aS
I
ndex - gejammer
Het vetgehalte van de melk Weer eens de aardappelen f j
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
Voor een betrouwbare vaststelling
Zie vervolg 2 bladzijde 3e kolom)
U hebt het allen reeds gelezen of gehoord de kleinhandelsindex voor april is bij
na een punt gestegen vergeleken met deze van maarten de aardappelen zijn weer
eens de grote zondebok
Eigenaardig verschijnsel De aardappelprijzen gaan op en af volgens de omstandig
heden van vraag en aanbod en gemiddeld ontvangt de boer er nu niet meer voor
dan 15 jaren geleden. Maar die duivelse index kent maar één beweging steeds
hogerop Gaan de patatten nog geen frank, dan zijn er toevallig wel enkele andere
produkten of diensten gevoelig in prijs gestegen om de standing van onze nationale
index hoog te houden het lijkt wel een afgesproken spel Maar komen de aardap
pelprijzen tijdelijk weer eens op een fatsoenlijk peil, dan wordt er moord en brand
geschreeuwd alsof de aardappelen de zoveelste nationale ramp zullen veroorzaken.
Zelfs de gewone man vindt heel die in
dex-komedie gewoonweg bespottelijk. Hij
weet immers ook goed genoeg dat hij nu
gemiddeld voor zijn aardappelen niet meer
moet betalen dan 15 jaren geleden maar
anderzijds ondervindt hij des te beter dat
b.v. de huishuur of de kosten van een
te bouwen huis op hun minst verdubbeld
zijn of de garagekosten en talrijke andere
diensten, de prijs van de benzine en noem
maar op
Het leven wordt inderdaad van langsom
duurder, maar de patatten, dat weet
ook de simpelste straatkeerder,die zit
ten er voor niets tussen. Denk b.v. ook
maar even aan de kostprijs van de diens
ten van Vadertje Staat, die betaald wor
den met de belastingen (waarom staan
die niet in de index op enkele jaren
tijd is de belastingsdruk gestegen van 100
miljard tot meer dan 200 miljard en dan
komt men nog niet toe
KNOEIWERK.
Dat geheel de kleinhandelsindex in feite
dus niets anders is dan een bedrieglijk
knoeiwerk, is voor iedereen duidelijk.
Om te beginnen zijn er veel te weinig
produkten en diensten (slechts 65 en wel
ke dan nog in voorzien en hierin nemen
de eetbare produkten meer dan de helft
in en de diensten nog geen 10 dus he
ientaai buiten de werkelijkheid van de hui
dige verhoudingen in de uitgaven van een
doorsnee gezin. De voedingsmiddelen blij
ken op dit ogenblik immers minder dan
een derde van de doorsnee-gezinsuitgaven
uit te maken in de plaats van meer dan 50
zoals de kleinhandelsindex het ons nog
wil doen geloven.
Het gevolg van dit verouderd knoei
werk is dat een prijsstijging van een land-
bouwprodukt een invloed op de indeks
heeft die ongeveer de helft te groot is.
Moesten nu daarenboven in plaats van één
landbouwprodukt, namelijk de aardappe
len. vijf of zelfs tien landbouw- en tuin
bouw produkt en ingeschakeld zijn dan is
het best mogelijk en zelfs zeer waarschijn
lijk dat de toevallige prijsstijging van het
ene produkt verzacht wordt door een da
ling bij één of meerdere andere (b.v. de
bloemkolen.).
WAT IS WENSELIJK
Het is niet onze rol het inkomen van de
loontrekkende te verdedigen. Wij vragen
dus ook niet dat de indeks aan de werke
lijke levenduurte zou aangepast worden,
want dan moeten de lonen niet 2-3
gaan stijgen, maar misschien wel 10 of
nog meerEn dan wordt het eerst echt
een nationale ramp
De zelfstandige echter zou er weinig of
geen rechtstreeks belang bij hebben im
mers zijn bruto-inkomen zou er niet mee
stijgen, maar zijn netto-inkomen zou da
len, vermits alle grondstoffen en diensten
weeral een stuk duurder zouden worden.
Hoogstens zou de aanpassing van zijn kin
dergeld op pensioen er iets op verbeteren,
maar een aanpassing van zelfs 10 op 'n
sociale vergoeding die zo nog de helft te
klein is vergeleken met die van de loon-
trekkenden brengt geen aarde aan de dijk.
Hier moet een andere strijd, deze van de
sociale gelijkstelling, gevoerd worden.
Voor wat ons betreft moet dus het aan
deel van de voedingsmiddelen in de klein-
handelsindeks niet noodzakelijk verlaagd
worden. Wel wensen wij dat het aantal
verschillende land- en tuinbouwprodukten
minstens vervijfvoudigd af zelfs vertien
voudigd wordt, zodat een toevallige stij
ging van het éne geen overdreven invloed
heeft en zelfs getemperd wordt door een
toevallige daling van een ander produkt.
