fssrs ONS BODEMBELEID De Hallen van de Voortbrengers WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS ARBEID ADELT Enkele cijfers Zaterdag 8 april 1967 46ste Jaargang nr. 2275 Uitgegeven door de Landbouwers vereniging REDT U ZELVEN stichter O. CAUDRON Wie zich met statistieken bezig houdt, weet meteen dat het niet ge makkelijk is ook werkelijk bij te blij ven met de toestand van het ogenblik, waarop hij zijn artikel schrijft, omdat de cijfers die hij naar voren brengt reeds dateren van enkele jaren terug en het opstellen van statistieken vrij traag verloopt. Met dit voorbehoud voor ogen wen sen we hier enkele getallen aan te ge ven in verband met de evolutie van de landbouw op het.gebied van bodembe leid en bodemgebruik. Enkele jaren geleden kon men zeg gen dat er jaarlijks ongeveer 6000 ha voor de landbouw aan niet-agrarische doeleinden verloren gingen, maar op dit ogenblik ligt dit cijfer veel hoger, meer dan het dubbele en sommige ja ren komt men wel tot omstreeks 14.000 ha. Wat het aantal bedrijven en de be- drijfsgrootte betreft, waren er in 1950 nog 251.945 bedrijven, terwijl dit aan tal in 1958 nog maar 220.511 bedrij ven bedroeg of een steeds stijgende vermindering met circa 4000 per jaar. Sinds 1953 bedroeg deze verminde ring zelfs 7500 ha en op dit ogenblik moet ze heel wat hoger liggen, zoals we hiervoren reeds zegden. De grootte van een gemiddeld be drijf bedroeg in 1950 slechts 6,83 ha, later 9,26 ha en ligt nu wellicht nog hoger. We hopen over korte tijd nauw keuriger cijfers in handen te zullen hebben, maar voor het ogenblik is het er ons vooral om te doen een schets te geven van de tendens in de land bouw. Enkele woorden ook over de tewerk, stelling in de landbouw en het inko men van de boeren. In 1930 was het aantal personen werkzaam in de land bouw nog 17 van de gezamenlijke bevolking. In 1947 was dit aantal ge daald tot 12 in 1954 tot 10 %.in 1959 tot 8,5 of 331.295 eenheden, terwijl wij denken dat dit aantal op dit ogenblik schommelt tussen 7 en 8 In 1950 bedroeg het aandeel van de landbouw in het nationaal bruto-pro- dukt nog 7 later 5,3 op dit ogen blik misschien nog 4 onder alle voorbehoud dan. Uit de hiervoren aangehaalde cijfers blijkt duidelijk welke richting het land bouwbedrijf in ons land uitgaat. Het is meer dan tijd de alarmklok te lui den indien we niet wensen dat ons boerenbedrijf volledig teloor zou gaan. Onlangs hoorden we een politicus die zich nochtans in landbouwvraag stukken heeft gespecialiseerd zeggen dat de regering, wanneer ze maatre gelen ten gunste van de boeren nam ook rekening diende te houden met de wettige belangen van de andere stan den. In theorie zijn we het hiermee eens maar we wensen er op te wijzen dat er op het ogenblik in ons land geen stand is die zoveel de belangstelling van de regering verdient als juist de landbouwersstand, omdat, als de hui dige strekking blijft aanhouden, men zal mogen spreken over het to be or not to be (zijn of niet zijn) van onze landbouwersstand. Voor ons lijdt het geen twijfel dat de landbouw in ons land met alle mo gelijke middelen moet behouden wor den en dat de hoogste instanties aan dit behoud al hun aandacht dienen te wijden. We stellen immers vast, wanneer we gaan vergelijken, dat ook in landen die sterk geïndustrialiseerd zijn, er nog altijd een landbouw bestaat. Ook dergelijke staten kunnen niet buiten hun nationale landbouw. In Amerika bestaan wel vele massa- bedrijven maar in Europa zal het ge zinsbedrijf stellig als gangbaar stelsel behouden blijven. Dit is wenselijk om dat het de gezondste oplossing blijft. Een bloeiende en welvarende land bouw blijft nog altijd ekonomisch, so ciaal en demografisch noodzakelijk, ook, en we zouden zeggen, vooral in nijverheidslanden. Wanneer we de zaken dan nog op internationaal plan gaan bekijken, dan is de landbouw er nog lang nodig om de voedselbehoeften te dekken. Be denken we maar dat meer dan een miljard mensen honger en gebrek lij den, dat de wereldbevolking in snel tempo blijft aangroeien, dat de moge- (Zie vervolg 2e b'adz. Ie kolom Een toonbeeld van samenwerking te Brussel