Sociale achterstelling
van landbouwers
De Kennedy-ronde
en de landbouwprodukten
WEEKBLAD VOOR DE ONTWIKKELING EN DE STANDSVERDEDIGING VAN DE LANDBOUWERS
ARBEID ADELT
Gebaseerd op eera leugen
Zaterdag 3 juni 1967
46ste Jaargang nr. 2283
Uitgegeven
door de
Landbouwers
vereniging
REDT U
ZELVEN
stichter
O. CAUDRON
Door het Algemeen Boerensyndikaat werd aan de pers een uitvoerige nota be
zorgd, waarin wordt aangetoond dat de zelfstandige, en meer in het bijzonder de
landbouwer en tuinder, in feite niet minder sociale bijdragen betaalt dan de loon
trekkende. Dit in tegenstelling met hetgene algemeen wordt beweerd wanneer
de sociale achterstelling van de landbouwers wordt aangeklaagd. Die bewering die
aangehaald wordt door politici en zelfsdoor de Boerenbond (het feit dat de BB
een Onderlinge Kas voor Kinderbijslagen en een Pensioenkas voor Zelfstandi
gen» bezii. die misschien liever méér dan minder centjes zien binnenkomen, zal
daarmee wel niets te maken hebben.) is dus volgens de nota van het ABS in feite een
grove leugen, die al zo lang en zo hardnekkig wordt verspreid, dat de gewone man
inderdaad gelooft dat de boer minder krijgt omdat hij veel minder moet betalen.
Wij kunnen de nota van het ABS in haar grote trekken onderschrijven en
laten hieronder de voornaamste gegevens verschijnen.
Toen het Amerikaanse Congres in
1962 een wet stemde, die toeliet po
gingen aan te wenden, om in GATT-
verband (Algemene overeenkomst
over tarieven en handelszaken) een
regeling te treffen, waarbij de tarie
ven met 50 zouden worden ver
laagd bij de invoer in andere landen,
werd als eindtermijn 30 juni 1967 ge
steld.
Het was dus hoog tijd dat de geïn
teresseerde landen (53 in aantal) zich
gingen haasten om een regeling te
kunnen treffen, vóór deze fatale ver
valdatum.
Zoals niet anders te verwachten
was is het een loven en bieden ge
worden, waarbij gepokerd is ge
worden en men de ene reeks produk-
ten tegen de andere heeft uitgespeeld
of als vergoeding heeft doen gelden.
Vanzelfsprekend hebben wij, in
onze krant, ons niet bezig te houden
met alle wederwaardigheden van deze
inderdaad gewichtige gebeurtenis op
wereldplan omdat wij vooral en alleen
belang stellen in de landbouwvraag
stukken, die een niet onaanzienlijk
deel van de verhandelingen in beslag
hebben genomen.
Welke beslissingen werden er nu
te Genève genomen betreffende de
landbouwprodukten Vooreerst waren
er zware moeilijkheden om een over
eenkomst te vinden over de graange
wassen. Ze werden zowat als ruil
waarde beschouwd voor de toegevin
gen die de Verenigde Staten bereid
waren te doen op een ander terrein,
namelijk dat van de scheikundige
produkten.
Men mocht dus vrezen dat Amerika
een stugge houding zou aannemen om
een belangrijk contingent graan
gewassen aan Europa te kunnen leve
ren en hiervoor waarborgen zou eisen.
Ten slotte is het gebleven bij het
vaststellen van een minimum- en een
maximumprijs van de graangewassen
op de wereldmarkt. De minimumprijs
zal 320 frank bedragen, ondanks de
felle tegenstand van landen als Japan
en Engeland die vele graangewassen
invoeren en er dus alle belang b j heb
ben een zo laag mogelijke prijs te be
talen.
Het vaststellen van deze minimum
prijs zal aan de E.E.G. een gedeelte
van haar inkomsten kosten, die voort
komen van de heffingen op de inge
voerde graangewassen in de mate
waarin de minimumprijs hoger zal lig
gen dan de gewone marktprijs en in
de mate waarin de E.E.G. uit de derde
landen meer zal invoeren dan uitvoe
ren naar deze landen.
De prijzen van deze produkten zul
len in ieder geval beschermd blijven
door de beschikkingen getroffen om
de ingevoerde produkten op het peil
van de drempelprijzen te brengen of
door de waarborg van de interventie
prijs.
Op dit ogenblik echter weten we er
nog niet alles over, want voor 17 land
bouwprodukten, waarin de Verenigde
Staten van Amerika bizonder belang
stellen zal de vermindering van de in
voerrechten niet hoger mogen zijn dan
20 We weten nog niet welke die
waren zullen zijn, al wordt er beweerd
dat het zal gaan over toebereide land
bouwprodukten.
Anderzijds is geen enkele poging
om de wereldmarkt te organiseren ge
slaagd. De plannen voorgesteld door
Baumgartner-Pisani en door de Franse
minister Faure werden verworpen.
