De schijnwerper op de Nederlandse landbouw Wanneer krijgen wij een nieuwe pachtwet WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Zie vervolg onderaan hierneven (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom Zaterdag 1 april 1967 46ste Jaargang nr. 2274 Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Beheer Zeebergkaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 DE LANDVLUCHT. Steeds meer landarbeiders keren de groene sector van Nederland de rug toe. De Algemene Nederlandse Agrarische Bedrijfsbond heeft uitge rekend dat deze terugloop in de land bouw gedurende een groot aantal ja ren 3.500 tot 4.000 man per jaar be draagt. Deze vlucht uit de landbouw is een gevolg van steeds verder toenemende rationalisatie en mechanisering, die zich vlak voor de oorlog hebben inge zet en die naar verwachting van di- rekteur-generaal voor de landbouw, ir. J.W.Wellen in de toekomst nog revolutionaire veranderingen te zien zullen geven. Ir Wellen voorspel de dat het aantal landbouwbedrijven in Nederland, thans ongeveer 200.000 in 1980 zal zijn teruggelopen tot on geveer 80.000. Vlak na de oorlog werkten nog 180 duizend Nederlanders als werknemer in de landbouw; nu wordt hun getal op 65.000 geschat. Dit is een ontwik keling die over het algemeen als lo gisch en noodzakelijk wordt aanzien, maar toch de vraag opwerpt gelet op het betrekkelijk kleine aantal over blijvende arbeiders met een boven dien ongunstige leeftijd of dit in de toekomst niet tot een gevaarlijke toestand leiden zal. ■Zowel in land- als in tuinbouw zal men het steeds meer gaan zoeken in een voortgezette mechanisering, in sa mentrekking en coöperatie van bedrij ven, in éénmansbedrijven en minder personeel. De bedrijfsvergroting blijft echter door zware kapitaalslasten een kostbare aangelegenheid. Een merkwaardig verschijnsel in de Nederlandse landbouw (ofschoon niet op grote schaal) is de uitwijking van Nederlandse boeren naar Duitsland. In vier jaar tijds hebben zich ongeveer 200 boerenfamilies, met een aan hang van meer dan duizend koppen, in Noord-Duitsland gevestigd. Zij wer den uit Nederland verdreven door urbanisatie of industrialisering. Nog onlangs gaf bv. burgemeester Cramer van Naarden de boeren in het Gooi de raad te vertrekken voordat het nieuwe urbanisatieplan hen zou dwin gen. Deze gesaneerde agrariërs kun nen voor het merendeel in nieuwe landbouwgebieden (zoals de IJssel- meerpolders) een bestaan vinden. Sommigen echter verkiezen de hoge pachtprijzen in Duitsland boven de nog hogere prijzen in eigen land. Zij brengen daarbij de EEG-gedachte in praktijk en zorgen voor een ketting reactie door met hun betere metho den van grondbewerking in de Duitse landbouwgebieden een voorbeeld te stellen. DE MELKVOORTBRENGST. Men kan ver teruggaan in de ge schiedenis van Nederland en steeds vaststellen dat het fokken van melk koeien, het voortbrengen van boter en kaas, steeds van zeer groot belang ge weest zijn in de economie van 't land. Steeds werd in de eerste plaats ge fokt met het oog op de melkop- brengst. Na de tweede wereldoorlog vooral werd daar extra aandacht aan besteed, met als gevolg dat op dit ogenblik Nederland aan de kop staat met een gemiddelde melkproductie per koe van 4.200 kg (1965). Een fan tastisch résultaat dat enkel kon be reikt worden door een zeer strenge teeltkeus. Ongeveer 65 van de Ne derlandse rundveestapel bestaat uit door teeltkeus veredelde dieren. leder jaar wordt in Nederland onge veer 7 miljard kilo melk voortgebracht waarvan minder dan een tiende bij de voortbrengers blijft en de rest naar de melkerijen gaat voor verbruiksmelk en melkprodukten. Een derde voor het verbruik en twee derde voor het ma ken van boter, kaas, melkpoeder, ge condenseerde melk, enz. Een derde van deze produkten gaat naar inlands verbruik, de twee derde naar de uit voer. Het aantal ondernemingen dat zich met de verwerking van