet men dat dit niet
juist is.
Dank zij de bewerkte vooruitga/ng
in de techniek is het mogelijk onaf1
gebroken graangewassen te verbou
wen op eenzelfde perceel. Men be
schikt thans inderdaad over soorten
met een stijvere stengel, die meer
weerstand bieden en dus een hoger
gewicht aan graankorrels kunnen dra
gen.
Het is dan ook mogelijk het ge
bruik van meststoffen op te drijven.
Dank zij de vorderingen in de teelt
methodes, de produktie van meststof
fen en de hoedanigheid van de graan-
gewassen wordt de intensieve pro
duktie niet enkel interessant maar
zelfs wenselijk.
De intensieve teelt heeft het voor
deel dat de benodigde mankracht be
trekkelijk gering mag worden ge-
j noemd en men per hectare een hoog
I rendement verkrijgt. Om die redenen
gaat men in Engeland meer en meer
aan de intensieve kuituur van graan
gewassen, namelijk gerst, doen.
De intensieve verbouwing van
graangewassen, of het nu over tarwe,
r°gge, gerst of haver gaat, vergt be
paalde onmisbare voorwaarden. Het
is vooreerst noodzakelijk dat de bo
dem zelf een intensieve kuituur ver
oorlooft. Bepaalde zware en slecht ge
draineerde gronden zijn ongeschikt
voor dergelijke kuituur, ofschoon er
proeven op gedaan werden. Doorgaans
zijn het de kalkgronden die de beste
mogelijkheden voor een intensieve
en ononderbroken verbouwing bieden.
In Engeland, ten minste, heeft de er
varing bewezen dat men het rende
ment in de loop der jaren kan behou
den, ondanks de theorie die wou dat
dat het rendement na twee of drie
jaar moest dalen.
De intensieve productie brengt per
hectare heel veel op, op voorwaarde
dat het onkruid op een laag peil wordt
gehouden en dat men daarbij de ge
bruikte meststoffen zorgvuldig zou be
rekenen wat de hoeveelheid betreft.
Het onkruid, vooral de wilde haver,
wedijvert met de graangewassen en
ontneemt ze een deel van het licht,
van het water en van de beschikbare
meststoffen.
Tussen de twee kuituren moet de
bodem dan ook zo goed mogelijk van
onkruid gezuiverd worden. In Engeland
verkrijgt men aldus rendementen die
tot 5 ton kunnen opklimmen, per hec
tare, terwijl men bij de niet-intensie-
ve methode normaal tot 3,5 ton komt.
Men heeft trouwens berekend (en
we moeten erop wijzen dat deze cij
fers enkel voor Engeland gelden) dat
de intensieve teelt van graangewas
sen enkel rendabel is, wanneer het
rendement hoger ligt dan 3,5 ton tot
4 ton. Wil men dit rendement behou
den ook na enkele jaren, dan dient
men stikstof toe te dienen in een hoe
veelheid van meer dan 200 eenheden
per hectare.
Bij een intensieve teelt is het niet
mogelijk altijd te vermijden, dat het
rendement na enkele jaren gaat dalen.
In een dergelijk geval is het wellicht
nuttig de teelt eens een jaar te onder
breken, door andere planten bv. paar-
denbonen, te verbouwen.