In die omstandigheden zal onze acht
bare minister van ekonomische zaken dan
ook minder vlug geneigd zijn om met al
lerlei kortzichtige kunstgrepen onze hoe
ren het leven zuur te maken.
Zaterdag 20 mei 1967
46ste Jaargang nr. 2281
Jaarabonnement 120 F
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O. CAUDRON
Beheer
Zeeberg kaai 5
Aalst
Tel. 053/ 24 267
f
Het onderwerp door onze dubbele
titel aangeduid werd reeds meermaals
besproken in meer dan één landbouw-
krant, maar wij denken er onze eigen
mening te moeten over zeggen, omdat
wij het niet altijd volledig eens zijn
met wat anderen hierover schrijven,
ten minste wat de oplossing betreft
en vooral dan de manier waarop die
oplossing er moet komen..
Het vraagstuk zelf is vrij eenvoudig.
De melkerijen stellen vast dat de melk
die bij hen wordt geleverd in totaal
zoveel vetstof bevat laten wij zeggen
3,7
Dat ze niet teveel zullen aangeven
staat voor ons vast als een paal bo
ven water, want hiervoor zorgen ze
wel voldoende voor hun eigen belan
gen.
Wel blijft de vraag of ze voldoende
vetstof berekenen en, wellicht nog
meer, of de aangegeven vetstof, in de
veronderstelling dat ze voor het ge
heel aan de werkelijkheid beant
woordt, op een rechtvaardige wijze
wordt toegekend aan elke afzonderlij
ke boer-leverancier.
Voor ons staat het vast dat deze
verdelende rechtvaardigheid niet
altijd wordt in acht genomen en onze
boeren die melkvee houden zullen dit
zeker beamen, want het zal niet de
eerste maal zijn dat ze menen rede
nen te hebben om te denken dat ze in
het ootje werden genomen.
Waarom krijgt de ene melkleveran-
cier een hoog vetgehalte en een ander
een laag vetgehalte, dan wanneer de
omstandigheden van het bedrijf toch
vrij gelijk of althans evenwaardig zijn?
Waarom zal dezelfde leverancier nu
eens een hoog vetgehalte en dan weer
een laag vetgehalte toegewezen krij
gen
Let wel. We zullen niet loochenen
dat er objectieve redenen kunnen voor
bestaan maar met het huidig stelsel
blijven de deuren wagewijd open ge
steld voor al of niet gegronde vermoe
dens van persoonlijke voorkeur. Is er
bevoordeling van vriendjes in 't spel?
Is er betaalde corruptie of omkoperij
Dat alles is niet bevorderlijk voor de
geest van vertrouwen en van samen-
horigheid, die alle belanghebbenden
zouden moeten bezielen en die zouden
moeten bijdragen tot een vruchtbare
samenwerking.
Zoals we reeds zeiden kunnen we
moeilijk aanvaarden dat de melkerij
meer melkgraden zal uitbetalen, dan er
in feite werden geleverd, want zover
zal de bevoordeling van bepaalde le
veranciers wel niet gaan maar wat
wel mogelijk blijkt is het feit dat de
éne leverancier meer uitbetaald krijgt
dan waarop hij recht heeft ten nadele
van een andere die minder ontvangt
dan waarop hij, volgens de vetstof van
zijn melk, aanspraak kan maken.
Wanneer men allen over eenzelfde
kam gaat scheren en dezelfde vet-
graad gaat uitbetalen, dan wordt hij
die het minste zorg besteedt aan de
produktiviteit van zijn melkvee wat de
vetstof betreft, op gelijke voet gesteld
met iemand die zorgvuldig aan selek-
tie is gaan doen, en dat mag toch in
geen geval worden geduld, want op
die manier wordt niet alleen de goede
leverancier in kwestie maar ook het
algemeen belang van de gemeenschap
geschaad.
Het bestaan van misbruiken wordt
door niemand geloochend en vrijwel
iedereen is het er over eens dat al
leen het vaststellen van de vetgraden
door een belangloos en dus, wat men
genoemd heeft een neutraal organis
me in dit geval redding kan brengen.
Hoe zal men nu tot de veralgeme
ning van dit stelsel over heel het land
geraken Wij weten immers dat het
hier en daar reeds wordt toegepast
en dit, tot schier volledige bevredi
ging van de betrokkenen.
Wij menen dat het geen zin heeft hier
mee te wachten tot de melkerijen vrij
willig de vetbepaling door een onpar
tijdig organisme, zoals bv. het Pro
vinciaal Comité voor de Melkkwaliteit,
zullen laten gebeuren.
De uitvluchten om dit niet te laten
gebeuren liggen immers maar voor het
grijpen. De voornaamste opwerping is
wel dat de melkerijen hierdoor het ge.