de aangevoer de melk bezig houdt, daalde van 540 in 1955 tot 420 in 1965; hiervan wer ken er 320 op coöperatieve basis en de rest op gewone industriële basis. Dit is een gevolg van de vooruitgang Door de ervaring weten wij dat het op onze dagen vooral pachtproblemen zijn, die onze boeren bezighouden en bekommeren en dit hoeft ons ook niet te verwonderen, vermits de pacht- kwestie en de gebrekkige wet geving de voornaamste oorzaken zijn die hun bedrijfszekerheid in het ge drang brengen. Sinds ons Burgerlijk Wetboek tot stand kwam in 1804, dus ten tijde van Napoleon heeft het ge duurd tot 1929 vooraleer wijzigingen inzake pachtrecht werden aangebracht en dan liep het nogmaals aan tot 1951 om de pachtwet nog maar eens op te kalefateren. Nadien heeft men in versneld tem po moeten vaststellen dat de pacht wet, zelfs in haar jongste vorm, geen voldoende beveiliging schonk aan on ze boeren en werd nogmaals een nieu we wet op het getouw gezet, bekend onder de benaming van de wet Van Hemelrijck. Deze wet werd reeds een paar jaar geleden goedgekeurd in de Senaat, maar het is nog altijd wachten op de beslissing van de Kamer van Volks vertegenwoordigers vooraleer het ont werp van de wet zal tot stand komen. Wij hebben inmiddels vernomen dat door de kommissies van de Kamer van de techniek en het steeds oplo pen van de lonen. Naargelang de Ge meenschappelijke Markt werkelijkheid wordt ziet men een verdere ontwikke ling in die zin, een verdere concentra tie van de bedrijven. Wat verwerkte melkprodukten be treft kan aangestipt worden dat Ne derland meer gecondenseerde melk uitvoert dan alle andere landen teza men genomen. Het land neemt ook 'n vooraanstaande plaats in wat de we reldhandel in kaas betreft. Gouda- en Edammerkaas zijn bekend tot in de uit hoeken van de wereld. Men vreest er nochtans voor dat, wat de uitvoer betreft, Nederland een topsituatie bereikt heeft, die zich heel waarschijnlijk niet verder zal ontwik kelen, gezien de melkopbrengst in vele andere landen eveneens in stij gende lijn gaat. van Volksvertegenwoordigers nieuwe amendementen (gunstiger voor de pachters) werden aangebracht, zodat, normaal gesproken, wanneer deze zouden goedgekeurd worden het ont werp terug de weg naar de Senaat zou moeten nemen. Ons werd weliswaar de verzekering gegeven dat men aan deze vertraging een mouw zou willen passen, door 'n abnormale procedure (bv. het onder zoek door de gezamenlijke kommis sies van Kamer en Senaat of iets der gelijks) om het ontwerp dan toch wat eerder tot wet te kunnen verheffen. Ten vroegste echter zouden we dan een nieuwe pachtwet kunnen krijgen bij het begin van volgend jaar, tenzij er, op regeringsvlak wellicht, andere moeilijkheden zouden oprijzen die de behandeling ervan maar weer eens tot een latere datum zou verschui ven. De boeren zijn nooit verwend ge worden en hebben zich eerder ge voeld als de kop van jut op de ker missen, die men naar hartelust met alle kracht mag bekloppen, maar hier denken we aan een gezegde dat men vaak hoort bij onze Noorderburen, wanneer ze hun twijfel uitdrukken of iets wel ooit tot stand zal komen, namelijk wp mogen het verwachten tegen st.-juttemis als de kalveren op het ijs dansen, in andere woorden komt er nog wat van Inmiddels kunnen we dan toch al zeggen dat, wanneer de wetgever in gebreke blijft, soms de rechtspraak van de rechtbanken en rechtshoven iets doet in het voordeel van de pach ter. Het angstbeeld van de pachter is een opzegging van drie maanden om dat het goed dienstig zou zijn voor het bouwen van huizen of als nijverheids terrein zou kunnen beschouwd wor den. Dit angstbeeld wordt bizonder groot wanneer, dank zij verkavelingen en het aanleggen van een verhard wegen- dek, de eigenaars maar al te grif gaan beweren dat het land nu zonder enige twijfel als bouwgrond kan worden be schouwd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1967 | | pagina 1