Naar het schijnt zou de oorzaak
hiervan moeten gezocht worden in het
feit dat de Amerikaanse regering
moeilijkheden vreest met hare land
bouwers, van wie het inkomen dit
jaar lager zou liggen dan vorig jaar.
Dit is echter moeilijk te aanvaarden
omdat de landen die zich het heftigst
verzetten tegen een organisatie op
wereldvlak van de landbouwproduk
ten de invoerlanden zijn, die vrezen
dat de prijs van deze produkten zou
gaan stijgen, wat van een organisatie
van deze markt op wereldniveau
mocht worden verwacht.
De ontwikkelingslanden, doorgaans
uitvoerlanden van landbouwprodukten,
zouden zijn en aldus mee gediend ge
weest zijn en aldus begrijpt men ook
(Zie vervolg 2 bladzijde le kolorr.)
De opvatting als zouden de landbouwers
en tuinders kleiner sociale voorzieningen
genieten dan de loontrekkenden, omdat ze
kleiner bijdragen betalen, is zo stelselma
tig verspreid en in stand gehouden, dat
men die als een dogma heeft aanvaard,
waarop men zich nu baseert om een ach
terstelling van landbouwers en tuinders
te bestendigen.
Maar is die opvatting juist Is het in
derdaad zo dat de boeren en tuinders min
der bijdragen betalen dan de loontrekken-
1) KINDERBIJSLAG
De loontrekkende betaalt geen bijdrage
wel de patroon. Deze rekent al zijn sociale
lasten door in zijn verkoopprijzen (pro
dukten of geleverde prestaties). Het is uit
eindelijk de verbruiker die het aandeel van
de patroon betaalt. Maar wie betaalt nu
als verbruiker de hoogste bijdrage Dat
is deze die het meest moet kopen of het
meest werken moet laten uitvoeren. Wel
nu, een landbouwer heeft naast zijn huis
houdelijke uitgaven, die toch dezelfde mo
gen geacht worden als die van een loon
trekkende, ook nog zijn bedrijf suit gaven,
die aanzienlijk hoger liggen dan de huis
houdelijke. De landbouwer betaalt dan
ook, zij het onrechtstreeks, meer bijdrage
in het stelsel van de loontrekkende dan de
loontrekkende zelf. Daarnaast moet de
landbouwer nog voor eigen stelsel betalen
en in vele gevallen ook nog zijn echtgenote
als helpster.
2) PENSIOEN
Hier betaalt de loontrekkende een eigen
bijdrage de bediende 4,25 op een
den Moest dat werkelijk zo zijn, dan
zou dit nog geen voldoende grond zijn
voor een ongelijke behandeling, vermits
in het stelsel van de loontrekkenden ook
niet iedereen gelijk betaalt. Toch liggen de
voorzieningen op gelijk peil.
Maar die opvatting is onjuist en de be
sluiten die er uit getrokken worden even
zeer De landbouwers betalen minstens
evenveel, zo niet méér dan de loontrekken
den. Dat is na te gaan in de verschillende
sektoren van de sociale zekerheid.
onbegrensd (2)
loongrens van 118.200 fr. per jaar; de
arbeider 5,50 zonder loongrens, maar
in de praktijk zal dat deze van een bedien
de niet overtreffen. De landbouwer betaalt
5 op een loongrens van 120.000 fr.
per jaar en 1 op het inkomen boven de
120.000 fr., met een maximum van 7.500
fr.
Een bediende betaalt maximum 5.023
fr. per jaar, terwijl een arbeider tot een
hogeie persoonlijke bijarage kan komen,
wat in de praktijk echter zelden het geval
is. In alle geval is er geen noemenswaardig
verschil tussen de landbouwer en de loon
trekkende wat persoonlijke bijdrage in de
praktijk betreft.
Er komt dan natuurlijk ook nog het
aandeel van de patroon bij. Maar ook dat
wordt doorgerekend in de kostprijs en de
grootste verbruiker, dus weer de landbou
wer, zal daarvan het meeste te betalen
krijgen.
(7ie vervolg 2e b:adz. 2e kolom)
Bijdragen voor loontrekkenden op 11111967.
Kinderbijslag
Geneeskundige zorgen
Pensioen
Bedienden Arbeiders
Bediende patroon Arbeider patroon loongrens
0,00
2,65
4,25(1)
10,75
3,10
6.00
0,00
2,65
5,50(2)
10,75
3,10
7,00
12.925
12.925
9.850 (1)
Beheer
Zeebergkaai 5
Aalst
Tel. 053/ 24 267
Jaarabonnement 120 F
Postrekening nr 1425 93
van S.V. «REDT U ZELVEN» Aalst
Handelsregister Aalst nr 145
Het overnemen van artikelen
is toegelaten mits vermelding
van de bron