Het was op 15 juli 1900 dat enkele vooruitstrevende kwekers, vooral drui- venkwekers van Brussel en omgeving een samenwerkende vennootschap stichtten, met de naam Hallen van fie Voortbrengers met het doel hun voortbrengselen, groenten, fruiten en bloemen te verkopen in groepsver band. De maatschappij begon in de Vis- verkopersstraat en na een lastig begin vlotte de zakengang en werd reeds in 1926 een groot gebouw opgetrokken aan de Dixmude en Yperlaan te Brus sel, een gebouw met vijf verdiepingen waar behalve de zalen voor de ver koop ook nog 76 appartementen, cafés enz. werden voorzien. In deze nieuwe lokalen steeg het zakencijfer zo geweldig dat een paar jaar geleden ook deze ruime lokalen te klein bleken. Het zakencijfer, dat wil zeggen de omzet van de verkoop, dat in 1901 800.000 fr. beliep, en in 1926 tot 29 miljoen was gestegen, klom in 1946 tot 36 milj. in 1950 tot 147 milj. en in 1966 tot 292 milj. Het bleek dus noodzakelijk naar groter lokalen uit te zien. In maart 1966 werd begonnen aan de bouw van een reuzencomplex op een grond van 6 ha aangekocht bij de stad Brussel en gelegen achter het koninklijk domein langs de zijde van Vilvoorde, aan de Oorlogskruisenlaan en de Generaal Biebuyckstraat, dicht bij de Van Praetbrug. De hoofdgebou wen beslaan meer dan 15.000 m2 en mèt de nevengebouwen ongeveer 2 ha. De verkoopzaal is een der grootste van Europa, waar 720 zitplaatsen be stemd zijn vobr de kopers van de da gelijkse veilingen. Hoe dat alles kon verwezenlijkt wor den is een raadsel en wij vernamen hierover het volgende het ledental schommelt rond de 5000 en ieder lid is aandeelhouder voor een bedrag dat begon bij de stichting met 100 fr. en dat stilaan verhoogde en heden ge bracht is op 1000 fr. Zodat in feite het maatschappelijk kapitaal circa 5 milj. bedraagt. Hoe met een kapitaal van 5 miljoen een reuzencomplex werd opgetrokken dat met de gronden circa 120 milj. zal koste'n, moet aldus worden uitgelegd bij de voor rekening van de leden verkochte aangevoerde producten wordt in het voordeel van de vennoot schap 6 procent afgehouden. Zo be komt hij die levert en voor 100 fr. ver koopt 94 fr. en komt 6 fr. aan de maat schappij tegoed. Van dit bedrag be taalt de vennootschap de onkosten van personeel en meer en de rest is winst. Het is deze winst welke in de loop der 66 jaar zo is opgelopen en met de inkomsten van de verhuringen en verder met allerlei intresten en op brengsten is dat alles gegroeid tot dit groot bedrag. 't Staat buiten kijf dat de zaak goed werd beheerd en hiervoor willen wij de beheerders en leiders van de maatschappij gelukwensen. De waardevermeerdering van de ei gendom aan de Diksmuide en leper- laan welke thans aan een goede prijs werd tegelde gemaakt speelt hier ook een voorname rol. BEDRIJVIGHEID VAN DE VEILING. De struktuur van de veiling omvat twee hoofdtakken. 1. De eetbare produkten. Omvatten al het fruit, de groenten, de primeurs, wild en gevogelte, alsook paddestoelen. Stippen we aan dat on ze veiling de enige specialist is wat druiven en serreprodukten betreft, en dat sinds het afschaffen van de vrije markt te Overijse, zeer veel serre groenten aangevoerd worden. Onze veiling houdt het monopolie van de verkoop van geforceerde asperges en anderen beschikt over een der best gevolgde markten vae geforceerde en andera aardbeien. De groenten, nu er over genoeg ruirrtfe kan beschikt worden, zullen speciaal bewerkt worden en heel wat kwekers wachten op de dag dat hun de kans geboden wordt om hun pro dukten in de nieuwe veiling te laten verkopen. Witloof zal hier speciaal worden bijgewerkt, zowel bij kweker als bij klant. Wat het boomgaardfruit betreft, zal alle ernst aan de aktuele problemen worden besteed. ■Me" rA'. '.V -■■■ '.'iArr.:. Jaarabonnement 120 F Postrekening nr 1425 93 van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst Handelsregister Aalst nr 145 Het overnemen van artikelen is toegelaten mits vermelding van de bron Beheer Zeeberg kaai 5 Aalst Tel. 053/ 24 267 (Zie vervolg 2de bladzijde 2e kolom)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1967 | | pagina 1